Ze liet haar blik over de wilgentakken glijden, de groene blaadjes die een gordijn vormde van groenheid en takken. De meeste paarden beschouwden dit als een romantische plek, voor haar was het niets meer dan een gebied, net zoals alle andere gebieden gebieden waren. Ze wilde het liefst door gebieden reizen waar geen kuddes bezig waren het te verstoren. Ze vond niet dat kuddes het verdienden om gebieden te bezetten waar andere paarden doorheen konden gaan. Het was gewoon een groep met paarden, een familie zonder echt familie te zijn qua vlees en bloed. Ze stopte met lopen, en een grafsteen-gevoel bekroop haar. Ze beet op haar lip, wat zei ze? Ze vond vroeger, als veulen, kuddes geweldig, het waren families zonder echt familie te zijn, net zoals zij en Boots, en al haar pleegveulens, ook al vond ze dat op een gegeven moment het iets te veel pleegveulens waren. Niet dat ze mocht klagen, ze was er zelf ook eentje. Ze vond als veulen kuddes zo geweldig omdat ze er zelf ook in eentje zat, en geen enkele kudde zou de Fire Flame kunnen vervangen. Ze miste het, de vergaderingen, de hinniken... Natuurlijk mocht ze soms niet van Boots op hinniken beantwoorden, maar niet dat het haar tegenhield. De vergaderingen waren meer voor de gezelligheid dan voor de vooruitgang. Het waren allemaal vriendelijke paarden, op gevaarlijke plaatsen als kliffen, waar het spetterende en verpletterende water elk paard onderspoelde met water, ze wist nog hoe elk paard doorweekt aankwam, en ze liet de beet van haar lip los, en verving het door een glimlach. Ach, mooie tijden. Nu was ze solitair, een paard zonder groep, zonder leider, en zo wilde ze het ook wel. Ze hoefde geen kudde, en ze wist niet eens waarom het plotseling bij haar bovenkwam. Was het gewoon omdat ze weer eens een periode van het niet-denken aan kudde-gedoe achter de rug had gehad, en zou ze er de komende weken zich gek over filosoferen over solitaire dingen, goede paarden, slechte paarden, en de definitie van neutraalheid? Nee, had ze geen zin in, ze had zin in wat gezelschap, gewoon een leuk gesprekje, Zephyr was niet echt de ideale contactpersoon. Plotseling besefte Visual zich dat ze eigenlijk alleen maar vijanden confronteerden... Ze had echt wat normale paarden nodig. Rival, Zephyr, ze had genoeg paarden ontmoet waar ze nog iets mee moest afrekenen, ze had even een time-out nodig, of ervoor zorgen dat die vijanden een time-out werden van normale paarden. Ze brieste zachtjes, terwijl ze staarde naar de groene wilgentakken die zachtjes meegolfden met de wind. Het was lente, en dat zou ze niet verpesten. De lente, de eerste die Boots niet zou meemaken. Ze zuchtte moeilijk, ze wilde er niet aan denken. Ze probeerde haar hoofd leeg te maken terwijl ze doorstapte. Haar pleegmoeder was misschien wel een van de laatste paarden die haar gezelschap hield. Oh ja, en Pearl en Terrorsaur waren er ook nog, maar de kans dat ze die nog tegen zou komen was zo minuscuul, het was onmogelijk twee van die paarden in zulke grote gebieden tegen te komen. Ze moest niet meer denken aan wat ze niet had, en wat ze niet kon bereiken. Ze moest denken aan wat ze wel had. En dat was niets. Dus ze kon denken aan niets. Yay! Ze glimlachte om haar eigen stupiditeit, en schudde met haar hoofd, om haar manen goed uit te laten komen. Ze spitste haar oren, en direct draaide ze zich om. Aah, bezoek?
{{ Ravena =3 }}
{{ Ravena =3 }}