Kay had de merrie vrijwel direct herkend. Ook al had hij duidelijk gezien dat zij het was. Geen wonder, ze had de merrie zien opgroeien van veulen tot dreumes en verder. Hij was zelfs bij de geboorte van de merrie geweest. En nu was ze een volwassen, volgroeide sterke merrie. Ze scheelden niet veel in leeftijd. Daarentegen was scheelden ze wel veel in schofthoogte. Ze was hem ruimschoots voorbij gegroeid. Weer zo'n ergerpuntje. Zelfs de merrietjes waarbij hij vroeger makkelijk naast kon staan, groeiden hem altijd voorbij.
De merrie kreeg direct toen ze een grijns op haar smoel afgedrukt. Even wiebelde de hengst met zijn wenkbrauwen. De merrie had hem herkend. Natuurlijk, hij was origineel. Iedereen die ooit Kay hadden ontmoet, die misten hem niet nog een keer. Met zijn kleine stokmaat en zijn gespierde lichaam en lange dikke manen, toch was hij nog redelijk smal gebouwd. Het Welsh bloed gierde door zijn aderen, en dat was goed af te lezen in zijn lichaam, waar misschien iets te veel vet op zat. Maar hij moest eerlijk zijn: Nog nooit eerder was hij zo in topvorm geweest. Al had hij zijn trainingsschema's een beetje versoepeld en deed hij niet zo veel meer als vroeger om zijn lichaam goed op pijl te houden.
"Kay, dat is een lange tijd geleden. Je bent veel veranderd in elk geval. Goedzo." Hij snoof eens zacht. "Dat is een lange tijd geleden." Hoe cliché. Hij schudde even zijn dikke manen heen en weer, zodat kort zijn grote litteken op zijn dikke hals zichtbaar was, maar al snel vielen de dikke, vettige plukken manen er alweer overheen. Zijn voorpluk precies zo, zodat zijn ijsblauwe ogen ogen zichtbaar waren, zodat zijn gesprekspartner recht in de starende blik van hem keek en de pretlichtjes in zijn ogen kon zien schitteren.
De merrie had het erover dat hij was veranderd. Natuurlijk, hij was veel hotter geworden. Gelukkig zag de merrie dat hij extreem onweerstaanbaar was. Als hij nou maar een tikkie groter was, dan was het plaatje van hem helemaal compleet. Maar hij was niet groter, hij was klein. En dat stak hem als een doorn in het oog, telkens als hij in zijn eigen spiegelbeeld keek.
‘Natuúrlijk ben ik verandert. Ik ben veel hotter geworden, hèa?’ grapte hij. Hij wiebelde met zijn wenkbrauwen op en neer en een speelse grijns sierde zijn gezicht, wat het plaatje compleet maakte. Een paar plukken hingen sullig over zijn oren, die hij ontspannen opzij had gericht.
"Ach, van de Horcrux kan je het niet meer noemen. Het is uit de familie en de kudde betekend dan ook niets meer. Heel inactief heb ik vernomen." Hij lachte hardop. De kudde had nooit in de familie gezeten. Pfft, misschien had Deina hem opgevolgd, maar dat betekende niet dat de kudde in de familie zat. Die kudde werd van leider naar leider gegooid. Niks familie. En de kudde was inderdaad niet veel meer waard. Enkel een paar wannabes die gezellig theaparties hielden. Nee, de naam van de Horcrux was besmet door alle mislukte leiders. Eigenlijk moest hij maar het eens laten zien hoe het moest. Maar daar was hij praktisch gezien te lui voor. En hij had gehoord dat Miss Aaliyah de kudde had uitgedaagd. Misschien zou dat wat worden, want met Witveer werd het ook niks meer.
‘Inactief zeker. Maar dat Horcrux niks betekent is niet waar. Immers is de kudde nooit in jouw familie gezeten, aangezien ze door Segué is opgericht, heb jij niet het recht om te zeggen dat het 'in de familie' zat,’ sprak hij de merrie toen tegen. Hij wilde merries toch altijd met zijn intelligentie verslaan. Hij wist dat hij slimmer was, merries waren gewoon altijd dom. Misschien zat de kudde één generatie in de kudde, maar meer niet. Hij zou een tweede generatie krijgen, totdat Nar de kudde uitdaagde, en het hele goedje als een pudding in elkaar zakte. Jammer, erg jammer. Hij moest zeggen, al deed het pijn in zijn hart, dat Deina wel goed werk had verricht.
"Overal ter wereld. Ik heb met een groep de wereld rondgereisd, maar er is teveel gebeurd. De halve groep leeft intussen niet meer, maar ik kom hierheen om nog een paar paarden wraak te kunnen geven. Of zij geven mij wraak, maar dat maakt mij niet veel uit." Hij had naar de woorden van de merrie geluisterd. Veel interessants had ze niet gezegd, een clubje paarden, een beetje wraak, wat paarden dood. Niets bijzonders, veel paarden die óf aan Deina's zijde vochten, óf die van Anaïs, daar liep het meestal niet goed of. Dus hij zou er vanaf volgt goed erover nadenken als hij een Deina/Anaïs bloedlijn paard zou tegenkomen.
‘Ah.’ Meer zei hij niet tegen de merrie. Hij smakte een paar keer en wendde toen zijn ogen af van de merrie. Hij schudde zijn hoofd en staarde even naar het zielige boompje. Het was een zielig gebied, waarom hing hij hier eigenlijk uit? Het was een nutteloos en leeg gebied. En nutteloos was alles behalve leuk. Je kon er zelfs niet eten. En dan was het wel ernstig nutteloos.