In een proper draftempo maakte hij zich zigzaggend een weg tussen de grijs gekleurde bomen door. Zijn oren stonden strak naar voren, al draaiden ze wat heen en weer als hij een geluidje hoorde. Meestal was het gefluit van een vogeltje, of de wind die door de bomen waaide, of geritsel van een klein diertje tussen het gras. De bomen waren nog kaal, maar kregen langzaam weer de bloesems die bij de lente hoorden. Ze kwamen in bloei te staan en dan verspreidden ze de geuren die daarbij hoorden, wat neuzen van sommige paarden juist streelden, anderen vonden het een vreselijke geur. Hij behoorde tot de groep die de geur beminde. Hij schudde met zijn hoofd. De witte manen vlogen over zijn hals heen en weer, waarna ze in de war weer op zijn manenkam vielen. Verscheidene plukjes staken op bijzondere plekken uit, waar ze totaal niet hoorden te zitten. Hij zwiepte vervolgens met weinig kracht zijn staart, waardoor deze heen en weer waaide in tempo van zijn passen. Altijd als hij draafde of galoppeerde hield hij zijn staart wat geheven, als een arabier. Terwijl hij wel degelijk een Pura Raza Española, wat afgekort simpelweg PRE was.
Hij was tot de beslissing gekomen dat hij weer terug wilde in een kudde. Hij vond het ronduit verschrikkelijk om alleen te zijn. Hij wilde dan nog wel de wereld herkennen, maar toch. Hij voelde zich eenzaam, in een kudde, of een groep, wat dan ook, voelde hij zich tot een beetje.. alsof hij iets van een band met anderen mistte. Hij wilde weer een familie, iemand om écht van te houden. In dit geval dun iemanden. Een groep, een familie. Ja, zo zou dat voelen. Hij miste zijn ouders weliswaar, maar dat was zijn eigen keuze geweest. Hij kon nog altijd de wereld door. En zijn eerste stop was Dream Horses, en hij vertikte het om alleen te zijn.
De kudde waarbij hij wilde zijn heette Utopia. Een neutrale kudde, iets waarvan hij mooi vond om mee te beginnen. Volgens hem was hij niet goed of slecht. Hij wilde dan niemand pijn zijn, en vond het vreselijk dat paarden voor hun lol anderen vermoordden. Maar verder had hij niet echt iets tegen de slechten. Misschien neigde hij naar de goede kant, maar toch. De kudde liet iedereen toe, ook al was je slecht, óf goed.
Zijn ogen vlogen naar een meer, met een zilverachtige kleur dat eraf leek te schitteren. Hij stopte op de oever. Zijn neus zakte naar beneden en hij kon zijn eigen spiegelbeeld aanschouwen. Hij zag dat zijn hoofd witter was geworden dan de vorige keer dat hij zijn eigen gezicht had gezien. Zijn nek strekte zich naar beneden, hij rook aan het water. De kenmerkende kringen ontstonden. Zijn lippen raakten toen het verfrissende, heldere water. Voorzichtig, alsof hij het water zou breken, dronk hij een paar teugen, totdat de weinige dorst die hij had werd gelest. Hij tilde zijn hoofd op, een paar waterdruppels dansten van zijn lippen af en vielen weer terug in het water, met zachte "plonsjes". Hij keek weer even rond. Toen besloot hij de stap te maken. Hij zuchtte even, haalde adem, en liet toen een luidde, schelle hinnik horen.
Een klein beetje in spanning bleef de jonge hengst staan wachten. Zijn hoofd tolde wat in het rond. Hoe lang zou het duren? Hoe lang zou de merrie weg zijn. Hij had gehoord dat de merrie de naam Nanami bij zich droeg. Hij was net nieuw, zou ze hem wel toelaten? Zijn oren draaiden op hoge snelheid in het rond. Hij was nu nog oplettender op geluid. Laat haar snel komen, herhaalde hij telkens in zijn gedachten. Hij brieste eens, om de spanning in hem weg te laten gaan. Hij schudde nogmaals zijn hoofd. Waarom was hij zo zenuwachtig? Er was niks aan de hand. Hij zou enkel de leidster van de kudde zien waarbij hij graag bij wilde. Shit! Dat maakte het écht beter. Goede gedachte van je Encantador. Hij was een beetje in ruzie met zijn eigen gedachten. Wat was hij eigenlijk een sul. Wat? Leek hij daar nou hoeven te horen. Hij keerde op zijn achterhand, zijn oren strak naar voren gericht. Hij luisterde, hij hield zijn adem in. Maar het was niks. Hij had zich vergist. Shit..
[Nanami]
Hij was tot de beslissing gekomen dat hij weer terug wilde in een kudde. Hij vond het ronduit verschrikkelijk om alleen te zijn. Hij wilde dan nog wel de wereld herkennen, maar toch. Hij voelde zich eenzaam, in een kudde, of een groep, wat dan ook, voelde hij zich tot een beetje.. alsof hij iets van een band met anderen mistte. Hij wilde weer een familie, iemand om écht van te houden. In dit geval dun iemanden. Een groep, een familie. Ja, zo zou dat voelen. Hij miste zijn ouders weliswaar, maar dat was zijn eigen keuze geweest. Hij kon nog altijd de wereld door. En zijn eerste stop was Dream Horses, en hij vertikte het om alleen te zijn.
De kudde waarbij hij wilde zijn heette Utopia. Een neutrale kudde, iets waarvan hij mooi vond om mee te beginnen. Volgens hem was hij niet goed of slecht. Hij wilde dan niemand pijn zijn, en vond het vreselijk dat paarden voor hun lol anderen vermoordden. Maar verder had hij niet echt iets tegen de slechten. Misschien neigde hij naar de goede kant, maar toch. De kudde liet iedereen toe, ook al was je slecht, óf goed.
Zijn ogen vlogen naar een meer, met een zilverachtige kleur dat eraf leek te schitteren. Hij stopte op de oever. Zijn neus zakte naar beneden en hij kon zijn eigen spiegelbeeld aanschouwen. Hij zag dat zijn hoofd witter was geworden dan de vorige keer dat hij zijn eigen gezicht had gezien. Zijn nek strekte zich naar beneden, hij rook aan het water. De kenmerkende kringen ontstonden. Zijn lippen raakten toen het verfrissende, heldere water. Voorzichtig, alsof hij het water zou breken, dronk hij een paar teugen, totdat de weinige dorst die hij had werd gelest. Hij tilde zijn hoofd op, een paar waterdruppels dansten van zijn lippen af en vielen weer terug in het water, met zachte "plonsjes". Hij keek weer even rond. Toen besloot hij de stap te maken. Hij zuchtte even, haalde adem, en liet toen een luidde, schelle hinnik horen.
Een klein beetje in spanning bleef de jonge hengst staan wachten. Zijn hoofd tolde wat in het rond. Hoe lang zou het duren? Hoe lang zou de merrie weg zijn. Hij had gehoord dat de merrie de naam Nanami bij zich droeg. Hij was net nieuw, zou ze hem wel toelaten? Zijn oren draaiden op hoge snelheid in het rond. Hij was nu nog oplettender op geluid. Laat haar snel komen, herhaalde hij telkens in zijn gedachten. Hij brieste eens, om de spanning in hem weg te laten gaan. Hij schudde nogmaals zijn hoofd. Waarom was hij zo zenuwachtig? Er was niks aan de hand. Hij zou enkel de leidster van de kudde zien waarbij hij graag bij wilde. Shit! Dat maakte het écht beter. Goede gedachte van je Encantador. Hij was een beetje in ruzie met zijn eigen gedachten. Wat was hij eigenlijk een sul. Wat? Leek hij daar nou hoeven te horen. Hij keerde op zijn achterhand, zijn oren strak naar voren gericht. Hij luisterde, hij hield zijn adem in. Maar het was niks. Hij had zich vergist. Shit..
[Nanami]