Milou snoof. Haar krullende manen kietelde tegen haar gespierde hals, haar ogen waren neergeslagen, haar hoofd hing laag en er zat weinig energie in de jonge merrie. Ze had zich totaal afgesloten voor de buiten wereld; leefde op het moment eigenlijk in haar eigen ‘wereldje’. Niet dat alles daar zo perfect was, voor Milou was het nérgens perfect. Vooral niet nu ze zo enorm depressief was, alsof alles tegen zat, ze niemand meer had op het moment. Nu was ze ergens waar ze niet eens de naam van wist, waar zo totaal onbekend was voor alles en iedereen. Misschien zou ze ook hier haar plekje niet kunnen vinden, het plekje waar ze al zo lang naar op zoek was..
Waarom voelde ze zich nergens thuis? Iets of iemand miste ze zo.. maar ze wist niet eens wát. Dat was het frustrerende aan dit alles. Milou slaakte een diepe zucht, hief haar hals weer iets op en kwam tot stilstind, haar benen strak langs elkaar geplaatst en haar spieren gespannen. Haar oogleden vielen dicht, haar neusgaten stonden wijd gesperd en ze snoof de geur van het gebied eens goed op. Een vloed van kalmte ging door haar heen, voor het eerst in een lange tijd verscheen een kleine glimlach rond haar ruwe lippen. Alleen de geur al deed haar goed, de geur van vers en jong gras, helder water verscheen in haar gezichtsveld en toen er ook nog een enorme appelboom aan de waterkant stond, was haar dag compleet. Wat had ze vers eten gemíst zeg, als je dagenlang door uitgestorven gebieden had gewandeld was het heerlijk om dat korte, jonge gras tegen je gehemelte te voelen kietelen. Meteen maakte ze een overgang naar een draf, liep het water in en duwde haar neus eens flink in het water. Flemend gooide ze haar hoofd in de lucht, speelde met haar linkervoorhoef door het water heen en nam vervolgens een aantal slokken van het stromende water. Een rilling liep over haar ruggengraat heen, Milou puntte haar oren naar voren en liep voorzichting naar de waterkant, waar ze haar voorhoeven op zette en ook haar achterwerk stond vervolgens weer op het vaste land. Meteen duwde ze haar neus in het gras, snoof er eens aan en nam vervolgens haar eerste paar happen. Heerlijk om na zoveel dagen weer vers gras te proeven! Genietend van het gras en het frisse windje dat er stond, ontspande ze haar gehele lichaam en verjoeg ze af en toe met haar staart een paar insecten die haar lichaam gebruikte als landbaan.
Nadat ze zich al goed had volgegeten, liep ze richting de dikke, niet héle hoge boom die aan de waterkant stond. Felrode, verse appels hingen aan de bruine takken te bungelen, wachtend tot een paard ze eraf zou trekken. Meteen gooide ze haar voorhand in de lucht, stootte er met haar neus twee appels af die zachtjes over de grond rolde, richting het water en er vervolgens in plofte. Milou draafde het water in, duwde haar neus onder water en haalde zo snel als ze kon één appel eruit, om die vervolgens door de helft te bijten en de andere helft op de waterkant te leggen. Smakkend at ze het sappige ding op, waarna ze haar hals een schudde en haar achterhoef op rust zetten. Zachtjes kabbelde het water tegen haar benen aan, terwijl ze ondertussen heerlijk van de verse appels genoot.
& Fether of eventueel andere paarden zijn ook welkom.
Waarom voelde ze zich nergens thuis? Iets of iemand miste ze zo.. maar ze wist niet eens wát. Dat was het frustrerende aan dit alles. Milou slaakte een diepe zucht, hief haar hals weer iets op en kwam tot stilstind, haar benen strak langs elkaar geplaatst en haar spieren gespannen. Haar oogleden vielen dicht, haar neusgaten stonden wijd gesperd en ze snoof de geur van het gebied eens goed op. Een vloed van kalmte ging door haar heen, voor het eerst in een lange tijd verscheen een kleine glimlach rond haar ruwe lippen. Alleen de geur al deed haar goed, de geur van vers en jong gras, helder water verscheen in haar gezichtsveld en toen er ook nog een enorme appelboom aan de waterkant stond, was haar dag compleet. Wat had ze vers eten gemíst zeg, als je dagenlang door uitgestorven gebieden had gewandeld was het heerlijk om dat korte, jonge gras tegen je gehemelte te voelen kietelen. Meteen maakte ze een overgang naar een draf, liep het water in en duwde haar neus eens flink in het water. Flemend gooide ze haar hoofd in de lucht, speelde met haar linkervoorhoef door het water heen en nam vervolgens een aantal slokken van het stromende water. Een rilling liep over haar ruggengraat heen, Milou puntte haar oren naar voren en liep voorzichting naar de waterkant, waar ze haar voorhoeven op zette en ook haar achterwerk stond vervolgens weer op het vaste land. Meteen duwde ze haar neus in het gras, snoof er eens aan en nam vervolgens haar eerste paar happen. Heerlijk om na zoveel dagen weer vers gras te proeven! Genietend van het gras en het frisse windje dat er stond, ontspande ze haar gehele lichaam en verjoeg ze af en toe met haar staart een paar insecten die haar lichaam gebruikte als landbaan.
Nadat ze zich al goed had volgegeten, liep ze richting de dikke, niet héle hoge boom die aan de waterkant stond. Felrode, verse appels hingen aan de bruine takken te bungelen, wachtend tot een paard ze eraf zou trekken. Meteen gooide ze haar voorhand in de lucht, stootte er met haar neus twee appels af die zachtjes over de grond rolde, richting het water en er vervolgens in plofte. Milou draafde het water in, duwde haar neus onder water en haalde zo snel als ze kon één appel eruit, om die vervolgens door de helft te bijten en de andere helft op de waterkant te leggen. Smakkend at ze het sappige ding op, waarna ze haar hals een schudde en haar achterhoef op rust zetten. Zachtjes kabbelde het water tegen haar benen aan, terwijl ze ondertussen heerlijk van de verse appels genoot.
& Fether of eventueel andere paarden zijn ook welkom.