VERNIEUWD STUK!!
"Onze wereld zit toch vol mysterie nietwaar? Het is zo geweldig maar ook zo afschuwelijk. Moeder aarde heeft vele avonturen voor ons klaarstaan. Maar goed, ik wil jou heel graag een verhaal vertellen over een geweldig schepsel.
Mijn naam is Arontay. Ik ben een oude en wijze merrie. Ik heb bijna heel mijn leven in een kudde geleefd. Mijn kudde bestond al lang weet je. Maar we hadden het zo slecht. Het weer in mijn land was bitter, vochtig en zooo koud. Er waren daar veel monden om te voeden. Maar dat was een groot probleem. Er was niet genoeg voedsel... vele dieren kwamen om van de honger. Zowel planteneters als roofdieren. Je kunt je niet voorstellen hoeveel leed het moest veroorzaken. Steeds honger en koud hebben. En dan levenloze wezens steeds maar weer aantreffen. Ik was maar een omega. En mijn leider was een afschuwelijke hengst. Steeds zei hij dat alleen de sterkste zouden overleven. Laat de zwakke paarden achter. Hij was zeer agressief en loste dingen op met gevechten. Iedereen vreesde voor deze walgelijk figuur. Mijn ouders stierven in die tijd. Maar toen kon ik al zelfstandig leven. Maar het verdriet van verlies voel ik nog steeds. Mijn moeder zorgde goed voor me. Ze beschermde mij en vertelde me goudentips'. Maar moeder natuur besloot haar van me af te nemen. Ik werd een babysitter. Ik voedde de veulens wat op en lette op ze. Mijn favoriete veulen was Saronse. Hij was zo'n bijzonder figuur. Hij was een zeer rustig karakter. Maar ook zeer kordaat. Hij was een zeer dominant figuur. Alle veulens toonden respect voor hem. Saronse kwam op voor de zwakke veulens. Saronse was goed van aard. Hoe ouder hij werd hoe bijzonder dat hij werd. Saronse was wijs van het begin. Maar de leed was er nog steeds. Ik werd ziek, omdat ik uitgehongerd was. Saronse was toen 3 ongeveer. Ik lag languit in het rotte gras. Ik ademde uitgeput. Ik hoorde de bare stem van mijn alfa. Hij zei dat iedereen door moest lopen en mij moesten achterlaten. Hoe kon hij mij dit aandoen? Ik heb hem steeds met respect gediend. Ik diende hem. En toch behandelde hij me als een stuk vuil. Ik voelde in mijn hart een steek. Het deed zo pijn om zo verraad te zijn. Opeens doemde een schaduw op. Met veel moeite hief ik mijn hoofd op en zag die warme ogen van Saronse. Hij keek me aan met heel veel liefde. Mijn lichaam voelde warm aan. Het leek wel of dat jongen krachten had. Hij stak zijn neus om. "Ik weiger haar hier achter te laten alfa." Riep dat jonge kereltje dapper. Ik hoorde de kudde leden van alles fluisteren. Onze alfa werd zo woedend. Hij voelde zich beledigt. "Hoe durf je zo tegen mij te spreken?!" Riep hij woedend. Hij sprong agressief naar Saronse. Maar de jonge hengst verzette zich niet. Saronse keek zo dapper. "Het spijt me zeer alfa, maar Arontay betekend voor mij en vele anderen veel. En ze heeft u met veel respect verdiend. En nu ze ziek is wilt u haar niet meer helpen?" De hengst gromde woest. "Zij zal een blok aan ons been zijn. We gaan!!" Riep de hengst hij draaide zich scherp om. Geloof me, zo'n alfa wil je van ze leven niet hebben. Hij is gemeen en geeft om niemand. De leden weigerden onze alfa te volgen. Ze gingen zelfs achter Saronse staan. Iedereen koos voor de jonge, dappere en wijze hengst. Maar de alfa was lang niet van plan om de weigering van zijn kudde te aanvaarden. Hij besloot zelfs om Saronse te verwonden. Wat ik persoonlijk heel laf vind. Alfa was stukken groter en ouder. Tegen over de jonge Saronse die lang geen ervaring heeft. Maar mijn gedachten hadden me misleid. Saronse ging ook in de aanval. Saronse won! Ik kon het werkelijk niet geloven. Hoeveel kracht dat die jonge hengst bezat. Saronse was in zijn element. één met de kracht. Saronse spaarde alfa. Hij zei deze woorden. "Ik laat het hierbij, omdat u mijn alfa was. Maar ik vraag je nu te verdwijnen. Laat je nooit meer zien!" Had Saronse gesproken. Alfa was wijs en hij besloot er vandoor te gaan. Toen liep Saronse naar mij. Hij drukte zijn neus tegen mij om aan te moedigen om op te staan. Saronse gaf me kracht. Ik vocht weer met mijn leven en geraakt op mijn vier verzwakte benen. Iedereen omringde Saronse en begonnen te juichen. Ze kondigden aan dat Saronse de nieuwe alfa was.
Het leven was toen stukken beter. Saronse had zelfs een oplossing gevonden om het leven beter te maken voor alle dieren. Hij heeft een oproep gedaan aan alle dieren. Zelfs vleeseters waren welkom. De roofdieren beloofden dat ze niemand iets kwaad zouden doen als iedereen een plan aan het bespreken was. Saronse vertelde dat de kuddes moesten verspreiden. En ze mochten maar enkele porties per dag eten. Zodat het groen dat kon groeien. En de roofdieren mochten alleen op zwakke, verwonde en oude dieren jagen. En ze moesten ook zuinig zijn met het afslachten. De meeste dieren waren het eens. Maar er moesten weer dieren bij zijn die weigerde mee te werken. Een alfa wolven reu wilde hier niet aan meedoen. "Waarom zouden wij naar jullie luisteren? We doen toch zelfs ons eigen ding." Zei de wolf grommend tegen Saronse. Saronse richtte zijn aandacht op dat gevaarlijke beest. Het werd zeer gespannen tussen de dieren. Saronse toonde rust en vrede. Hij was volledig kalm en zocht naar de juiste woorden. "Omdat mijn beste vriend jouw nakomelingen hun levens kan redden. Als jullie zo doorgaan zullen vele dieren uitsterven en uiteindelijk zal jouw nakomelingen sterven. Niemand dwingt je om mee te werken. Maar denk er goed over na wat je zal kiezen." Even was het stil. Uiteindelijk knikte de reu. "Goed, ik en mijn roedel zijn bereid om mee te werken. Maar we nemen geen orders." Saronse knikte.
Alle dieren werkten mee. En na enkele maanden begon het evenwicht in de natuur te herstellen. Er was weer overvloed van voedsel. Niemand leidde honger meer. Saronse had ons gered! Wat was ik trots op hem. Hij leek wel een zegen. Saronse stond vaak apart. Eenzaam en waakzaam. Hij zorgde ervoor dat de kudde veilig was. Ik vergezelde vaak deze grootse leider.
Saronse werd heel geliefd. Hij was een goede leider met veel respect voor zijn leden. Iedereen was bereid om voor hem te sterven. Hij was ook bekend omdat hij bijna alle zwervers in zijn kudde aannam. Hij nam iedereen aan. Hij was zo goedaardig. Je kunt het je niet voorstellen. Het maakt niet uit wat voor een paard je was, of wat die zijn verleden was. Paarden die geen toekomst hadden konden bij Saronse terecht. Maar niet iedereen was zo blij met zijn goedaardig gedrag. Maar ze respecteerde hem.
Saronse was zeer geliefd in onze wereld. Iedereen had hem lief. Iedereen mocht hem. Ik herinner me ook dat hij het ook goed deed bij de dames. Alle merries waren gek op hem en verlangde naar hem. Een goede keus want Saronse was een bijzondere hengst. Hij was anders... Het verbaast me al lange tijden maar Saronse had nooit een partner. Hij hield wel van ze maar dan op een andere manier. Saronse vond het afschuwelijk. Maar hij was eerlijk over zijn gevoelens. Ik had gehoopt dat Saronse een goede partner gevonden had. Iemand die ook bijzonder was en dat ik dan op hun veulen mag babysitten. Ik weet zeker dat het ook een bijzonder veulen zou zijn.
Saronse was een zegen voor ons allemaal. En dat wist iedereen. Hij nam iedereen aan, paarden die moorden hadden gepleegd, paarden die nutteloos waren in een kudde, paarden die niet geliefd waren. Alles. Het maakte Saronse niet uit wat voor iemand het was. Zo lang dat er terug goede in het hart school. Ik zal je nog eens een voorbeeld geven over zijn goedheid.
Toen wij naar de graas vlaktes trokken tussen de rotsen vonden we een gewond dier. Een sneeuwwitte merrie. Ze had diepe wonden en was bedekt onder het bloed. Ze zat tegen een hoek van de rotsen gedrukt. Overal aan die muren van rotsen was bloed geveegd. Ze keek angstig op toen ze de kudde zag. Ik stond bij Saronse toen we aan het grazen waren. Toen zag ik dat hij zijn hoofd naar de lucht drukte en begon te snuiven. Dat betekende meestal niet zo goed. Ik snoof ook eens om te weten wat voor geur hij had opgevangen. Bloed... Misschien hadden roofdieren in de buurt een paard te pakken gekregen. Plots liepen de wachters en speurders op Saronse af. Ik keek op. Wat hadden ze Saronse te vertellen? ''Saronse, we hebben een gewond paard gevonden. En ze bekeerd in levensgevaar. De roofdieren hebben haar ook gevonden. Wat moeten we doen?'' Zei één van de wachters. Normaal gezien bemoeien we niet met de roofdieren. Omdat we ze beloofd hadden zwakke dieren te mogen aantreffen. Maar, deze merrie is zwaar toegetakeld. Saronse had gezegd de prooi direct uit haar leiden te verlossen. En dat hebben ze niet gedaan. Ik wist wel wat Saronse zou beslissen. "We gaan haar helpen. Arontay let jij op de kudde?!" Was wat hij tegen mij zei. Ik knikte. Ik was bezorgd. Een conflict met roofdieren was nooit niet goed. Ik keek toe hoe Saronse weg galoppeerde. De dappere hengst. Hij zal terug keren. Plots zag ik de kleine Kinga achter Saronse aan galopperen. Milane probeerde haar pleeg veulen tegen te houden. Maar ik hield haar tegen. Ik had het gevoel dat Kinga er bij moest zijn. Saronse had Kinga in het struikgewas gevonden. Het kleintje was angstig. Zijn moeder was nergens te bekennen. Saronse moest een beslissing maken. Hem achter laten in de hoop dat zijn moeder zal terug keren of het veulen meenemen. Maar dan was de kans klein dat de moeder het veulen terug zou vinden. Saronse besloot een nacht te blijven. In de middag zouden we vertrekken. Als de moeder dan niet meer komt opdagen neemt Saronse hem mee. Milane adopteerde het veulen tot die tijd. Maar de moeder kwam nooit opdagen.
Terug bij Saronse en de gewonde merrie. Ze waren net op tijd. De wolven hadden de merrie omsingelt boven haar. Ze was zelfzeker. Ze was bereid te vechten. één van de wolven schoot in de aanval. Maar Saronse zette af en botste tegen de wolf. ''Als we daar niet Saronse hebben. Waar ben je mee bezig? Je mag je niet bemoeien met onze jacht!!'' Weerklonk de brullende stem van de alfa. Een grote zwarte reu. Zijn bek stonk naar rottigheid. Zijn rechteroog was blind. " Jij houd je ook niet aan de regels Karnso. De afspraak was de prooi meteen uit zijn leiden verlossen. En dat is hier niet zo het geval." Antwoordde Saronse rustig. '' Wij hebben haar nu pas gevonden. We wilden juist beginnen om haar uit haar leiden te verlossen. Ga weg of ik verscheur jou en je stinkpaarden ook!!'' Saronse bleef staan. Zijn oog viel bezorgd naar de merrie. Ze zag er zo hulpeloos uit. Saronse bleef staan. De wolf begon te grommen. ''best, dan gaan we nog meer vermoorden dan nodig is.'' De wolven sprongen naar beneden. Saronse gaf een commando. "Bescherm haar!" Zijn paarden omsingelde de merrie en sloegen de wolven weg. De merrie vocht nog ijverig door. Dat fascineerde Saronse wel. Ze had veel bloed kwijt en toch had ze die ene kracht nog. Saronse en zijn paarden wonnen. Ze joegen de wolven weg. Nu kon hij weer zijn aandacht richten op de schoonheid. ''Hartelijk dank voor je hulp.'' Weerklonk haar heldere stem. Saronse knikte naar haar. ''Wat gaan we nu doen met haar?'' Vroeg één van zijn krijgers. "We nemen haar mee en zorgen voor haar. Als ze hersteld is mag ze doen wat ze wil. Als je daar natuurlijk mee eens bent?" Antwoordde Saronse terug. De merrie knikte instemmend. ''Met alle respect Saronse, we kennen dit paard niet. Waarom zouden wij al onze tijd en energie uitsteken aan een vreemd paard?'' Saronse ontblote zijn tanden. " Ik beslis wat er met haar gebeurt. Nog één keer zo on respectvol en je mag het aftrappen. Begrepen?!" Beet Saronse terug. beet Saronse terug. De hengst was verast door de reactie en deinst terug. Soms moest Saronse zeer streng zijn. Anders zouden ze van hem kunnen profiteren. Plots verscheen de kleine klungelige Kinga. ''Mama!!'' Riep hij dood gelukkig. De merrie keek verast op en drukte haar neus tegen haar veulen. ''Mijn lieve zoon. Jij bent in orde. Nu ben ik zeer gelukkig.'' Saronse was verast. "Ben jij Kinga zijn moeder? Wat een toeval." De merrie glimlachte. ''Zo, jullie noemen hem Kinga. Nou heeft ie eindelijk zijn naam gekregen. Toen hij geboren was had ik geen tijd gehad om een passende naam te verzinnen. We waren op de vlucht ziet u. Mijn naam is Fenia. Ik vertel je mijn verhaal wel eens. Maar ik zou nu heel graag willen rusten.'' Saronse knikte. Hij wilde graag weten wat voor geheimen in haar schuilde. Die zou hij spoedig ook te weten komen. Toen ik Fenia voor het eerst ontmoete was ik zeer onder de indruk. Ze had veel respect en was bijzonder aardig. Ik was wel bezorgd om haar wonden. Die zagen er heel gevaarlijk uit. Ze had een paar dagen aan een stuk gerust. Ik hield alles goed in de gaten. En de genezer 's zorgden voor haar.
Op een dag zag ik Fenia alleen met Saronse.En toen vertelde ze haar verhaal.
''Ik ben geboren in een kleine kudde. We hadden een grootte territorium. Mijn vader en moeder waren alfa. Het leven ging best normaal. We hadden nooit echt problemen. Ik werd verliefd op onze bèta. Zarzum. Een donkerbruine hengst met een witte hoofd. Mijn ouders vonden dit echter geen probleem. Ik was vrij om te kiezen. We waren heel verliefd en ik werd drachtig van hem.
Op een dag, toen er donkere grijze wolken zich begonnen te verzamelen begon de aarde te trillen. Eerst dachten we dat het een lichte aardbeving was. Dat gebeurde wel vaker. Maar toen ik naar de hoge heuvels keek zag ik tot mijn grootste schrik een zwarte leger verschijnen. Grote zwarte friespaarden. En ze waren niets goeds van plan. Ze waren met hun duizenden en vernietigde alles op hun pad. Ik schreeuwde een waarschuwingskreet. De merries vluchtte naar veilige plekken. De hengsten verzamelde zich. Onze kudde was niet bereid om als lafaards te vluchten. Maar ze waren in de minderheid. Ik bleef bij mijn vader en partner. Ik was ook bereid om te vechten.'' Even stopte ze met haar verhaal. Er rolde een triestige traan van haar wang en ze moest slikken. Saronse zweeg. Hij luisterde naar haar verdriet. Na een tijdje ging ze weer verder. ''We waren met veel te weinig. Zarzum wist dat we geen schijn van kans hadden. Hij duwde me achteruit. '' liefste, jij draag ons veulen. Vlucht en breng het in veiligheid. We proberen ze zo lang mogelijk tegen te houden.'' Ik wilde mijn liefste en geliefden niet achter laten. Maar ik dacht toen aan mijn zoon. Ik knikte en omhelsde mijn geliefde voor de laatste keer. Daarna vluchtte ik voor mijn leven. Ik schuilde tussen de bomen en keek even toe of we echt geen kans maakte. Dat was een grote fout van mij. Ik zag hoe mijn partner en vader in stukken werden verscheurd en verpletterd werden. Ik vluchtte en vluchtte. Overal hoorde ik de merries schreeuwen. Stukje bij stukje afgeslacht. En toen kregen ze mij te pakken. Ze omsingelde me. Ik kreeg raakte klappen en ze wilde me misbruiken. Gelukkig kon ik net op tijd ontsnappen. Ik heb al de hele tijd zitten vluchten. Zelfs toen ik hoog drachtig was. Ik worp Kinga en vluchtte met hem weer verder. Het leek wel of ze steeds wisten waar we ons bevonden. Toen werden we weer omsingelt. Juist op de plek waar je mijn zoon gevonden had. Ik duwde hem de struiken in en zei dat hij stil moest zijn. Toen galoppeerde ik weg en lokte de paarden weg van mijn veulen. Weer kregen ze me te pakken en hebben me zwaar verwond. Toen verschenen er wolven. Dus zag ik de kans om te ontsnappen. Toen ik zeker wist dat ik van ze af was ging ik terug naar de plek waar ik mijn zoon verstopt had. Maar hij was weg... Ik ben echt ontzettend blij dat hij veilig is.'' Fenia begon harder te huilen. Saronse duwde geruststellend zijn neus tegen de hare. Ja, ik zag het allemaal gebeuren. Saronse troostte haar met veel liefde. Ze leek zich beter te voelen. "Je bent hier veilig en ik zal je beschermen..."
De dagen verstreken en alles leek goed te gaan. Maar dat was maar schijn. Ik was er bij toen het allemaal gebeurde. Saronse was rond de omgeving aan het lopen om te controleren of alles veilig is.
Fenia lag languit op de grond. Haar ogen staarden zwak voor zich uit. Ik vreesde al het ergste. Kinga lag naast haar. Hij wist dat er iets niet in orde was. '' Mijn lieve... zoon. Alles komt.... goed. Ik ga naar je vader... En... oma en.... opa.'' En toen was het stil. Enkele paarden stonden rond haar. Ze keken alleen maar toe. Want ze wisten dat ze niet meer te redden was. Haar fonkel's zijn verdwenen. Haar leven was weg. We weten niet waarom ze plots is overleden. Volgens mij had ze de wil niet meer om te overleven.
Toen ik dit Saronse vertelde was hij gebroken. Hij vond het verschrikkelijk. Maar hij accepteerde het. Zo is het leven nu eenmaal. Ze kon in alle rust naar de hemel gaan.
We hielden een ceremonie. We legen bloemen op en naast haar. En wenste haar al het goede toe. Ze lag daar zo vredig. We hadden haar ogen gesloten. De kleine Kinga keek zeer triest. Hij had sinds haar dood geen woord gezegd. Hij zat tegen Milane gedrukt. Saronse wenste haar als laatste veel geluk toe. hij had een grote witte bloem bij zich. Met zilveren randen. Hij legde die op haar hoofd en zei. " "We will see you back in heaven. Rest In Peace White Beauty..." Daarna ging hij weg.
We hadden hem een paar dagen niet gezien. Maar ik wist dat hij een tijdje moest nadenken.
Het zalige leven bleef niet bestaan... Waar is Saronse?
De aarde beef. Zoiets had ik al eens een lange tijd meegemaakt. De aarde is weer iets nieuws aan het vormen. Maar het hield nooit geen rekening met levende wezens die het leven konden verliezen. Ik wist één gouden tip, rennen. Zo ver je maar kon. Ik zag saronse hier en daar flitsen. Hij nam de leiding. Hij bleef vrij kalm. Maar ik wist dat hij vanbinnen angst had om levens te verliezen. Ik en de rest volgden hem blindelings. We bleven maar rennen. Terwijl om ons heen de aarde begon te scheuren. Ik hoorde achter mij paniek. Door die paniek begon iedereen in paniek te schieten. Ik probeerde me te beheersen. Al borrelde de angst in mij. Iedereen begon tegen elkaar te bosten en te duwen. Saronse deed zijn best om beheerst te blijven. En dat was wijs. Opeens, opeens verloor ik hem uit het oog. Hij was weg!! Ik zag hoe de paarden voor mij een grote sprong namen. Ik zag voor mij een groot gat. Mijn ogen gleden naar beneden. Ik zag Saronse! Ik riep hem en probeerde te stoppen. Maar ik faalde daar in. De paarden waren zo in paniek dat ze gewoon door wilden gaan met lopen... We liepen nu blind. We liepen gewoon naar ergens. Er was geen controle meer. Toen ze merkten dat er geen leiding meer was sloeg er meer paniek. Om ons heen braken er bergen door de grond en reisden omhoog. We werden ingesloten. Gescheiden van onze geliefde leider. Saronse. Toen de aarde klaar was met de transformatie kwam de rust terug. Ik nam de leiding. Maar ik zal nooit de plaats van Saronse nemen. Ik hoop dat hij in orde is, en dat hij weer herenigt word met zijn kudde. Want als hij gescheiden blijft van zijn kudde zullen wij dat nooit overleven. Er is geen betere als Saronse. We hebben nu grote problemen. Er is geen uitweg en voedsel. We proberen weg te geraken. Ik doe mijn best om de paarden in leven te houden. Maar zal ik er in slagen tot hij weer terug komt? Laten we maar hopen...
Hoe Spreek Je Zijn Naam Uit?: Saronsei :3
Before he was created
- Spoiler:
Een prachtige witte merrie verplaatste zich zeer trots. Ze hief haar zweverige hoeven zwoegend de lucht in. Ze leek wel te dansen. En ze was adembenemend mooi. Haar prachtige witte vacht straalde zo prachtig. En had een zilveren verschijning. Ze had overdreven lange witte krullend manen. Ze had daardoor wel eens de bijnaam rapunzel. Zulke lange, zilveren achtige manen had je nog nooit van je leven gezien! Ze had ook een zeer speciale vlek. Iedereen die afkomstig was van haar voorouders hadden die teken. Het had een kruis achtige vorm. Haar enige zwarte vlek. En dan had ze ook nog een ijs blauwe maan oog aan de linkerkant van haar oog. De andere was zwart. Haar naam was Analey. Dochter van Arontay en Thorn. Leiders van 'The guardian Of The Fenix' De prachtige jonge Analey keek genietend om haar heen. Ze hield van het leven, ze hield van de dieren die er leven en alles rond hen heen. Wat was het leven HEERLIJK. Om dit moment was ze stapel verliefd. Liefde was een heerlijk gevoel!
Op dat moment was er ook een speciaal figuur onderweg. Hij gedroeg zich eerder mysterieus. Zijn gangen waren wat ruw. Hij was dan ook een sterke hengst. Dat niet als een ballerina rond danste. Nee, hij was anders. Hij zag er ook nog gevaarlijk uit ook! Hij zat onder de littekens. Zijn lange gitzwarte manen hingen over een grote deel van zijn lichaam. Zijn ogen verbergend. Maar, ondanks dat zag hij er behoorlijk knap uit. Hij was lekker stevig gebouwd met grote gespannen spieren. Zijn gitzwarte vacht glansde knap. Zijn hoofd was het aantrekkelijkst. Met zijn mysterieuze ogen die zich verstopten achter die lange wilde manen. Aan zijn linkerborst had hij een merkwaardig teken. Een witte vlek, in een vorm van een gebroken hart. En ook zijn oog had iets bijzonders. Aan zijn rechter oog bezit hij een ijs blauwe oog. De ander had een ferm litteken. Geluk gehad dat het net niet blind was. Deze hengst leek het één en ander te hebben meegemaakt. Zijn naam was Santosay. Zoon van moeder Scars en vader Deathwing. 'Leiders van The Hell Zone' Ook Santosay had een doel. De hengst stopte even en keek even om zich heen. Hij heeft zich nog nooit eerder zo gevoeld. Binnen in zijn borst was het steeds zo warm. Zijn buik kriebelde. En dat voelde niet prettig aan. De Liefde had hem duidelijk te pakken gehad. Diep van binnen wist hij dat het verkeerd was. Hij moest stoppen haar steeds op te zoeken. Ze was in gevaar. Santosay zuchtte vermoeid. Hij keek onrustig om zich heen. Steeds het gevoel dat hij achtervolgd werd. Santosay was niet het type dat bang was. Hij was enkel bang om HAAR te verliezen. Zij was zijn licht, zijn hoop, zijn leven. Verbaast keek hij op. Juist toen de zonnen stralen door de loodgrijze wolken doorbrak scheen hij op dat moment op een prachtig wezen. Zijn mond viel open. Verblind door haar schoonheid. Hij stond daar een tijdje te gapen naar haar. Analey grinnikte. ''Kom liefste, kom naar mij.'' Sprak ze op een betoverende toon. Haar stem klonk heerlijk. Met een vleugje zoetigheid. Santosay leek wel bezeten. Even vergat hij zijn zorgen. langzaam naderde hij zijn geliefde. Zijn sterke lichaam raakte al snel de hare aan. Hij sloeg zijn hals over de hare en knuffelde haar heftig. Ze was zo lekker warm. En ze rook ook zo lekker. Ze had iets... Dat al zijn pijn en ijs koude zorgen wegdreef. Hij voelde enkel de warmte die van haar afdroop door zich heen glijden. Ze had een gave. Dat wist hij. Analey was een zeer speciaal paard. Santosay ontspande zich en wilde Analey niet los laten. Uiteindelijk gleden zijn ogen onderzoekend over haar dikke buik. Dat niet al te hard opviel. Santosay gleed met zijn neus over de zijkant van haar buik en op dat moment voelde hij een ferme trap. Santosay trok verast zijn neus weg. Analey keek trots naar hem. ''Ons kind word heel sterk.'' plots huiverde Santosay. Deze situatie was niet goed. Als zijn ouders te weten komen dat hij een veulen had opgewekt... Santosay deed een paar grote stappen op zei. Analey voelde dat er iets mis was. Ze ging kalm naast hem staan. ''Mijn liefste, vertel me jouw zorgen.'' Ze keek hoopvol naar haar geliefde. Santosay sprak niet snel over zijn zorgen. Hij was hard. De hengst keek naar de prachtige aansprekende ogen. En trok zich dan los van haar greep. "Dit had NOOIT mogen gebeuren! Ik had je nooit mogen ontmoeten en met je..." Dat woord sprak hij liever niet uit. Hij richtte zijn hoofd voor zich uit en staarde strak voor zich uit. Hij had haar nooit mogen dekken. Maar he? Voor een hengst was het ook niet makkelijk hoor. Die heerlijke gek makende geur dat je al begon op te winden. En haar verleidelijke blik. Verlangend, op verbintenis. Haar mooie, zachte ronde billen die hem steeds maar weer aandacht probeerde te trekken. Kon hij daar aan doen? Nee! Het was verdomd haar schuld. En nu was het kwaad al geschied. Hoe lang kon hij dit verbergen? Hoe moest het nou verder als zijn veulen geboren zou worden? ''We hebben een kleine wonden geschapen.'' Santosay keek verbaast op naar Analey. Die steeds warm naar hem glimlachte. ''Onze wonder, het mooiste geschenk dat je ooit kan inbeelden.'' Santosay werd warm bij die gedachten. Hij greep Analey weer stevig vast en streelde uiteindelijk over haar rug. Hij twijfelde, maar besloot haar te vertellen waar hij dwars mee zat. "Analey... Ik moet je iets vertellen." Analey nam diep adem en trok zich kalm weg van Santosay om hem beter te kunnen zien. Ze probeerde zijn gezicht te lezen en wachtte geduldig af. "Mijn ouders... Ze zijn leiders... Leiders van The Hell Zone..." Analey had al zo'n vermoedens. Ze was zeer slim. Ze wist veel over de wereld. Ze glimlachte kalm naar Santosay. ''Nou en? Het wilt niet zeggen dat je afkomstig bent van een slecht volk dat jij dat bent? Ik geloof met heel mijn hart dat jij een goede ziel bezit Santosay. Jij bent een goed persoon.'' Santosay liet zijn hoofd laag hangen. En liet zijn zwarte manen dos over zich heen vallen. "Jij weet niet wat mijn ouders van plan zijn als zij te weten komen dat ik verliefd ben op jou. Prinses van The guardian Of The Fenix. En dan ook nog eens geslapen heb met jou. Analey keek verlegen weg. Santosay zijn wangen werden gloei heet. Analey durfde uiteindelijk Santosay weer onder ogen te kijken. ''Dat was mijn mooiste en heerlijkste nacht van mijn leven. Kijk Santosay, ik hou zielsveel van jou. En jij van mij. Jouw ouders houden mij niet tegen. En dat geld ook die van mij. Wij horen gewoon bij elkaar.'' Plots hoorde beiden paarden gekraak. Santosay sprong meteen in actie. En betrapte een paard bij het spieden. 'Wel hallo prinsje.' Sprak een valse jonge hengst tegen Santosay. Santosay blies woest. "Wat moet je mormel?" Zei Santosay nors. De hengst keek ondeugend gemeen. 'Wat ik moet? O, niets hoor. Ik betrapte jou en je vriendinnetje per ongeluk.' Santosay richtte zijn hoofd even over zijn schouders en zag zijn onzekere partner. Hij moest haar en zijn toekomstig kind beschermen. Santosay keek grimmig naar de hengst. En ontblote zijn tanden. Hij zou iets doen wat hij nooit gedacht had ooit te doen. Maar hij moest wel. Niemand mocht hier iets van weten. De hengst zijn ogen vlogen wijd open. Totaal verbaast over de actie die de prins zou uitvoeren. Hij kromp zielig ineen. 'Nee! Het spijt me! Ik zweer dat ik hierover zal zwijgen. Ik smeek u lord. Ik ben uw trouwe dienaar.' Santosay leek wel bezeten. Hij begon de hengst onder zijn enorme, sterke hoeven te vertrappelen. Santosay begon harden en harder te slaan en werd gewelddadiger en gewelddadiger. Hij hoorde Analey niet eens roepen. Plots werd hij heftig opzei gegooid. ''STOP!!'' Schreeuwde ze woest. ''Dit ben je niet! Laat hem gaan! Moorden lost niets op.'' Schreeuwde ze. Was ze soms gek geworden? Die hengst ging hen verraden. Hun leven was op het spel. Santosay wilde het verder afmaken. Maar de hengst lag daar niet meer. Dit was de druppel. Woest keerde hij zich tegen naar Analey. "BEN JE NOU GEK GEWORDEN?!!" Santosay nam een paar grote passen naar Analey toe. Analey bleef moedig stilstaan. "Dankzei jou zullen ze te weten komen over ons. En zullen ze ons op brutale wijze vermoorden!! Ben je nou zo dom? Ik heb je gewaarschuwd!" Analey keek Santosay gekwetst aan. Ze had hem nog nooit zo gezien. Gebroken draaide ze zich om en liep weg van haar geliefde, haar partner. Die zojuist een mes door haar borst had gestoken. Haar ogen werden waterig. Ze vluchtte naar huis. Op zoek naar troost.
''Lief kind, kom naar mij toe.'' Sprak een zachte stem Analey toe. Een prachtige beige kleurige merrie met lange roomkleurige manen keek haar kind warm aan. Analey drukte zich tegen haar moeder aan. Arontay. Arontay was eigenlijk al heel oud. Ze heeft dan ook vele nakomelingen gehad. ''Vertel je zorgen kindje, misschien dat ik je helpen kan.'' Arontay deed een stap achteruit. ''Je hart is gebroken nietwaar?'' Analey knikte zwijgzaam en keek beschaamd naar beneden. ''De wereld zit vol met mysterie. Vol geheimen, vol plannen. Niemand weet hoe je leven zal eindigen.'' Arontay bekeek Analey's buik. ''Je zoon zal een zeer speciale geschenk zijn. Ik voel dat hij onze wereld beter zal maken. Ik voel het'' Analey keek haar moeder verbaast aan. Hoe wist ze dat ze een zoon zou krijgen? Analey's vader kwam er aan. Een stevig gebouwde hengst. Hij had overal grijze haren en lange snorharen. Hij had een zeer vriendelijk gezicht. ''Laten we naar ons slaapplaats keren. De kudde heeft rust nodig.'' Zei Arontay. En ging verder. Thor wierp een bezorgde blik naar zijn dochter toe. Mijn hij kende zijn jonge dochter en wist dat ze nu even alleen alleen wou zijn. En ging naar achteren van de kudde om iedereen bij te sturen.
Analey ging bij haar favoriete plaats liggen. Ze voelde zich zo raar, ze had overal pijn en voelde zich moe. Ze ging in een gat half liggen. Rond het gat staken er zilveren achtige wortels uit. bovenaan groeide een enorme wilgenboom. Zijn lange sierlijke takken hingen als een sluier om Analey aan. Dat zorgde voor privé. De zilveren blaadjes glinsterden door dauw. De volle maan verlichte haar wereld. Analey ging op haar zei liggen. Ze viel hard op door het maanlicht. Vogels vloten luid. Analey hoorde zoveel dieren zingen. Alsof er feest was. Alsof er iets heel speciaals aan het gebeuren was. Opeens schoten er pijn steken door haar buik. Helse pijn deed haar puffen. Ze voelde vloeistof tussen haar billen glijden. Het was tijd! Haar zoon zou komen! Ook de paarden begonnen wild te hinniken. Gaf haar kracht. Analey klemde haar tanden op elkaar. En perste, perste, perste. Ze voelde hoe het lichaam naar buiten gleed. Het duurde niet lang meer voordat haar zoon ter wereld werd gebracht. Haar laatste pers was de krachtigste. En het pijnlijkste. Ze voelde het al meteen bewegen. Het leefde, en het vocht al. Analey richtte vermoeid haar hoofd naar het kleine lichaampje. Hij was zwart, met witte vlekken. Prachtige vlekken. Hij was zo mager, zo kwetsbaar. Plots zag ze die twee ijs blauwe ogen. Twee ijs blauwe ogen die haar wijs aankeken. Het leek wel alsof hij in haar ziel keek.
Analey leidde trots haar prinsenzoon door de kudde in. Richting haar ouders. Haar zoon volgde haar onhandig. Keek verbaast om zich heen naar al die vreemde gezichten die hem bewonderend aankeken. Analey hoorde gefluister over haar zoon. 'Wie was de vader? 'Ze is vreemdgegaan...' Maar Analey negeerde ze. Ze was trots op haar creatie. ''Moeder, Vader, deze nacht is een wonder gebeurt. Mijn zoon is geboren.'' Arontay keek onder de indruk. 'En hoe heb je hem genoemd kind?' Vroeg haar vader nieuwsgierig. Analey keek naar haar zoon. Die op zijn lange benen probeerde blijven staan. ''Saronse!''
Analey stapte haastig over de beek. Ze nam het ondiepe pad want haar veulen had het nu al moeilijk. Maar ze moesten zich haasten. Analey keek alert om zich heen en stopte regelmatig om alles op te vangen. De kleine onhandige Saronse lette niet op het onrustige gedrag van zijn moeder. Hij focuste zich al helemaal bij het bijhouden van zijn moeder. Na een stukje had Analey geen keus om nu kostbare tijd te verspillen. Haar zoon had melk en rust nodig. Saronse dronk gretig zoete melk van zijn moeder. Hij was uitgeput. Zijn moeder eiste wel heel veel energie van hem. Terwijl zijn slappe lijfje nog te zwak was. Hij liet zich vallen in het gras en strekte zijn lange benen uit. Zijn moeder ging waakzaam bij hem staan en zong prachtige liederen om hem in slaap te wiegen. Haar stem was zo mooi. En haar slaap lied was ook zo mooi.
Na een uurtje of twee maakte zijn moeder hem wakker. Met veel moeite stond hij op. Zijn benen deden pijn van al dat lopen. Maar toch bleef hij zijn moeder volgen. Na nog een paar uur stop zijn moeder opeens. Saronse voelde de onrust en werd automatisch doodstil. Opeens schoot zijn moeder in rengalop. De kleine klungelige hengstje wist zijn moeder maar moeilijk bij te houden. Opeens werd hij op zei geduwd en viel met een grote klap op de grond. Instinctief springt hij recht overeind om zijn moeder te volgen. Maar tanden boorden door zijn rug en hield hem pijnlijk tegen. Saronse verweerde zich meteen. Helaas was hij gewoon veel te zwak. Vreemd genoeg was het een paard dat zijn huid open scheurde. Hij begreep het niet. Wat was er aan de hand? Wat wilde die paarden? Zijn moeder keerde terug om hem uit de penarie te halen. Kom nooit tussen een moeder en haar kind! De gaf dat paard ferme klappen waardoor Saronse kon ontsnappen. Maar ze konden geen kant meer op. Ze werden omringt door enge paarden. Die stonken naar de dood. "Wel hallo popje" Sprak een pikzwarte hengst Analey aan. Hij naderde gevaarlijk dicht bij zijn moeder. "Weet je wie ik ben?" Vroeg hij mysterieus. Hij naderde Analey heel langzaam. Als een berg leeuw die al sluipend zijn hulpeloze prooi naderde. Hij liep kalme rondjes rond Analey. Analey verloor hem niet uit het oog en zorgde dat haar zoon dicht bij haar bleef. ''Waar is Santosay?'' Vroeg ze bijna hees. De hengst grijnsde vals. "Geen zorgen, hij maakt het goed. Heel goed zelfs. Net als je familie..." Gaf de hengst een hint. Analey haar ogen vlogen wijd open. Ze begreep die hint maar al te goed. Ze deed een ontsnapping poging. Maar tevens. De hengst viel aan. Hij viel Saronse's moeder aan. Zijn moeder schreeuwde van pijn. Het was niet te verdragen om zulk geschreeuw van zijn bloed eigen moeder te horen. Plots kreeg hij een pijnlijke klap tegen zijn hoofd. Een klein, onschuldig, weerloos, pasgeboren hengsten veulen kreeg genadeloze klappen. En waarom? Dat zou hij nooit te weten komen.
Hij opende verward zijn oogjes en zag een wazig paardenfiguur verschijnen. Hij kende maar vaag. Misschien door die klap. Of door zijn jonge leeftijd. Hij keek verbaast naar het levenloze lichaam. Bedekt onder het bloed. Ogen gesloten. Rond het lichaam was een cirkel van stenen gelegd. En geurige bloemen op het paard gelegd. Het was zijn moeder. Vermoord. Maar het kleine diertje begreep echter niet wat er aan de hand was. Hij begreep niet waarom zijn moeder niet meer bewoog. En waren die rituelen daar waren. Het paard duwde tegen zijn kont. Ze moedigde hem aan om op te staan. Saronse richtte vragend zijn ijs blauwe ogen naar de vriendelijk uitziende merrie. Haar ogen waren glazig. Ze zag er heel droevig uit. Er waren een stuk of 5 Andere paarden bij haar. ''Kom maar kleintje, we moeten gaan.'' Gehoorzaam stond hij op en volgde onzeker de merrie. Arontay, hij herinnerd zich zijn grootmoeder niets eens. En sinds die dag werd het ook geheim gehouden. Voor Saronse's eigen veiligheid.
Arontay leidde de overleefden naar een ver land waar haar broer leider was van een kleine kudde. Kort daarna stierf haar broer van ouderdom en was er een nieuwe egoïstische, jonge leider. Al die tijd werd zijn verleden geheim gehouden. Niemand vertelde iets over Arontay, zijn grootmoeder of zijn vermoorde moeder. Niemand weet wie Analey's partner was. Arontay vrees alleen dat Saronse groot gevaar zal lopen moest het geheim verbroken werd.
Nu gebeurt:
Arontay en de overlevende leden van Saronse's kudden probeerden verder hun leven te leiden. Maar ze missen nog steeds hun leider. Vooral Arontay heeft het er heel erg moeilijk mee. Saronse was heel belangrijk voor haar en vroeg zich af of haar verloren kleinzoon nog leefden.
Een lange tijd later voegde de zoon van één van haar broers bij haar. Kente, die sterk op Saronse leek. Hij was gevlucht omdat The Hell Zone zijn kudde waar hij in leefde had uitgemoord. Arontay vreesde al voor die dag. De slechte kudde was op zoek naar Saronse. En als Arontay Saronse niet snel vondt, dan zou de situatie ernstig kunnen zijn. Kente heeft de opdracht gekregen om op zoek te gaan. Dat had Kente zelf naar gevraagd. Hij wilde wraak nemen op The Hell Zone kudde. Die hem alles ontnomen had.
WORD VERVOLGD
"Onze wereld zit toch vol mysterie nietwaar? Het is zo geweldig maar ook zo afschuwelijk. Moeder aarde heeft vele avonturen voor ons klaarstaan. Maar goed, ik wil jou heel graag een verhaal vertellen over een geweldig schepsel.
Mijn naam is Arontay. Ik ben een oude en wijze merrie. Ik heb bijna heel mijn leven in een kudde geleefd. Mijn kudde bestond al lang weet je. Maar we hadden het zo slecht. Het weer in mijn land was bitter, vochtig en zooo koud. Er waren daar veel monden om te voeden. Maar dat was een groot probleem. Er was niet genoeg voedsel... vele dieren kwamen om van de honger. Zowel planteneters als roofdieren. Je kunt je niet voorstellen hoeveel leed het moest veroorzaken. Steeds honger en koud hebben. En dan levenloze wezens steeds maar weer aantreffen. Ik was maar een omega. En mijn leider was een afschuwelijke hengst. Steeds zei hij dat alleen de sterkste zouden overleven. Laat de zwakke paarden achter. Hij was zeer agressief en loste dingen op met gevechten. Iedereen vreesde voor deze walgelijk figuur. Mijn ouders stierven in die tijd. Maar toen kon ik al zelfstandig leven. Maar het verdriet van verlies voel ik nog steeds. Mijn moeder zorgde goed voor me. Ze beschermde mij en vertelde me goudentips'. Maar moeder natuur besloot haar van me af te nemen. Ik werd een babysitter. Ik voedde de veulens wat op en lette op ze. Mijn favoriete veulen was Saronse. Hij was zo'n bijzonder figuur. Hij was een zeer rustig karakter. Maar ook zeer kordaat. Hij was een zeer dominant figuur. Alle veulens toonden respect voor hem. Saronse kwam op voor de zwakke veulens. Saronse was goed van aard. Hoe ouder hij werd hoe bijzonder dat hij werd. Saronse was wijs van het begin. Maar de leed was er nog steeds. Ik werd ziek, omdat ik uitgehongerd was. Saronse was toen 3 ongeveer. Ik lag languit in het rotte gras. Ik ademde uitgeput. Ik hoorde de bare stem van mijn alfa. Hij zei dat iedereen door moest lopen en mij moesten achterlaten. Hoe kon hij mij dit aandoen? Ik heb hem steeds met respect gediend. Ik diende hem. En toch behandelde hij me als een stuk vuil. Ik voelde in mijn hart een steek. Het deed zo pijn om zo verraad te zijn. Opeens doemde een schaduw op. Met veel moeite hief ik mijn hoofd op en zag die warme ogen van Saronse. Hij keek me aan met heel veel liefde. Mijn lichaam voelde warm aan. Het leek wel of dat jongen krachten had. Hij stak zijn neus om. "Ik weiger haar hier achter te laten alfa." Riep dat jonge kereltje dapper. Ik hoorde de kudde leden van alles fluisteren. Onze alfa werd zo woedend. Hij voelde zich beledigt. "Hoe durf je zo tegen mij te spreken?!" Riep hij woedend. Hij sprong agressief naar Saronse. Maar de jonge hengst verzette zich niet. Saronse keek zo dapper. "Het spijt me zeer alfa, maar Arontay betekend voor mij en vele anderen veel. En ze heeft u met veel respect verdiend. En nu ze ziek is wilt u haar niet meer helpen?" De hengst gromde woest. "Zij zal een blok aan ons been zijn. We gaan!!" Riep de hengst hij draaide zich scherp om. Geloof me, zo'n alfa wil je van ze leven niet hebben. Hij is gemeen en geeft om niemand. De leden weigerden onze alfa te volgen. Ze gingen zelfs achter Saronse staan. Iedereen koos voor de jonge, dappere en wijze hengst. Maar de alfa was lang niet van plan om de weigering van zijn kudde te aanvaarden. Hij besloot zelfs om Saronse te verwonden. Wat ik persoonlijk heel laf vind. Alfa was stukken groter en ouder. Tegen over de jonge Saronse die lang geen ervaring heeft. Maar mijn gedachten hadden me misleid. Saronse ging ook in de aanval. Saronse won! Ik kon het werkelijk niet geloven. Hoeveel kracht dat die jonge hengst bezat. Saronse was in zijn element. één met de kracht. Saronse spaarde alfa. Hij zei deze woorden. "Ik laat het hierbij, omdat u mijn alfa was. Maar ik vraag je nu te verdwijnen. Laat je nooit meer zien!" Had Saronse gesproken. Alfa was wijs en hij besloot er vandoor te gaan. Toen liep Saronse naar mij. Hij drukte zijn neus tegen mij om aan te moedigen om op te staan. Saronse gaf me kracht. Ik vocht weer met mijn leven en geraakt op mijn vier verzwakte benen. Iedereen omringde Saronse en begonnen te juichen. Ze kondigden aan dat Saronse de nieuwe alfa was.
Het leven was toen stukken beter. Saronse had zelfs een oplossing gevonden om het leven beter te maken voor alle dieren. Hij heeft een oproep gedaan aan alle dieren. Zelfs vleeseters waren welkom. De roofdieren beloofden dat ze niemand iets kwaad zouden doen als iedereen een plan aan het bespreken was. Saronse vertelde dat de kuddes moesten verspreiden. En ze mochten maar enkele porties per dag eten. Zodat het groen dat kon groeien. En de roofdieren mochten alleen op zwakke, verwonde en oude dieren jagen. En ze moesten ook zuinig zijn met het afslachten. De meeste dieren waren het eens. Maar er moesten weer dieren bij zijn die weigerde mee te werken. Een alfa wolven reu wilde hier niet aan meedoen. "Waarom zouden wij naar jullie luisteren? We doen toch zelfs ons eigen ding." Zei de wolf grommend tegen Saronse. Saronse richtte zijn aandacht op dat gevaarlijke beest. Het werd zeer gespannen tussen de dieren. Saronse toonde rust en vrede. Hij was volledig kalm en zocht naar de juiste woorden. "Omdat mijn beste vriend jouw nakomelingen hun levens kan redden. Als jullie zo doorgaan zullen vele dieren uitsterven en uiteindelijk zal jouw nakomelingen sterven. Niemand dwingt je om mee te werken. Maar denk er goed over na wat je zal kiezen." Even was het stil. Uiteindelijk knikte de reu. "Goed, ik en mijn roedel zijn bereid om mee te werken. Maar we nemen geen orders." Saronse knikte.
Alle dieren werkten mee. En na enkele maanden begon het evenwicht in de natuur te herstellen. Er was weer overvloed van voedsel. Niemand leidde honger meer. Saronse had ons gered! Wat was ik trots op hem. Hij leek wel een zegen. Saronse stond vaak apart. Eenzaam en waakzaam. Hij zorgde ervoor dat de kudde veilig was. Ik vergezelde vaak deze grootse leider.
Saronse werd heel geliefd. Hij was een goede leider met veel respect voor zijn leden. Iedereen was bereid om voor hem te sterven. Hij was ook bekend omdat hij bijna alle zwervers in zijn kudde aannam. Hij nam iedereen aan. Hij was zo goedaardig. Je kunt het je niet voorstellen. Het maakt niet uit wat voor een paard je was, of wat die zijn verleden was. Paarden die geen toekomst hadden konden bij Saronse terecht. Maar niet iedereen was zo blij met zijn goedaardig gedrag. Maar ze respecteerde hem.
Saronse was zeer geliefd in onze wereld. Iedereen had hem lief. Iedereen mocht hem. Ik herinner me ook dat hij het ook goed deed bij de dames. Alle merries waren gek op hem en verlangde naar hem. Een goede keus want Saronse was een bijzondere hengst. Hij was anders... Het verbaast me al lange tijden maar Saronse had nooit een partner. Hij hield wel van ze maar dan op een andere manier. Saronse vond het afschuwelijk. Maar hij was eerlijk over zijn gevoelens. Ik had gehoopt dat Saronse een goede partner gevonden had. Iemand die ook bijzonder was en dat ik dan op hun veulen mag babysitten. Ik weet zeker dat het ook een bijzonder veulen zou zijn.
Saronse was een zegen voor ons allemaal. En dat wist iedereen. Hij nam iedereen aan, paarden die moorden hadden gepleegd, paarden die nutteloos waren in een kudde, paarden die niet geliefd waren. Alles. Het maakte Saronse niet uit wat voor iemand het was. Zo lang dat er terug goede in het hart school. Ik zal je nog eens een voorbeeld geven over zijn goedheid.
Toen wij naar de graas vlaktes trokken tussen de rotsen vonden we een gewond dier. Een sneeuwwitte merrie. Ze had diepe wonden en was bedekt onder het bloed. Ze zat tegen een hoek van de rotsen gedrukt. Overal aan die muren van rotsen was bloed geveegd. Ze keek angstig op toen ze de kudde zag. Ik stond bij Saronse toen we aan het grazen waren. Toen zag ik dat hij zijn hoofd naar de lucht drukte en begon te snuiven. Dat betekende meestal niet zo goed. Ik snoof ook eens om te weten wat voor geur hij had opgevangen. Bloed... Misschien hadden roofdieren in de buurt een paard te pakken gekregen. Plots liepen de wachters en speurders op Saronse af. Ik keek op. Wat hadden ze Saronse te vertellen? ''Saronse, we hebben een gewond paard gevonden. En ze bekeerd in levensgevaar. De roofdieren hebben haar ook gevonden. Wat moeten we doen?'' Zei één van de wachters. Normaal gezien bemoeien we niet met de roofdieren. Omdat we ze beloofd hadden zwakke dieren te mogen aantreffen. Maar, deze merrie is zwaar toegetakeld. Saronse had gezegd de prooi direct uit haar leiden te verlossen. En dat hebben ze niet gedaan. Ik wist wel wat Saronse zou beslissen. "We gaan haar helpen. Arontay let jij op de kudde?!" Was wat hij tegen mij zei. Ik knikte. Ik was bezorgd. Een conflict met roofdieren was nooit niet goed. Ik keek toe hoe Saronse weg galoppeerde. De dappere hengst. Hij zal terug keren. Plots zag ik de kleine Kinga achter Saronse aan galopperen. Milane probeerde haar pleeg veulen tegen te houden. Maar ik hield haar tegen. Ik had het gevoel dat Kinga er bij moest zijn. Saronse had Kinga in het struikgewas gevonden. Het kleintje was angstig. Zijn moeder was nergens te bekennen. Saronse moest een beslissing maken. Hem achter laten in de hoop dat zijn moeder zal terug keren of het veulen meenemen. Maar dan was de kans klein dat de moeder het veulen terug zou vinden. Saronse besloot een nacht te blijven. In de middag zouden we vertrekken. Als de moeder dan niet meer komt opdagen neemt Saronse hem mee. Milane adopteerde het veulen tot die tijd. Maar de moeder kwam nooit opdagen.
Terug bij Saronse en de gewonde merrie. Ze waren net op tijd. De wolven hadden de merrie omsingelt boven haar. Ze was zelfzeker. Ze was bereid te vechten. één van de wolven schoot in de aanval. Maar Saronse zette af en botste tegen de wolf. ''Als we daar niet Saronse hebben. Waar ben je mee bezig? Je mag je niet bemoeien met onze jacht!!'' Weerklonk de brullende stem van de alfa. Een grote zwarte reu. Zijn bek stonk naar rottigheid. Zijn rechteroog was blind. " Jij houd je ook niet aan de regels Karnso. De afspraak was de prooi meteen uit zijn leiden verlossen. En dat is hier niet zo het geval." Antwoordde Saronse rustig. '' Wij hebben haar nu pas gevonden. We wilden juist beginnen om haar uit haar leiden te verlossen. Ga weg of ik verscheur jou en je stinkpaarden ook!!'' Saronse bleef staan. Zijn oog viel bezorgd naar de merrie. Ze zag er zo hulpeloos uit. Saronse bleef staan. De wolf begon te grommen. ''best, dan gaan we nog meer vermoorden dan nodig is.'' De wolven sprongen naar beneden. Saronse gaf een commando. "Bescherm haar!" Zijn paarden omsingelde de merrie en sloegen de wolven weg. De merrie vocht nog ijverig door. Dat fascineerde Saronse wel. Ze had veel bloed kwijt en toch had ze die ene kracht nog. Saronse en zijn paarden wonnen. Ze joegen de wolven weg. Nu kon hij weer zijn aandacht richten op de schoonheid. ''Hartelijk dank voor je hulp.'' Weerklonk haar heldere stem. Saronse knikte naar haar. ''Wat gaan we nu doen met haar?'' Vroeg één van zijn krijgers. "We nemen haar mee en zorgen voor haar. Als ze hersteld is mag ze doen wat ze wil. Als je daar natuurlijk mee eens bent?" Antwoordde Saronse terug. De merrie knikte instemmend. ''Met alle respect Saronse, we kennen dit paard niet. Waarom zouden wij al onze tijd en energie uitsteken aan een vreemd paard?'' Saronse ontblote zijn tanden. " Ik beslis wat er met haar gebeurt. Nog één keer zo on respectvol en je mag het aftrappen. Begrepen?!" Beet Saronse terug. beet Saronse terug. De hengst was verast door de reactie en deinst terug. Soms moest Saronse zeer streng zijn. Anders zouden ze van hem kunnen profiteren. Plots verscheen de kleine klungelige Kinga. ''Mama!!'' Riep hij dood gelukkig. De merrie keek verast op en drukte haar neus tegen haar veulen. ''Mijn lieve zoon. Jij bent in orde. Nu ben ik zeer gelukkig.'' Saronse was verast. "Ben jij Kinga zijn moeder? Wat een toeval." De merrie glimlachte. ''Zo, jullie noemen hem Kinga. Nou heeft ie eindelijk zijn naam gekregen. Toen hij geboren was had ik geen tijd gehad om een passende naam te verzinnen. We waren op de vlucht ziet u. Mijn naam is Fenia. Ik vertel je mijn verhaal wel eens. Maar ik zou nu heel graag willen rusten.'' Saronse knikte. Hij wilde graag weten wat voor geheimen in haar schuilde. Die zou hij spoedig ook te weten komen. Toen ik Fenia voor het eerst ontmoete was ik zeer onder de indruk. Ze had veel respect en was bijzonder aardig. Ik was wel bezorgd om haar wonden. Die zagen er heel gevaarlijk uit. Ze had een paar dagen aan een stuk gerust. Ik hield alles goed in de gaten. En de genezer 's zorgden voor haar.
Op een dag zag ik Fenia alleen met Saronse.En toen vertelde ze haar verhaal.
''Ik ben geboren in een kleine kudde. We hadden een grootte territorium. Mijn vader en moeder waren alfa. Het leven ging best normaal. We hadden nooit echt problemen. Ik werd verliefd op onze bèta. Zarzum. Een donkerbruine hengst met een witte hoofd. Mijn ouders vonden dit echter geen probleem. Ik was vrij om te kiezen. We waren heel verliefd en ik werd drachtig van hem.
Op een dag, toen er donkere grijze wolken zich begonnen te verzamelen begon de aarde te trillen. Eerst dachten we dat het een lichte aardbeving was. Dat gebeurde wel vaker. Maar toen ik naar de hoge heuvels keek zag ik tot mijn grootste schrik een zwarte leger verschijnen. Grote zwarte friespaarden. En ze waren niets goeds van plan. Ze waren met hun duizenden en vernietigde alles op hun pad. Ik schreeuwde een waarschuwingskreet. De merries vluchtte naar veilige plekken. De hengsten verzamelde zich. Onze kudde was niet bereid om als lafaards te vluchten. Maar ze waren in de minderheid. Ik bleef bij mijn vader en partner. Ik was ook bereid om te vechten.'' Even stopte ze met haar verhaal. Er rolde een triestige traan van haar wang en ze moest slikken. Saronse zweeg. Hij luisterde naar haar verdriet. Na een tijdje ging ze weer verder. ''We waren met veel te weinig. Zarzum wist dat we geen schijn van kans hadden. Hij duwde me achteruit. '' liefste, jij draag ons veulen. Vlucht en breng het in veiligheid. We proberen ze zo lang mogelijk tegen te houden.'' Ik wilde mijn liefste en geliefden niet achter laten. Maar ik dacht toen aan mijn zoon. Ik knikte en omhelsde mijn geliefde voor de laatste keer. Daarna vluchtte ik voor mijn leven. Ik schuilde tussen de bomen en keek even toe of we echt geen kans maakte. Dat was een grote fout van mij. Ik zag hoe mijn partner en vader in stukken werden verscheurd en verpletterd werden. Ik vluchtte en vluchtte. Overal hoorde ik de merries schreeuwen. Stukje bij stukje afgeslacht. En toen kregen ze mij te pakken. Ze omsingelde me. Ik kreeg raakte klappen en ze wilde me misbruiken. Gelukkig kon ik net op tijd ontsnappen. Ik heb al de hele tijd zitten vluchten. Zelfs toen ik hoog drachtig was. Ik worp Kinga en vluchtte met hem weer verder. Het leek wel of ze steeds wisten waar we ons bevonden. Toen werden we weer omsingelt. Juist op de plek waar je mijn zoon gevonden had. Ik duwde hem de struiken in en zei dat hij stil moest zijn. Toen galoppeerde ik weg en lokte de paarden weg van mijn veulen. Weer kregen ze me te pakken en hebben me zwaar verwond. Toen verschenen er wolven. Dus zag ik de kans om te ontsnappen. Toen ik zeker wist dat ik van ze af was ging ik terug naar de plek waar ik mijn zoon verstopt had. Maar hij was weg... Ik ben echt ontzettend blij dat hij veilig is.'' Fenia begon harder te huilen. Saronse duwde geruststellend zijn neus tegen de hare. Ja, ik zag het allemaal gebeuren. Saronse troostte haar met veel liefde. Ze leek zich beter te voelen. "Je bent hier veilig en ik zal je beschermen..."
De dagen verstreken en alles leek goed te gaan. Maar dat was maar schijn. Ik was er bij toen het allemaal gebeurde. Saronse was rond de omgeving aan het lopen om te controleren of alles veilig is.
Fenia lag languit op de grond. Haar ogen staarden zwak voor zich uit. Ik vreesde al het ergste. Kinga lag naast haar. Hij wist dat er iets niet in orde was. '' Mijn lieve... zoon. Alles komt.... goed. Ik ga naar je vader... En... oma en.... opa.'' En toen was het stil. Enkele paarden stonden rond haar. Ze keken alleen maar toe. Want ze wisten dat ze niet meer te redden was. Haar fonkel's zijn verdwenen. Haar leven was weg. We weten niet waarom ze plots is overleden. Volgens mij had ze de wil niet meer om te overleven.
Toen ik dit Saronse vertelde was hij gebroken. Hij vond het verschrikkelijk. Maar hij accepteerde het. Zo is het leven nu eenmaal. Ze kon in alle rust naar de hemel gaan.
We hielden een ceremonie. We legen bloemen op en naast haar. En wenste haar al het goede toe. Ze lag daar zo vredig. We hadden haar ogen gesloten. De kleine Kinga keek zeer triest. Hij had sinds haar dood geen woord gezegd. Hij zat tegen Milane gedrukt. Saronse wenste haar als laatste veel geluk toe. hij had een grote witte bloem bij zich. Met zilveren randen. Hij legde die op haar hoofd en zei. " "We will see you back in heaven. Rest In Peace White Beauty..." Daarna ging hij weg.
We hadden hem een paar dagen niet gezien. Maar ik wist dat hij een tijdje moest nadenken.
Het zalige leven bleef niet bestaan... Waar is Saronse?
De aarde beef. Zoiets had ik al eens een lange tijd meegemaakt. De aarde is weer iets nieuws aan het vormen. Maar het hield nooit geen rekening met levende wezens die het leven konden verliezen. Ik wist één gouden tip, rennen. Zo ver je maar kon. Ik zag saronse hier en daar flitsen. Hij nam de leiding. Hij bleef vrij kalm. Maar ik wist dat hij vanbinnen angst had om levens te verliezen. Ik en de rest volgden hem blindelings. We bleven maar rennen. Terwijl om ons heen de aarde begon te scheuren. Ik hoorde achter mij paniek. Door die paniek begon iedereen in paniek te schieten. Ik probeerde me te beheersen. Al borrelde de angst in mij. Iedereen begon tegen elkaar te bosten en te duwen. Saronse deed zijn best om beheerst te blijven. En dat was wijs. Opeens, opeens verloor ik hem uit het oog. Hij was weg!! Ik zag hoe de paarden voor mij een grote sprong namen. Ik zag voor mij een groot gat. Mijn ogen gleden naar beneden. Ik zag Saronse! Ik riep hem en probeerde te stoppen. Maar ik faalde daar in. De paarden waren zo in paniek dat ze gewoon door wilden gaan met lopen... We liepen nu blind. We liepen gewoon naar ergens. Er was geen controle meer. Toen ze merkten dat er geen leiding meer was sloeg er meer paniek. Om ons heen braken er bergen door de grond en reisden omhoog. We werden ingesloten. Gescheiden van onze geliefde leider. Saronse. Toen de aarde klaar was met de transformatie kwam de rust terug. Ik nam de leiding. Maar ik zal nooit de plaats van Saronse nemen. Ik hoop dat hij in orde is, en dat hij weer herenigt word met zijn kudde. Want als hij gescheiden blijft van zijn kudde zullen wij dat nooit overleven. Er is geen betere als Saronse. We hebben nu grote problemen. Er is geen uitweg en voedsel. We proberen weg te geraken. Ik doe mijn best om de paarden in leven te houden. Maar zal ik er in slagen tot hij weer terug komt? Laten we maar hopen...
Hoe Spreek Je Zijn Naam Uit?: Saronsei :3