Het weer was vreemd vandaag. Het was warm, zeker 20 graden, maar het land werd in onregelmatige tussenposen geteisterd door regen. Het waaide stevig, maar de wind was warm en zacht. Een wolk van paardenbloemzaadjes werden opgeblazen door een windvlaag en streken neer in zijn manen. Icari brieste de kriebelende zaadjes uit zijn neusgaten en schudde zijn manen. De zijdeachtige lokken vielen verward doch soepel neer. De hengst keek achterom en zag dat sommige zaadjes nog altijd in zijn manen zaten. Toen brieste hij, wat maakte het ook uit. Zijn bruine ogen gleden over de prairie. Hij had net de heuvels achter zich gelaten. Icari zuchtte even en keek achterom. Die heuvels waren de laatste jaren zijn thuis geweest en het kostte hem moeite het de rug toe te keren. Maar het moest. Agustin had zijn eigen weg gevonden, nu moest hij dat ook doen. Toch had hij niet het gevoel dat hij de verantwoordelijkheid van een eigen kudde al aankon. Bovendien had Icari daar nog helemaal geen trek in. Misschien was hij wat in zijn pubertijd blijven hangen, maar daar was de vos zich niet van bewust. Hij snoof, net op het moment dat de wind hem in zijn gezicht blies. Het voerde geuren meer van ver weg. De geur van gras, bloemen en.. nog iets vreemds. Koren, misschien? Zijn nieuwsgierigheid was gewekt, altijd een gevaarlijk moment bij hem.
Met zijn oren naar voren en zijn ogen en neusgaten open zette hij een drafje in. Met een soepele tred doorkruiste hij de prairie. Het was er dor en droog, veel te saai naar zijn smaak. Daarnaast was het griezelig open, hoewel dat natuurlijk ook weer een voordeel was. Je kon iedereen van mijlen ver aan zien komen. Het gras was echter afwisselend. Soms kort en droog, andere keren reikte het tot aan zijn knieën. Omdat roofdieren zich daarin konden verstoppen koos Icari een zorgvuldig pad over de kortere stukken gras, al zijn zintuigen op scherp. Op momenten dat de wind stil lag was het haast broeierig warm, de luchtvochtigheid was hoog. Het feit dat hij vers, sappig gras had geroken duidde natuurlijk ook aan dat hier meer water in de grond zou moeten zitten. Alleen wist de hengst niet zo goed hoe ver weg dat gras was. De wind was krachtig, doch zacht. Het streelde zijn vacht op een tedere manier en kon geuren voor langere tijd met zich meedragen.
Uiteindelijk werd de begroeiing steeds hoger en begon het land omlaag te glooien. Icari kneep zijn ogen wat samen en keek verbaasd naar de horizon. Werd het gras naar nu weer korter? Of.. Toen hij besefte wat het was stopte de hengst abrupt met draven. Zijn hoeven groeven zich een stukje in de grond, terwijl hij snoof van verbazing. Het was koren! Wat hij eerst als een grasvlakte aan had gezien waren slechtst de topjes van het metershoge koren. Onder het regime van de onvoorspelbare wind leek het koren wel te leven. Het golfde, boog door en sprong terug alsof het een eigen wil had. Het duurde even tot Icari van deze overweldigende ontdekking was bijgekomen. Toen dat echter gebeurde kwam hij in beweging. Langzaam liep hij naar voren en betrad het korenveld. Het kaf streek zachtjes langs zijn flanken, terwijl de hengst verwonderd om zich heen keek. Waar was dit voor? Echt eetbaar leek het hem niet. Hij bleef staan en pakte de bovenkant van een koren beet. Icari trok eraan, maar de plant wilde niet meegeven. Hij trok harder, totdat het koren met steel en al uit de grond kwam zetten. Het paard struikelde wat passen naar achter en keek verwonderd naar de plant in zijn mond. Oeps, dat was niet de bedoeling geweest. Snel spuugde hij het koren uit en liep weg bij de kleine verwoesting die hij had aangericht. Zo liep hij een tijdje door het koren. Sommige delen waren wel twee meter hoog en konden wel een heel paard verbergen! Voor zo’n hoog gedeelte bleef hij staan en twijfelde. Ging hij er doorheen of er omheen?
OOC: Open voor iedereen!
Met zijn oren naar voren en zijn ogen en neusgaten open zette hij een drafje in. Met een soepele tred doorkruiste hij de prairie. Het was er dor en droog, veel te saai naar zijn smaak. Daarnaast was het griezelig open, hoewel dat natuurlijk ook weer een voordeel was. Je kon iedereen van mijlen ver aan zien komen. Het gras was echter afwisselend. Soms kort en droog, andere keren reikte het tot aan zijn knieën. Omdat roofdieren zich daarin konden verstoppen koos Icari een zorgvuldig pad over de kortere stukken gras, al zijn zintuigen op scherp. Op momenten dat de wind stil lag was het haast broeierig warm, de luchtvochtigheid was hoog. Het feit dat hij vers, sappig gras had geroken duidde natuurlijk ook aan dat hier meer water in de grond zou moeten zitten. Alleen wist de hengst niet zo goed hoe ver weg dat gras was. De wind was krachtig, doch zacht. Het streelde zijn vacht op een tedere manier en kon geuren voor langere tijd met zich meedragen.
Uiteindelijk werd de begroeiing steeds hoger en begon het land omlaag te glooien. Icari kneep zijn ogen wat samen en keek verbaasd naar de horizon. Werd het gras naar nu weer korter? Of.. Toen hij besefte wat het was stopte de hengst abrupt met draven. Zijn hoeven groeven zich een stukje in de grond, terwijl hij snoof van verbazing. Het was koren! Wat hij eerst als een grasvlakte aan had gezien waren slechtst de topjes van het metershoge koren. Onder het regime van de onvoorspelbare wind leek het koren wel te leven. Het golfde, boog door en sprong terug alsof het een eigen wil had. Het duurde even tot Icari van deze overweldigende ontdekking was bijgekomen. Toen dat echter gebeurde kwam hij in beweging. Langzaam liep hij naar voren en betrad het korenveld. Het kaf streek zachtjes langs zijn flanken, terwijl de hengst verwonderd om zich heen keek. Waar was dit voor? Echt eetbaar leek het hem niet. Hij bleef staan en pakte de bovenkant van een koren beet. Icari trok eraan, maar de plant wilde niet meegeven. Hij trok harder, totdat het koren met steel en al uit de grond kwam zetten. Het paard struikelde wat passen naar achter en keek verwonderd naar de plant in zijn mond. Oeps, dat was niet de bedoeling geweest. Snel spuugde hij het koren uit en liep weg bij de kleine verwoesting die hij had aangericht. Zo liep hij een tijdje door het koren. Sommige delen waren wel twee meter hoog en konden wel een heel paard verbergen! Voor zo’n hoog gedeelte bleef hij staan en twijfelde. Ging hij er doorheen of er omheen?
OOC: Open voor iedereen!