Daar liep hij dan, de wind blies zijn lange manen omhoog. Het zag er sprookjesachtig uit. Het was ook een soort sprookje, zijn leven. Hij had zulke erge dingen gedaan, nu hij hier weer terug is denkt hij zeker dat alles weer goed kan komen. Nee, hij zou niets vertellen over zijn fouten. Hij zou een nieuwe naam bedenken en bij een kudde gaan. Daar liep hij dan, over de uitgestrekte sneeuwvlakte met de wind in z'n manen. Hij haatte zichzelf, maar niemand, helemaal niemand, mocht weten wat hij had gedaan. Hij ging stilstaan, er gebeurde niet veel op dit moment. Black hoopte dat er wat spanning kwam, wolven ofzo iets. Maar ja, die zou hij hier niet aantreffen.... Hij zuchtte diep. Hij verzette weer zijn hoeven. Steeds sneller en sneller tot in galop. Hij bokte, maakte rare sprongen. Toen schrok hij van een raar geluid, hij steigerde en hinnikte hard. Toen hij neer kwam op de grond keek hij om zich heen, wat was dat? Hier kon hij slecht tegen. Hij liep verder, hij had zat ervaring met vechten. Hij kon alles aan. Hij liep verder, de wind ging liggen en het werd steeds donkerder. Een rilling liep over zijn bruine rug. De sneeuwvlokken kwamen uit de hemel, heel langzaam. Hij keek even omhoog. Hij dacht aan de Goden. Hij schudde met zijn hoofd. Het ging harder sneeuwen en de wind kwam opzetten. "Oeh, spannend" kwam er zachtjes over zijn lippen gekropen. De wind blies de woorden meteen weer weg. Wat moest hij doen hier, er was helemaal niemand te bekennen. Duh, het is lente, wie gaat er dan ook naar de sneeuwvlakte. Hij hield niet vande lente, dat deed hem denken aan Cicatrices. Hij schudde de gedachtes uit zijn hoofd, hij wilde niet aan zijn verleden denken. Hij draaide zich om hij schrok. Oh oh!
OOC: Hmm, flutjes...
OOC: Hmm, flutjes...