Terneergeslagen stapte de merrie door het lange gras, haar hoeven maakte een zompig geluid op de losse ondergrond waarover ze zich voortbewoog. De regen van de afgelopen dagen was eindelijk gestopt. Ondanks dat de hemel nog donker was met wolken, steeg de temperatuur geleidelijk.
Ithilwen hief haar hoofd een stukje op, doffe lichtblauwe ogen keken de wereld in, ze zag alles om haar heen maar nam niks in zich op.
Waar was ze? Wat deed ze hier? Vragen die in haar hoofd opkwamen maar waar ze geen antwoord op had. Misschien… misschien was dit geen goed idee.
Waarom?
Een fluistering, met de intensiteit van een schreeuw weerklonk in haar binnenste. Drong door tot de donkerste hoekjes van haar ziel en klampte zich vast aan iedere herinnering die ze had.
Haar vader,
haar moeder…
Nirvana en Cionaodh. De paarden die hadden gezworen haar te beschermen, er altijd voor haar te zijn. Maar die belofte hadden ze gebroken.
Ze waren weg, kwamen niet meer terug… nooit meer.
Een diepe, trillende zucht baande zich een weg naar buiten. Tranen verzamelde zich in haar ogen en een brok in haar keel maakte ademen onmogelijk. De omgeving werd een lange wazige streep en Ithilwen liet zich op haar knieën vallen. Een snik welde op in haar keel maar met moeite kon ze hem terugduwen. Ze boog haar hals naar de grond en liet haar hoofd op de natte bodem rusten.
Het moest eruit, al het verdriet, de woede, angst, alles. Ze was bang om nog meer dierbaren te verliezen. De onwetendheid knaagde aan haar, vrat haar langzaam op en gaf Ithilwen het gevoel dat ze verrot was van binnen. Het kon er bij haar niet in dat haar vader dood was, de grote sterke Cionaodh kon niet dood zijn. Net zomin als dat Nirvana was verdwenen.
Na het verdriet kwam de woede, háát bijna, voortvloeiend uit de onmacht die ze voelde. Ze waren zonder een woord te zeggen gegaan. Nirvana had verdomme een kudde om voor te zorgen. Ze kon het onbehagelijke gevoel dat ze niet belangrijk voor hen was niet onderdrukken.
Uiteindelijk hielden de tranen op. Gebroken lag ze daar, wist niet wat ze verder moest doen met haar leven. Zou ze hier blijven of weggaan? Er was niemand hier die belangrijk voor haar was en dat wilde ze zo houden. Het mocht duidelijk zijn dat diegene die op de een of andere manier met haar verbonden waren ook de meeste pijn te verduren kregen.
De enige met wie ze nu nog enig verwantschap voelde woonde allemaal op een ander continent. Ze waren veilig voor de vloek die Ithilwen met zich meedroeg.
Langzaamaan raapte ze zichzelf weer bij elkaar, verzamelde de moed om op te staan en naar voren te kijken. Ze duwde zichzelf overeind en keek melancholiek achterom, het was tijd om afscheid te nemen. Ze zou nog een laatste reis maken naar haar geboorteplaats voor ze voorgoed wegging. Ithilwen zou moeten wennen aan het eenzame bestaan dat ze voor zichzelf koos. Vastbesloten stapte ze weg, ze had zich al half omgedraaid toen een geur haar plannen in de war schopte. Verward bleef ze staan, wat deed dit individu hier? Het was háár moment, niet die van een voorbijganger…
[Painted Black]
Ithilwen hief haar hoofd een stukje op, doffe lichtblauwe ogen keken de wereld in, ze zag alles om haar heen maar nam niks in zich op.
Waar was ze? Wat deed ze hier? Vragen die in haar hoofd opkwamen maar waar ze geen antwoord op had. Misschien… misschien was dit geen goed idee.
Waarom?
Een fluistering, met de intensiteit van een schreeuw weerklonk in haar binnenste. Drong door tot de donkerste hoekjes van haar ziel en klampte zich vast aan iedere herinnering die ze had.
Haar vader,
haar moeder…
Nirvana en Cionaodh. De paarden die hadden gezworen haar te beschermen, er altijd voor haar te zijn. Maar die belofte hadden ze gebroken.
Ze waren weg, kwamen niet meer terug… nooit meer.
Een diepe, trillende zucht baande zich een weg naar buiten. Tranen verzamelde zich in haar ogen en een brok in haar keel maakte ademen onmogelijk. De omgeving werd een lange wazige streep en Ithilwen liet zich op haar knieën vallen. Een snik welde op in haar keel maar met moeite kon ze hem terugduwen. Ze boog haar hals naar de grond en liet haar hoofd op de natte bodem rusten.
Het moest eruit, al het verdriet, de woede, angst, alles. Ze was bang om nog meer dierbaren te verliezen. De onwetendheid knaagde aan haar, vrat haar langzaam op en gaf Ithilwen het gevoel dat ze verrot was van binnen. Het kon er bij haar niet in dat haar vader dood was, de grote sterke Cionaodh kon niet dood zijn. Net zomin als dat Nirvana was verdwenen.
Na het verdriet kwam de woede, háát bijna, voortvloeiend uit de onmacht die ze voelde. Ze waren zonder een woord te zeggen gegaan. Nirvana had verdomme een kudde om voor te zorgen. Ze kon het onbehagelijke gevoel dat ze niet belangrijk voor hen was niet onderdrukken.
Uiteindelijk hielden de tranen op. Gebroken lag ze daar, wist niet wat ze verder moest doen met haar leven. Zou ze hier blijven of weggaan? Er was niemand hier die belangrijk voor haar was en dat wilde ze zo houden. Het mocht duidelijk zijn dat diegene die op de een of andere manier met haar verbonden waren ook de meeste pijn te verduren kregen.
De enige met wie ze nu nog enig verwantschap voelde woonde allemaal op een ander continent. Ze waren veilig voor de vloek die Ithilwen met zich meedroeg.
Langzaamaan raapte ze zichzelf weer bij elkaar, verzamelde de moed om op te staan en naar voren te kijken. Ze duwde zichzelf overeind en keek melancholiek achterom, het was tijd om afscheid te nemen. Ze zou nog een laatste reis maken naar haar geboorteplaats voor ze voorgoed wegging. Ithilwen zou moeten wennen aan het eenzame bestaan dat ze voor zichzelf koos. Vastbesloten stapte ze weg, ze had zich al half omgedraaid toen een geur haar plannen in de war schopte. Verward bleef ze staan, wat deed dit individu hier? Het was háár moment, niet die van een voorbijganger…
[Painted Black]