Bomen bomen en nog eens bomen, dat was alles wat de jonge merrie had gezien van het nieuwe gebied waarin ze verbleef. Vreemd was dit niet, ze was opgegroeid in de bossen. Veelal was ze in die periode alleen geweest, haar oom had haar niet constant op de lip gezeten. Maar dat kwam waarschijnlijk omdat hij de eindeloze discussies met de gitzwarte dochter van zijn broer zat werd. Al met al waren de omstandigheden waarin ze opgroeide speciaal, anders, toch was dat niet iets wat een twee drie aan haar op te merken viel. Zoals ieder wezen met een brein had ze een eigen karakter en manier van doen en laten. En zoals bij iedereen was dat ontstaan door de manier waarop ze was opgegroeid. Hoewel ze op jonge leeftijd van haar moeder was weggenomen had ze hier nooit echt onder geleden. Haar vader had gezorgd dat haar nooit iets ontbroken was en haar halfbroer en haar oom hadden haar altijd prima weten te vermaken. De discussies waren eindeloos door gegaan, maar wat dacht je met een gestoorde half broer en een veel te bij de hand merrieveulen? Daarnaast was ze ook de enige dochter geweest die haar vader ooit had gehad. Nee, dat moest ze anders zeggen, ze was zijn enige dochter die ouder dan enkele dagen was geworden. Als haar vader geen potentie had gezien in zijn nageslacht had hij ervoor gezorgd dat ze van de aardbodem verdwenen, maar zij en haar halbroers Hades en Xenos bewandelde de wereld nog altijd.
Haar paarse ogen – die duidelijk haar afstamming weergaven, ieder uit haar vaders familie had paarse ogen – gleden langs de bomen en het struikgewas. Het was waar dat ze zich op haar beste voelde in het woud, hoewel haar voorkeur toch lag bij een woud dat meer schaduw en duisternis bood dan deze, liet ze niet zomaar haar alertheid varen, dat was vragen om problemen. En niemand zou Nëya erop betrappen in hetzelfde schuitje te belanden als haar moeder ooit had gedaan. De gitzwarte merrie had het haar vader nooit verweten haar moeder op deze brute manier behandeld te hebben, anders was zij er nooit geweest, toch gaf ze om haar moeder. Ze kende de voskleurige spotted blanked merrie niet echt goed, hoewel ze de merrie wel voor de geest kon halen, maar het was en bleef wel iemand zonder wie ze zelf nooit bestaan had. En haar moeder had haar nooit iets kwaad gedaan. Als de grotendeels Friese merrie eerlijk was moest ze eerlijk bekennen dat ze niet erg gevonden had om van haar moeders zijde gestolen te worden, haar jeugd was prima geweest en haar vader was nu eenmaal vele malen interessanter dan haar moeder. Een zacht briesje zorgde ervoor dat haar lange zwarte manen en staart wat heen en weer wiegden, de zilveren plukjes die terug te vinden waren deden vrolijk mee. Al met al was de merrie een aparte verschijning, haast net zo mysterieus en ondoorgrondelijk als haar karakter was.
Haar paarse ogen – die duidelijk haar afstamming weergaven, ieder uit haar vaders familie had paarse ogen – gleden langs de bomen en het struikgewas. Het was waar dat ze zich op haar beste voelde in het woud, hoewel haar voorkeur toch lag bij een woud dat meer schaduw en duisternis bood dan deze, liet ze niet zomaar haar alertheid varen, dat was vragen om problemen. En niemand zou Nëya erop betrappen in hetzelfde schuitje te belanden als haar moeder ooit had gedaan. De gitzwarte merrie had het haar vader nooit verweten haar moeder op deze brute manier behandeld te hebben, anders was zij er nooit geweest, toch gaf ze om haar moeder. Ze kende de voskleurige spotted blanked merrie niet echt goed, hoewel ze de merrie wel voor de geest kon halen, maar het was en bleef wel iemand zonder wie ze zelf nooit bestaan had. En haar moeder had haar nooit iets kwaad gedaan. Als de grotendeels Friese merrie eerlijk was moest ze eerlijk bekennen dat ze niet erg gevonden had om van haar moeders zijde gestolen te worden, haar jeugd was prima geweest en haar vader was nu eenmaal vele malen interessanter dan haar moeder. Een zacht briesje zorgde ervoor dat haar lange zwarte manen en staart wat heen en weer wiegden, de zilveren plukjes die terug te vinden waren deden vrolijk mee. Al met al was de merrie een aparte verschijning, haast net zo mysterieus en ondoorgrondelijk als haar karakter was.
O P E N
En beetje kort, moet naar m'n werk.
Volgende wordt langer!
Her whisper is the Lucifer.
En beetje kort, moet naar m'n werk.
Volgende wordt langer!
Her whisper is the Lucifer.