’Mijn naam? Paint me Proud, de meesten zeggen gewoon Proud.’ ‘Paint…’ ‘Ja. Iets mis?’ Painted… ‘Nee. Alles is goed.’ ‘Perfect.’
Warme rillingen trokken over haar rug bij de gedachte aan de hengst die ze had ontmoet op Highholdback. Paint me Proud. De zwarte hengst. De volgende nacht daarvan had hij zichzelf helemaal beschreven. Arabisch volbloed, zwart als de nacht, één slechtziend oog.
‘Paint…’ ‘Ja, van Paint me Proud.’ ‘Ja ja, ik weet het.’ ‘Maar wat is jouw naam?’
Op dat punt had ze het warm gehad, haar hoofd werd gloeiend heet. Nadat ze de hengst had ontmoet had ze haar eigen naam nog niet gezegd. Dat was een foutje.
Amani grinnikte zachtjes.
‘Amani.’ ‘Amani… wauw.’ Houdt hij er niet van? Niet van mijn naam? Was het niet zoals verwacht? Te lelijk? ‘Wauw wat?’ ‘Mooie naam.’ Oh.. ‘Dankje.’
De rest van de avond kon ze verbazingwekkend niet meer voor de geest halen. Een teleurgesteld gevoel vulde haar en ze kropte de verdrietige emoties diep op. Geen gehuil nu, ze was geen baby.
Amani wist wel dat ze moeite had gehad met de naam, het eerste gedeelte vooral. Paint… Paint zoals van Painted Black.
Amani had toen heel wat paranoia dagen achter de rug, bij ieder geluid van een paard dacht ze dat het Padeau of Painted Black was en bij ieder ander geluid dacht ze dat het een mens was. Want dat waren de dagen dat ze niet bij Seriny was. Het perfecte mens en trainer. De rots in de branding.
Somber hing ze haar hoofd wat naar beneden. Ze had vaak nachten wakker gelegen en iedere nacht had ze dan weer opgenoemd hoe erg ze de brand haatte, hoe erg ze vuur haatte, hoe erg ze alles haatte. Zonder het vuur zat ze nog in de stal, met brokken en borstels en trainingsdagen en Paint me Proud…
Amani had stiekem een crush op de hengst gehad, de zwarte hengst met de zware brommende stem en de perfectie in zijn handelingen, hoe hij haar hielp.
Amani zuchtte hard en liep verder. Dit zou waarschijnlijk een lange nacht worden. Tastend baande ze zich een weg door het veld en na 80 procent zeker te weten dat ze veilig harder kon gaan zette ze een beheerst galopje in. De koelte van de avondlucht hielp haar om rustig na te denken.
Na een tijdje gerend te hebben verscheen er een glimlach op haar gezicht. Ze moest niet zeuren en genieten. Ondanks haar blindte kon ze veel dingen doen en ze had twee veulens like the best. Laatst had ze Aamir nog ‘gezien’, hij had haar bijna over het hoofd gezien maar Amani herkende haar zoon wel. Jaja.
Nu ze hierover nadacht herinnerde ze zich weer een stukje van een van de nachten met Proud.
‘Dus je hebt een dochter?’ ‘Ja, reken maar. Padeau heet ze. En ik heb een zoon, van mijn vroegere partner.’ ‘Oh.’ Heb ik hem nou gekwetst? ‘Maar we zijn niet meer samen.’ ‘Ah.’
Meer schoot er niet te binnen. Dit maakte haar wel gelukkig, de herinnering hoe ze hem vrolijk kon maken. Ze wist niet meer hoe en wanneer maar ze wist dat zij en de Proud een tijdje later samen moesten lachen. En dat was weer alles.
Amani grijnsde licht en ging langzamer rennen, het galopperen vervaagde in een langzame draf. Misschien zou ze toch nog kunnen slapen vannacht.
Met die gedachte stopte ze een abrupte stop en ging liggen nadat ze de omgeving waar ze neer wou ploffen had gecheckt.
Daar wachtte ze op de slaap die de strijd zou winnen van haar oogleden die nu nog open waren.
ALLEEN PAINTED!
Warme rillingen trokken over haar rug bij de gedachte aan de hengst die ze had ontmoet op Highholdback. Paint me Proud. De zwarte hengst. De volgende nacht daarvan had hij zichzelf helemaal beschreven. Arabisch volbloed, zwart als de nacht, één slechtziend oog.
‘Paint…’ ‘Ja, van Paint me Proud.’ ‘Ja ja, ik weet het.’ ‘Maar wat is jouw naam?’
Op dat punt had ze het warm gehad, haar hoofd werd gloeiend heet. Nadat ze de hengst had ontmoet had ze haar eigen naam nog niet gezegd. Dat was een foutje.
Amani grinnikte zachtjes.
‘Amani.’ ‘Amani… wauw.’ Houdt hij er niet van? Niet van mijn naam? Was het niet zoals verwacht? Te lelijk? ‘Wauw wat?’ ‘Mooie naam.’ Oh.. ‘Dankje.’
De rest van de avond kon ze verbazingwekkend niet meer voor de geest halen. Een teleurgesteld gevoel vulde haar en ze kropte de verdrietige emoties diep op. Geen gehuil nu, ze was geen baby.
Amani wist wel dat ze moeite had gehad met de naam, het eerste gedeelte vooral. Paint… Paint zoals van Painted Black.
Amani had toen heel wat paranoia dagen achter de rug, bij ieder geluid van een paard dacht ze dat het Padeau of Painted Black was en bij ieder ander geluid dacht ze dat het een mens was. Want dat waren de dagen dat ze niet bij Seriny was. Het perfecte mens en trainer. De rots in de branding.
Somber hing ze haar hoofd wat naar beneden. Ze had vaak nachten wakker gelegen en iedere nacht had ze dan weer opgenoemd hoe erg ze de brand haatte, hoe erg ze vuur haatte, hoe erg ze alles haatte. Zonder het vuur zat ze nog in de stal, met brokken en borstels en trainingsdagen en Paint me Proud…
Amani had stiekem een crush op de hengst gehad, de zwarte hengst met de zware brommende stem en de perfectie in zijn handelingen, hoe hij haar hielp.
Amani zuchtte hard en liep verder. Dit zou waarschijnlijk een lange nacht worden. Tastend baande ze zich een weg door het veld en na 80 procent zeker te weten dat ze veilig harder kon gaan zette ze een beheerst galopje in. De koelte van de avondlucht hielp haar om rustig na te denken.
Na een tijdje gerend te hebben verscheen er een glimlach op haar gezicht. Ze moest niet zeuren en genieten. Ondanks haar blindte kon ze veel dingen doen en ze had twee veulens like the best. Laatst had ze Aamir nog ‘gezien’, hij had haar bijna over het hoofd gezien maar Amani herkende haar zoon wel. Jaja.
Nu ze hierover nadacht herinnerde ze zich weer een stukje van een van de nachten met Proud.
‘Dus je hebt een dochter?’ ‘Ja, reken maar. Padeau heet ze. En ik heb een zoon, van mijn vroegere partner.’ ‘Oh.’ Heb ik hem nou gekwetst? ‘Maar we zijn niet meer samen.’ ‘Ah.’
Meer schoot er niet te binnen. Dit maakte haar wel gelukkig, de herinnering hoe ze hem vrolijk kon maken. Ze wist niet meer hoe en wanneer maar ze wist dat zij en de Proud een tijdje later samen moesten lachen. En dat was weer alles.
Amani grijnsde licht en ging langzamer rennen, het galopperen vervaagde in een langzame draf. Misschien zou ze toch nog kunnen slapen vannacht.
Met die gedachte stopte ze een abrupte stop en ging liggen nadat ze de omgeving waar ze neer wou ploffen had gecheckt.
Daar wachtte ze op de slaap die de strijd zou winnen van haar oogleden die nu nog open waren.
ALLEEN PAINTED!