• S A F I R A •
De kleine bruine merrie schoot door het bos. Haar lange blonde manen wapperden op haar schouders. Een glimlach krulde zich om haar mond en in haar ogen waren pret lichtjes zichtbaar. Ze hield echt van het bos, de geluiden, de geuren, de dieren. Het maakte haar gewoon blij. Binnenkort, nou nu, zou ze hinniken naar Pearl. Ze zou zich bij de kudde willen voegen. Tot haar spijt had het haar een hele tijd geduurd eer ze een goed passende kudde wist. Ze had geruchten gehoord dat Dènali een nieuwe kudde leidster had. Ze zou zich ‘aanmelden’ voor de kudde en met een goede en frisse start het ‘sollicitatiegesprek’ in gaan. Een kleine glimlach krulde rond haar lippen. Het zweet stond intussen op de flanken van de merrie. Ze minderde vaart, ze begon te stappen en keek eens even om haar heen. Het was een mooie plek. Ze was op een ronde open plek te midden van het bos. het begon wat te schemeren en het gras kietelde rond haar benen. Ze keek naar het lange verleidelijke gras en trok er toen snel een paar pollen van uit. Ze kauwde het gras even en slikte het toen door, ze kon het niet laten om nog meer pollen uit de grond te trekken. Het was nog redelijk warm voor het tijdstip. Toen ze een pluk gras uit de grond trok was haar voorpluk voor haar ogen gevallen. Haar groen/grijze ogen waren nu niet zichtbaar meer. Haar kleine oortjes stonden oplettend naar voren en luisterde goed naar wat er om haar heen gebeurde. Ze snoof even de lekkere geur van het gras op. Ze was echt gefascineerd door de wonderen der natuur. De zon streek over haar vacht als een warm paar handen die haar vacht streelde. Ze had haar hoofd naar de hemel gericht en sloot haar ogen om te genieten van de zon. Haar manen krulde licht omhoog aan de puntjes. Op haar vacht waren vage groene vlekken zichtbaar, ze was vies. Maar het deerde haar niet. In het wild had je immers geen rare tweevoeters die je vacht schoon hielden. Je had geen tweevoeters die op je sprongen en je rare buigingen en rondes lieten lopen. In het wild had je kortgezegd geen tweevoeters. En ook dat maakte haar blij, het gevoel dat je uiteindelijk vrij was. Dat het pijnigen voorbij was en je lang en gelukkig leefde. Dat laatste was enkel alsnog niet van toepassing. Je bleef slechte paarden houden, je kon moeilijk zeggen dat je ze verband. Het zijn ook organismen die een leven verdienen. Al twijfelt Safira daar we eens aan. Volgens haar zou de wereld niet mogen bestaan uit gemene paarden en goede paarden. Er mochten zich geen oorlogen voor doen en al helemaal niet waar de paarden van Dream Horses bij betrokken waren. Hier kon zij echter niets aan doen. Maar wat ze wel kon doen was het voor haarzelf wat veiliger maken door zich bij een kudde te voegen. Ze zou stomverbaasd zijn als ze in geen enkele kudde terecht zou mogen. Het zou misschien niet de eerste zijn, maar wel één. Desnoods.. ze kon het bijna niet denken, maar. Desnoods zou ze naar een slechte kudde gaan. Mm, nu ze het zo dacht was het eigenlijk helemaal geen goed idee om dat te doen. De andere paarden zouden gelijk merken dat ze een goed paard was, ze zouden haar pijn doen, woedend worden. Ze had ze immers bedrogen en voorgelogen. Ze had gezegd dat ze slecht was, zich voorgedaan als een slechte, terwijl ze dit niet was. Ze had in eerste instantie niet nagedacht over die mogelijkheid. Ze zou het houden bij de twee goede en de neutrale kudde. Er was natuurlijk ook een kans dat Pearl haar in een keer wilde toelaten tot de kudde. Dan was er geen rede van paniek.
Maar voor dat ze helemaal vooruit moest gaan denken, zou ze eerst Pearl moeten roepen. Ze zou een hinnik uit stoten die hard genoeg was, dat Pearl het kon horen. Ze brieste eventjes en schudde kort haar manen los van haar hals. ze haalde eens diep adem en hinnikte zo luid als nodig was. Ze hoopte op een spoedige komst van de merrie…
[Hinnik voor Pearl.]