Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

The place she was killed - Kay

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Anaïs

Anaïs

Het was zomer. Het had lang geduurd voor de zon op zijn warmste punt kwam. Blauwe lucht en de zon. Ook op deze dodelijke plek. Schaduw en duister was gewenst en daarom kwam ze hier vaak als het nacht was. Dan was alles veel beter. Ze snoof luid en haar donkere ogen gleden over de zonnige omgeving. Ze herkende het hier nog enorm goed en de herinnering was heerlijk. Hier was de plaats van de moord, lang geleden. Ongeveer twee jaar was het geleden dat de witte merrie vermoord was. Pure haat was te vinden in het gebied en alleen geschreeuw van pijn en woede was te horen. Veel bloed raakte verloren van alle paarden die erbij waren. De leden van de kudde vochten mee met de witte merrie, maar sommigen hoorden bij haar. Het was toch gelukt de merrie een rake slag te verkopen en toen was het voorbij. De beelden schoten door haar heen en een valse grijns sierde haar lippen. Velen waren vertrokken toen de merrie vermoord was. Velen waren razend op haar, maar dat maakte niets uit. Het moest. Ze schudde met haar dikke manen en stapte verder. Het was te zonnig en dat haatte ze. Enorm veel vliegen vielen haar lastig en haar staart kreeg niet elk insect weg. Ze drukte haar oren in haar nek en stopte alweer. Waar was de verdomde schaduw? Haar gezichtsveld merkte een grote boom op. Hij was redelijk dik en breed, maar het was een dode boom. Ze stapte in de richting van de boom en stopte net waar de schaduw zich bevond. Beter. Ze sloeg met haar zwarte staart heen en weer. Haar manen waren enorm gegroeid en dat gaf een mooier effect op haar lichaam. Ze had meer spieren gekweekt en was nog een stuk gegroeid. Haar bouw was van haar vader, fijn maar toch gespierd. Haar bekende tekening zat verstopt onder de lange pluk op haar hoofd. Ze wist niet of iemand haar nu nog herkende want ze was veranderd. Ze was mooier en fijner, niet zo breed en lelijk als haar moeder was. Ze had de bouw helemaal van de zwarte hengst. Anaïs draaide met haar oren en gekrijs van gieren was te horen. Nog een paard dat het leven had beïndigt. Maar niet door haar. Ze had een tijd niet meer gemoord, maar dat kwam vast nog terug. Ze snoof luid en een bekende geur drong haar neus binnen. Ze wist niet zeker of het iemand was die ze moest of haatte. Veel maakte het niet uit. Als het paard in haar richting kwam en een verkeerde indruk maakte, had deze een probleem.

Kay

Kay

Kay

Hij hoofd hing laag bij de grond. Hij snoof tegen de as op de grond, waardoor kleine asdeeltjes omhoog dwarrelden en in zijn luchtwegen kwamen. Hij kuchte daardoor een paar keer hees, om het vuil uit zijn longen te krijgen. Hij bleef staan waar hij stond, zijn ogen op de grond gericht.
Hij vond het zo vreemd. As was zo extreem vruchtbaar, waarom was deze plek dan nog lang niet in een jungle veranderd? Niet dat hij zich extreem in natuur verdiepte. Dit vond hij toch wel uiterst merkwaardig. In de jaren dat hij weg was geweest, stond er zoals altijd nog geen één plantje. Geen één grassprietje. Niks, helemaal niks.
De hengst hief zijn hoofd weer. Hij schudde zijn lichaam uit, waardoor stof van zijn lichaam af dwarrelden. Hij ogen draaiden eens vluchtig in het rond. Zijn oren probeerden eventuele geluiden op te vangen. Maar het was stil. Zijn ogen draaiden naar de enorme vulkaan midden in het gebied. Hij staarde een paar seconden naar de dode vulkaan. Hij was dood, net als hij gebied. En als je het over dood had, er vlogen twee gieren over zijn kop heen.
Zijn ogen volgden de dieren in de helderblauwe lucht. Ze krijsten, en begonnen een paar kilometer ver als zwarte stipjes rondjes te cirkelen. Ze hadden hun aas gevonden. Hij walgde van die dieren. Aaseters.

Hij zwiepte met zijn staart. Het was warm. Zomer was weer begonnen. Hij zuchtte. Hij had weinig puf vandaag. Hij was moe, omdat hij meestal 's nachts rondzwierf. Hij schudde met zijn kop, en wendde toen zijn kop naar zijn flank. Zijn tanden hapten een beetje onhandig naar een plek, maar hij kon juist niet bij dat éne plekje dat verschrikkelijk jeukte. Hij probeerde zijn hoofd zo te draaien, dat hij het plekje vanuit een andere hoek te benaderen. Maar hoe hij zijn hoofd ook draaide, hij kon het plekje niet bereiken met zijn tanden.
Hij knarsetandde. Zijn oren draaiden wat naar achteren. Waarom kon hij dat verdomde plekje nou niet bereiken. Toen hief hij zijn achterbeen, en begon naar het plekje te schoppen. Toen vond de punt van zijn hoef het plekje. Hij brieste terwijl hij eindelijk van de jeuk werd verlost. Yeah!
Opeens zag hij bij het boompje dat even verderop stond een gedaante, die er eerder niet stond. Direct was zijn interesse op de schim gevestigd. Hij kantelde zijn kop een beetje. Toen begon hij maar langzaam naar de gedaante te sloffen. Hij struikelde een paar keer over zijn eigen benen, waardoor hij luid binnensmonds vreselijke scheldwoorden begon te zeggen.
Langzaam kwam de gedaante beter in zicht. Toen hij de geur van het paard rook kwam die bekend voor. Verrassend, wie was nog bekend deze dagen voor hem. Hij was direct actiever. Zijn hoofd hief hij vorstelijk en hij maakte zich groter. Zijn hoeven werden beter opgetild en hij snoof eens luid.
Opeens werd het duidelijk wie in zijn gezichtsveld stond. Zijn mondhoeken krulden op tot een geamuseerde grijns.
Toen hij voor de merrie stond keek hij haar aan. Haar kol was onzichtbaar geworden door de langer geworden manen.
‘Zo zo.’ Hij keek Anaïs aan met zijn ijsblauwe ogen. ‘Het prinsesje van de Horcrux is weer terug,’ zei hij spottend tegen de bruine merrie. Hij rolde even met zijn ogen.
‘Waar heb jij al die tijd gezeten, Anaïs?’

Anaïs

Anaïs

De geur werd steeds sterker. Ze richtte haar aandacht even op de gieren die op een plek verderop rondzweefden. Ze draaide haar ene oor richting het geluid van een paar hoefstappen. Je hoorde het maar zacht, want in het as hoorde je niet snel iets. Toen alles dichterbij kwam, draaide ze haar hoofd. Een bonte hengst was in haar gezichtsveld gekomen en hij stopte vlak bij haar. De ijsblauwe ogen herkende ze meteen en een grijns sierde haar lippen. Ook de stem was meteen bekend voor haar.‘Zo zo.’‘Het prinsesje van de Horcrux is weer terug,’‘Waar heb jij al die tijd gezeten, Anaïs?’ Haar donkere ogen boorde ze in de blauwe ogen van de bonte hengst. Ze grijnsde vals en pretlichtjes verschenen in haar blik. Ze sloeg een keer met haar staart om de laatste vliegen neer te slaan. "Kay, dat is een lange tijd geleden. Je bent veel veranderd in elk geval. Goedzo." Nog steeds met die grijns op haar snuit. Ze vond het best fijn om hem nog eens te zien. In haar ogen was hij veel gespierder geworden, maar dat was normaal. Dat had zij ook. Al was ze veel fijner en mooier dan haar moeder. Ze knikte heel even. "Ach, van de Horcrux kan je het niet meer noemen. Het is uit de familie en de kudde betekend dan ook niets meer. Heel inactief heb ik vernomen." Velen waren weg. Niemand kende ze nog van de slechte paarden, buiten een paar dan. Ze keek kort naar de vulkaan die nog steeds dood leek te zijn. Hij mocht wel eens uitbarsten. Al die goedzakken waren dan verleden tijd. Ze snoof kort en merkte op dat ze de laatste vraag nog moest beantwoorden. "Overal ter wereld. Ik heb met een groep de wereld rondgereisd, maar er is teveel gebeurd. De halve groep leeft intussen niet meer, maar ik kom hierheen om nog een paar paarden wraak te kunnen geven. Of zij geven mij wraak, maar dat maakt mij niet veel uit." Ze bedacht nog een paar namen. Ze moest nog wel een paar wraakacties nemen. Als die paarden hier nog waren. Ze veegde de grijns van haar snuit en richtte haar kalm en ontspannen naar de hengst toe.

Kay

Kay

Kay had de merrie vrijwel direct herkend. Ook al had hij duidelijk gezien dat zij het was. Geen wonder, ze had de merrie zien opgroeien van veulen tot dreumes en verder. Hij was zelfs bij de geboorte van de merrie geweest. En nu was ze een volwassen, volgroeide sterke merrie. Ze scheelden niet veel in leeftijd. Daarentegen was scheelden ze wel veel in schofthoogte. Ze was hem ruimschoots voorbij gegroeid. Weer zo'n ergerpuntje. Zelfs de merrietjes waarbij hij vroeger makkelijk naast kon staan, groeiden hem altijd voorbij.
De merrie kreeg direct toen ze een grijns op haar smoel afgedrukt. Even wiebelde de hengst met zijn wenkbrauwen. De merrie had hem herkend. Natuurlijk, hij was origineel. Iedereen die ooit Kay hadden ontmoet, die misten hem niet nog een keer. Met zijn kleine stokmaat en zijn gespierde lichaam en lange dikke manen, toch was hij nog redelijk smal gebouwd. Het Welsh bloed gierde door zijn aderen, en dat was goed af te lezen in zijn lichaam, waar misschien iets te veel vet op zat. Maar hij moest eerlijk zijn: Nog nooit eerder was hij zo in topvorm geweest. Al had hij zijn trainingsschema's een beetje versoepeld en deed hij niet zo veel meer als vroeger om zijn lichaam goed op pijl te houden.
"Kay, dat is een lange tijd geleden. Je bent veel veranderd in elk geval. Goedzo." Hij snoof eens zacht. "Dat is een lange tijd geleden." Hoe cliché. Hij schudde even zijn dikke manen heen en weer, zodat kort zijn grote litteken op zijn dikke hals zichtbaar was, maar al snel vielen de dikke, vettige plukken manen er alweer overheen. Zijn voorpluk precies zo, zodat zijn ijsblauwe ogen ogen zichtbaar waren, zodat zijn gesprekspartner recht in de starende blik van hem keek en de pretlichtjes in zijn ogen kon zien schitteren.
De merrie had het erover dat hij was veranderd. Natuurlijk, hij was veel hotter geworden. Gelukkig zag de merrie dat hij extreem onweerstaanbaar was. Als hij nou maar een tikkie groter was, dan was het plaatje van hem helemaal compleet. Maar hij was niet groter, hij was klein. En dat stak hem als een doorn in het oog, telkens als hij in zijn eigen spiegelbeeld keek.
‘Natuúrlijk ben ik verandert. Ik ben veel hotter geworden, hèa?’ grapte hij. Hij wiebelde met zijn wenkbrauwen op en neer en een speelse grijns sierde zijn gezicht, wat het plaatje compleet maakte. Een paar plukken hingen sullig over zijn oren, die hij ontspannen opzij had gericht.
"Ach, van de Horcrux kan je het niet meer noemen. Het is uit de familie en de kudde betekend dan ook niets meer. Heel inactief heb ik vernomen." Hij lachte hardop. De kudde had nooit in de familie gezeten. Pfft, misschien had Deina hem opgevolgd, maar dat betekende niet dat de kudde in de familie zat. Die kudde werd van leider naar leider gegooid. Niks familie. En de kudde was inderdaad niet veel meer waard. Enkel een paar wannabes die gezellig theaparties hielden. Nee, de naam van de Horcrux was besmet door alle mislukte leiders. Eigenlijk moest hij maar het eens laten zien hoe het moest. Maar daar was hij praktisch gezien te lui voor. En hij had gehoord dat Miss Aaliyah de kudde had uitgedaagd. Misschien zou dat wat worden, want met Witveer werd het ook niks meer.
‘Inactief zeker. Maar dat Horcrux niks betekent is niet waar. Immers is de kudde nooit in jouw familie gezeten, aangezien ze door Segué is opgericht, heb jij niet het recht om te zeggen dat het 'in de familie' zat,’ sprak hij de merrie toen tegen. Hij wilde merries toch altijd met zijn intelligentie verslaan. Hij wist dat hij slimmer was, merries waren gewoon altijd dom. Misschien zat de kudde één generatie in de kudde, maar meer niet. Hij zou een tweede generatie krijgen, totdat Nar de kudde uitdaagde, en het hele goedje als een pudding in elkaar zakte. Jammer, erg jammer. Hij moest zeggen, al deed het pijn in zijn hart, dat Deina wel goed werk had verricht.
"Overal ter wereld. Ik heb met een groep de wereld rondgereisd, maar er is teveel gebeurd. De halve groep leeft intussen niet meer, maar ik kom hierheen om nog een paar paarden wraak te kunnen geven. Of zij geven mij wraak, maar dat maakt mij niet veel uit." Hij had naar de woorden van de merrie geluisterd. Veel interessants had ze niet gezegd, een clubje paarden, een beetje wraak, wat paarden dood. Niets bijzonders, veel paarden die óf aan Deina's zijde vochten, óf die van Anaïs, daar liep het meestal niet goed of. Dus hij zou er vanaf volgt goed erover nadenken als hij een Deina/Anaïs bloedlijn paard zou tegenkomen.
‘Ah.’ Meer zei hij niet tegen de merrie. Hij smakte een paar keer en wendde toen zijn ogen af van de merrie. Hij schudde zijn hoofd en staarde even naar het zielige boompje. Het was een zielig gebied, waarom hing hij hier eigenlijk uit? Het was een nutteloos en leeg gebied. En nutteloos was alles behalve leuk. Je kon er zelfs niet eten. En dan was het wel ernstig nutteloos.

Anaïs

Anaïs

Haar donkere ogen gleden over de kleine gespierde hengst. Ze vond het best grappig dat ze zo gegroeid was. Ze was in zijn buurt geboren en groeide steeds beter, tot ze groter dan hem was. Niet dat klein zijn verkeerd was. Ze snoof even en luisterde kalm naar zijn woorden. "Natuúrlijk ben ik verandert. Ik ben veel hotter geworden, hèa" Ze grijnsde breed en keek in de ijsblauwe ogen. Ze sloeg kort met haar staart naar de lastige vliegen en knikte maar even. Ook al had ze geen enkel antwoord en geen enkele mening over de woorden. Daar praatte ze nooit over. Daar dacht ze niet eens aan. Vroeger vond ze Zephyr hot, maar het interesseerde haar niet zoveel meer. Een partner had je niet nodig. Oke, ze moest haar wel eens voortplanten voor haar bloedlijn, verder niets. "Als jij het zo noemt, zal ik maar instemmen." Haar stem was kalm en ontspannen. Ze was veranderd in woorden en houding. Vroeger dacht ze altijd om duister, kil en gemeen te doen. Al hoefde dat helemaal niet. Zeker niet bij iemand dat je kende. Net op dat moment begon de hengst haar tegen te spreken. Hij noemde het helemaal niet 'in de familie.' Dat was zijn mening. Ze was erin geboren terwijl haar moeder leidster was. Dat was voor haar een stuk familie. Nu was het al twee jaar niet meer, maar dat boeide haar niet. "Zo noem jij het ja. Ik heb daar een hele andere mening voor, maar dat is normaal hm?" Ze grijnsde licht naar de bonte hengst. Over haar leven zei hij niet zoveel. Ze had natuurlijk niets extreem meegemaakt buiten Dreamhorses, maar het was zeker de moeite waard. Hij antwoordde ook heel rustig en droog. Zijn keuze. Ze zei niets meer nu. Ze had gewoon niets zinnig om te zeggen. Er was te weinig gebeurd, maar ze zou er nog voor zorgen dat er meer gebeurde. Ze snoof kort en keek heel even naar de omgeving. Het was stil en warm. Ze stampte met haar hoef op de grond. Stomme zomer!

Kay

Kay

Hij voelde zich extreem bekeken door de merrie toen ze haar donkere ogen over hem heen liet glijden. Ja, hij wist dat hij een lekker lichaam had, en hij snapte waarom ze die even moest bekijken als merrie zijnde die zich natuurlijk heél erg aangetrokken voelde, maar toch was het niet prettig. Haar ogen voelden keurend, alsof hij zich bij haar moest bewijzen. Hij wist dat niet hoefde. Anaïs kende hem, en zij wist dat hij sterk was. En hij wist dat hij sterker was dan haar. En misschien had ze dat zelf ook wel door. Hij kon haar gemakkelijk aan, hij had meer ervaring. Pfft, wat wilde je ook met Deina als moeder...
Hij schudde zijn robuuste kop. Zijn dikke, vette manen sloegen om zijn hoofd heen en vielen in de war over zijn brede hals. Zijn ijsblauwe ogen priemden in haar ogen. Zijn neus was dominant geheven en zijn hoofd stond koninklijk geheven, waardoor de spieren in zijn hals goed zichtbaar waren. Hij maakte zich groot.
"Als jij het zo noemt, zal ik maar instemmen." Hij lachte schuddend zijn hoofd. Het wás zo. Hij wás extreem sexy. Hij had een originele kleur voor een slecht paard - die bijna allemaal zwart waren, wat ironisch - en zijn lange dikke manen en zijn ijsblauwe ogen. Hij brieste.
‘Kom op, ik ben sexy. En jij vind dat ook, ondanks ik dat zeg.’ Hij ging door op het onderwerp. Al had ze gezegd dat hij sexy was, hij wilde het rechtstreeks van haar horen. Niet omdat hij dat had gezegd over zichzelf. Hij krulde zijn hals hoog op, zijn dikke staart hief hij iets en hij hief zijn voorbeen, zodat de spieren in zijn schouders zichtbaar waren. Hij spande zijn achterhand aan, alsof hij van plan was een enorme sprong te maken. Hij keek haar diep in de ogen met een quasi zwoele blik in zijn ogen en een grijns op zijn gezicht en hij wiebelde zijn wenkbrauwen op en neer. Daarna lachte hij, en nam zijn ontspannen en dominante houding weer aan.
"Zo noem jij het ja. Ik heb daar een hele andere mening voor, maar dat is normaal hm?" Urgh, de merrie was koppig. Hij had gelijk, serieus. En als je een kudde wist te houden door activiteit, en dat je angstaanjagend was dan durfde niemand je uit te dagen, dan won je van de uitdagers. En dan kon je hem écht generaties lang houden. Echter wad dat mislukt.
Hij schudde zijn hoofd. ‘Je weét dat ik gelijk heb, Anaïs.’ Hij sprak haar naam een beetje spottend uit. Hij irriteerde zich nu aan de merrie. Waarom wilde ze zo betweterig doen terwijl hij gelijk had. Hij snoof eens spottend en keek toen weer naar de merrie. De sfeer moest even veranderen, het was zo gezellig in het begin.
‘Maar.. Wat doe je terug in DreamHorses, wat moet je hier?’ Hij probeerde zijn stem niet vreselijk geïrriteerd te laten klinken. Dat lukte, zo ongeveer. Hij keek de merrie een beetje geïnteresseerd aan. ‘Als ik vragen mag,’ voegde hij er als een echte gentleman aan toe.

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum