’Vlinder , vlinder in het water, vlinder, vlinder for the win!’ met een bigsmile gezicht keek ze naar een poeltje waar een stuk of drie vliegbeesten in zaten, waaronder 1 vlindertje. Het verschil tussen de twee andere beesten en het vlindertje waren dat de twee al dood waren en het vlindertje nu dood aan het gaan was als niemand hem hielp. Helaas kwam dat niet op in het kinderlijke brein van Daesha. ’Fladder!’ vrolijk steigerde ze zonder haar ogen van het vlindertje los te laten.
Nadat ze heel even had toegekeken naar het torture van de vlinder stak ze haar snoet in het water en probeerde de vlinder op haar neus te leggen door haar neus in een kringetje door het water te laten gaan en soms met haar neus omhoog te komen. Na een klein tijdje lukte het en balanceerde ze een uitgeput maar levend vlindertje. Zijn vlinders zaten alleen wel dichtgeplakt.
’Oeeeeh!’ De vlinder viel en met een hap, en daarna een kauw en een slik was het vlindertje in de slokdarm gegleden. ’Euh. Iewwww! MAMAAAA!’ brulde ze met een gezicht alsof ze net in een citroen gebeten had. ’PAPAAAAA!’ brulde ze net zo hard. ’Vlinder?’ vroeg ze met een sip gezichtje. ’IK WIL MIJN FLADDER! FLADDER!’ huilde ze opeens. ’Waar is mijn Fla-ha-der?’ pruilde ze zachtjes.
Opeens hoorde ze geritsel in de bosjes achter haar en gelijk was ze het vlindertje in haar maag vergeten. ’Ritsel in de bosjes!’ praatte ze vrolijk. ’Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is…. JIJ!’ oh… ’Waar je ook bent.’ zei ze nadat ze haar hoofd over het bosje had gestoken.
Ze fronste en gaf het op na een kleine 2 minuten. Dan was er niemand. Of… diegene wilde gewoon dat Daesha hem niet vond. Haha nu had ze de driedubbele energie om door te gaan. ’IK VIND JE WEL!’ strijdlustig pakte ze een takje dat nog aan de bosjes hing en rukte dat er met een woest gebaar af. Obsessed door deze move pakte ze de tak en ging als een soort pyromaan de koppen van de bloemetjes slopen door wilde bewegingen te maken met haar hoofd.
’Nope geen bloemen meer.’ en daar huppelde ze alweer weg, opzoek naar iets om te eten. Het liefst had ze nu een konijntje. Maar apenbil was ook lekker. Eigenlijk nog nooit geproefd. ’Ik wil een aap!’
Opeens zag ze daar een ander veulengeval. Bij Daesha was het ‘goed en slecht’ gedoe nog niet echt doorgedrongen, bij haar was het eerder ‘vrienden al wil je het niet’. Met een cross-galop stormde ze op het veulen af en slingerde zich tegen het lichaam aan zodat Daesha viel. ’HAHAHAHAHA! GOTCHA!’ gierde ze onbezorgd. ’Hoi ik ben Daesha, wil je vrienden zijn? En wie ben jij? En waar zijn je ouders? En waar zijn de mijne?’
Whait. ’Wacht! Waar is mijn mammie? En mijn pappie?’ verschrikt keek ze achter zich, onder haar buik en ze tilde haar hoef zelfs op. ’Nah, hier zijn ze niet dus.’ en ze glimlachte breed.
Vaseline 8D oftewel Vasilisa
Nadat ze heel even had toegekeken naar het torture van de vlinder stak ze haar snoet in het water en probeerde de vlinder op haar neus te leggen door haar neus in een kringetje door het water te laten gaan en soms met haar neus omhoog te komen. Na een klein tijdje lukte het en balanceerde ze een uitgeput maar levend vlindertje. Zijn vlinders zaten alleen wel dichtgeplakt.
’Oeeeeh!’ De vlinder viel en met een hap, en daarna een kauw en een slik was het vlindertje in de slokdarm gegleden. ’Euh. Iewwww! MAMAAAA!’ brulde ze met een gezicht alsof ze net in een citroen gebeten had. ’PAPAAAAA!’ brulde ze net zo hard. ’Vlinder?’ vroeg ze met een sip gezichtje. ’IK WIL MIJN FLADDER! FLADDER!’ huilde ze opeens. ’Waar is mijn Fla-ha-der?’ pruilde ze zachtjes.
Opeens hoorde ze geritsel in de bosjes achter haar en gelijk was ze het vlindertje in haar maag vergeten. ’Ritsel in de bosjes!’ praatte ze vrolijk. ’Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is…. JIJ!’ oh… ’Waar je ook bent.’ zei ze nadat ze haar hoofd over het bosje had gestoken.
Ze fronste en gaf het op na een kleine 2 minuten. Dan was er niemand. Of… diegene wilde gewoon dat Daesha hem niet vond. Haha nu had ze de driedubbele energie om door te gaan. ’IK VIND JE WEL!’ strijdlustig pakte ze een takje dat nog aan de bosjes hing en rukte dat er met een woest gebaar af. Obsessed door deze move pakte ze de tak en ging als een soort pyromaan de koppen van de bloemetjes slopen door wilde bewegingen te maken met haar hoofd.
’Nope geen bloemen meer.’ en daar huppelde ze alweer weg, opzoek naar iets om te eten. Het liefst had ze nu een konijntje. Maar apenbil was ook lekker. Eigenlijk nog nooit geproefd. ’Ik wil een aap!’
Opeens zag ze daar een ander veulengeval. Bij Daesha was het ‘goed en slecht’ gedoe nog niet echt doorgedrongen, bij haar was het eerder ‘vrienden al wil je het niet’. Met een cross-galop stormde ze op het veulen af en slingerde zich tegen het lichaam aan zodat Daesha viel. ’HAHAHAHAHA! GOTCHA!’ gierde ze onbezorgd. ’Hoi ik ben Daesha, wil je vrienden zijn? En wie ben jij? En waar zijn je ouders? En waar zijn de mijne?’
Whait. ’Wacht! Waar is mijn mammie? En mijn pappie?’ verschrikt keek ze achter zich, onder haar buik en ze tilde haar hoef zelfs op. ’Nah, hier zijn ze niet dus.’ en ze glimlachte breed.
Vaseline 8D oftewel Vasilisa