Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

"The World Is Ahead."

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1"The World Is Ahead." Empty "The World Is Ahead." vr 21 jun - 8:25

Ventus

Ventus

Ken je Lord of the Rings en The Hobbit en die andere van [Je moet geregistreerd en ingelogd zijn om deze link te kunnen zien.]? En sexy Legolasblijheid? Ik heb ook mijn eigen wereld gemaakt met Elven, Dwergen en mensen. Hij is nog niet af maar ik heb ondertussen wel een naam gekozen c: Plantio.
En dit is mijn eerste hoofdstuk. Het gaat allemaal over het meisje Dana, prinses van het Woud Liamá. 
Enjoyy ;D



The World Is Ahead.

~ Proloog ~


Een meisje met mooi lang, stijl, blond haar en donkerbruine ogen staarden naar beneden. Ze zat op een dikke tak hoog in een boom. Een magische boom zeiden ze over deze boom. Men zegt dat de koningen en koningen met ze konden praten en ze laten bewegen. Dus veel mensen waren bang om naar het woud te gaan. Uit schrik dat de bomen hun zouden verpletteren of gangen nemen want men zegt ook dat de koningen niet van vreemdelingen hield. Maar stukjes ervan zijn waar. Ten eerste: De koningen en koningen kunnen de bomen inderdaad laten bewegen en praten. Maar ze zouden geen vreemdelingen verpletteren. Het enige gemene wat zij zouden doen is zodanig een pad maken dak je weer uit het woud gaat. Dat doen ze enkel onder bevel of als de vreemdelingen hun echt niet aanstaan. Wat zelden voorkwam. Maar inderdaad niet iedereen hier hield van vreemdelingen. Behalve van andere elven. Alle elven waren zowat vrienden in Plantio. Zij zouden elkaar graag helpen. Mensen die in het westen van het woud woonden waren ook bevriend. Andere mensen zijn niet altijd geliefd hier... Eigenlijk de mensen die ten zuiden van de Dedonbergen woonden, in Desga, waren zowat veroordeeld als vijanden. Die zouden de bomen dus nooit in het woud laten. Eigenlijk sinds de slag van 29 jaar geleden is er geen enkel mens van dat volk binnen gelaten. Nu doen ze niet een te moeite meer om het woud te proberen aanschouwen. Dana zuchtte en liet haar blik naar de fonkelende sterren glijden. Binnenkort zou zij het woud moeten verdedigen tegen het volk die woonde in Desga. Maar zij is nooit vijandelijk geweest tegen mensen. Maar eigenlijk heeft ze het volk nog nooit gezien of gesproken. Dat verbied haar vader namelijk. Hij verbied het om over de grote rivier, Plin, te gaan. En ook niet naar de Dedonbergen. In de Dedonbergen woonde ooit een groot koning. Er zaten die puntige bergen tussen de andere, op de grootse was zijn paleis opgesteld. Maar sinds hij kwaadaardig zeg maar geworden is, werden de bergen als behekst veroordeeld. Nu noemden ze het de schaduwbergen genoemd. Niemand durfde er naartoe omdat ze je beheksten. Dat zegt men. Maar sinds kort worden er vaak leugens verspreid om de wereld bijzonder te maken. als je het zo kan noemen. Dana noemde het zieke mensen. Kinderen bang maken, ziek gewoon. "Dana!" riep er iemand die haar uit haar gedachten liet schrikken. "Mijn vrouwe, de koning vraagt je om binnen te komen. Het word koud." zei de stem weer. Het was de stem van Éolas. Iemand die heel hoog stond bij de koning. En ooit bij de koningin, maar die is 11 jaar geleden aan een ziekte gestorven. Een tragedie voor het volk. Elk jaar word ze herdenkt en voor haar gezongen. Meestal is Dana dan weg. Verborgen. Ze kan het nog niet aan en ze wilt het ook niet proberen. Ze gaat altijd helemaal tot het uiteinde van het woud. Westkant. daar staat een hele oude boom waar ze dan mee praat. "Mijn vrouwe?" klonk de stem weer. "Sorry. Ik kom eraan." klonk haar zachte stem. Behendig klom ze uit de boom en liep achter Éolas aan. Hij hield de deur van het paleis voor haar open en boog zijn hoofd toen ze hem voorbij liep. Ze liep direct op de trap af en verdween boven op de trap in een kamer. 


En vinden jullie het al iets? c:

2"The World Is Ahead." Empty Re: "The World Is Ahead." za 29 jun - 8:40

Ventus

Ventus

~ Hoofdstuk 2 ~
 
~ The end of the beginning.  ~
 



 
De zon scheen fel op haar gezicht dus trok ze haar zachte zijde deken voor haar ogen. Zo bleef ze een minuutje of 3 liggen. Toch verliet eerst een zucht haar mond voor ze opstond. Ze rilde even toen ze de koude grond voelde maar trok ze niet terug. Ze pakte wat kleren uit een grote inloopkast en die trok ze aan. Haar pyjama vouwde ze op en legde ze weer op het bed. Ze streek het plat en keek naar het raam. Ze had gisteren de gordijnen vergeten dicht te doen. Langzaam liep ze er naar toe en deed de klink omhoog en trok het raam open. Een frisse lentegeur drong haar kamer binnen. Het was de 7de lente dag. Toen liep ze vlotjes haar kamer uit naar de kamer er naast. Waar een grote spiegel stond. Ze pakte de kam van het bijzettafeltje en liep naar de spiegel. Ze deed met vloeiende bewegingen haar haar dat van voor was naar achter en maakte er een klein vlechtje van. Echt het kapsel wat bijna alle elven hadden. Ze glimlachte, legde de kam terug en liep met vlotte stappen de trap af naar de keuken. Daar ontbeet ze vlug en toen ging ze naar buiten. Haar vader was ze nergens tegen gekomen. Best opgelucht as ze al uit het zich van het kasteel verdwenen. Haar vader, Daelo de koning van het Woud Liamá, vond het niet leuk als ze zo ver ging. Maar dat deed ze bijna altijd. Ze liep tussen de bomen tot het einde van het woud. Het was een mooie heldere dag dus zag ze heel vaag de vorm van bergen. Ooit zal ze er naar toe gaan. Maar dat zou ze nooit mogen. Iets verstoorde haar uit haar gedachten. Voetstappen. En een mensen geur. Eerst dacht ze dat het van het dorp naast het woud was, Gys. Maar de geur was anders. Een oude geur… Desga. “Ohoh” verliet haar mond. Onhoorbaar liep ze op de geur af. Ze waren nog niet in het woud.
Goed, anders zouden de bomen het al merken. Na 7 meters ongeveer keek ze vanachter een oud verlaten huisje naar een jongen. Hij hoorde duidelijk niet hier. Hij zat op een bankje naar de lucht te staren. Hij had kort stijl blond haar en groene ogen.  “Je zou hier beter weggaan, als ik jou was.” Zei ze zo normaal mogelijk. Maar het was vreemd om na zoveel jaar weer iemand van Desga te zien. Daar kon ze niks aandoen. “Wat?” vroeg de jongen die haar duidelijk nog niet had opgemerkt. Ze slikte en liet zichzelf zien. “Ik zei: Het is hier niet veilig voor mensen zoals jij.” Zei ze met andere woorden dan net. “Ik geloof niet in die sprookjes van de bomen en planten hoor.” Zei de jongen zo stoer mogelijk. Dana werd een beetje kwaad hiervan en deed haar ogen toe en fluisterde: “Tempures nahil.” Een lange tak bewoog zich van de struik die naast het bankje stond waar de jongen opzat. En hij ging met een ruk naar de jongen zijn arm en wikkelde zich er omheen. Ook de andere takken gingen naar de arm en een been van de jongen. “Wat? Laat me los?!” schreeuwde de jongen terwijl hij zijn arm probeerde los te trekken maar de greep was de sterk. Nu gingen de struiken die aan de andere kant stond het zelfde doen maar bij de andere arm en been. “Geloof je ze nu?” zei Dana brutaal. “Ja! Laat ze me nu loslaten!” riep hij haar ruw toe. “Tehin.” fluisterde Dana zacht en de greep werd losser maar verdween niet. “Wie ben je en wat kom je hier doen?” vroeg ze streng. Even keek de jongen haar verwonderd aan, door haar sterke stemverandering maar zei toen: “Mijn naam is Oliver. Ik ben weggestuurd…” Het laatste kwam er zachter uit haast fluisterend. “Weggestuurd?” vroeg Dana verontwaardigd.

3"The World Is Ahead." Empty Re: "The World Is Ahead." ma 1 jul - 0:49

Ventus

Ventus

~ Hoofdstuk 3 ~
 
~ Makes yourself a hater. ~
 



 
Oliver keek me bedenkelijk aan en zei toen “Ja, weggestuurd.” Dana beet op haar lip. Ze mocht niet met mensen van Desga omgaan. Haar vader zou haar wurgen als hij het wist. Voorzichtig zette ze een stap achteruit. “Waarom kom je dan uitgerekend naar hier?” vroeg ze vlug. Hij moest weggaan voor iemand anders hem doorhad. Ze zouden direct naar haar vader gaan! “Weet ik veel waar ik naartoe moest gaan!” riep hij toen ineens heel opvliegerig. “Nou niet naar hier.” Snauwde ze terug toe. De greep van de planten werden weer strakker en er kwamen meer takken die een strakke greep pakte. “Elfen…” zuchtte de jongen. “Je zit in het gebied van de elven je zou maar beter oppassen met wat je zegt.” Zei Dana beledigt. De dichtste boom krom zijn rug precies waardoor hij er dreigend uit zag.  “Ik wist niet dat elven zo opvliegerig waren” sprak hij haar uitdagend toe. “Ik wist niet dat mensen zo irritant en ondankbaar konden zijn. Als je al in het bos waren gegaan hadden de bomen je naar mijn vader gebracht, idioot!” zei Dana toen die lichtjes aan bui werd. “Wou wat erg, een elvenvader” sprak de jongen die totaal niks door had van haar stamboom.  Dana had hier direct een antwoord op: “Correctie: een elvenkoning. Om precies te zijn de elvenkoning, Daelo.” Dit kwam er trots en sluwer uit dan bedoeld. De jongen schrok precies even. “Dus ik heb met de zachtaardige Dana van het woud de maken? Die geruchten klopte niet helemaal” zei de jongen. Dana rolde met haar ogen en zei “Correctie: de zachtaardige Dana die mensen verafschuwt nu ze hen leert kennen. En trouwens jij moet me mijn vrouwe noemen als je geen probleem wilt” En juist op dat moment kwam Éolas aan. Hij keek direct de jongen streng aan. “Indringer gevonden. Goed, Dana. Je hebt hem al vast gezet, zie ik?” zei hij met een glimlach. Éolas mocht van haar vader haar niet Dana noemen maar zij stond er bijna altijd op dus als Daelo er niet bij was noemde hij haar Dana anders vrouwe Dana. Ze glimlachte even maar was verast. Hoe kon Éolas weten dat er hier een indringer was? Éolas las precies haar gedachten en zei toen “De bomen hadden wat vermoedens.” Nadat hij een knipoog aan Dana had gegeven ging hij richting de jongen. “Hebben jullie het nog niet geleerd?” zei hij tegen hem. Ondertussen kwam er een Ent aan. Een boomherder. Dit waren de enige bomen die hier kunnen lopen namelijk. Zijn grote hand van takken greep de jongen rond zijn middel. Toen lieten alle takken los en werden weer korter tot het weer leek op een levenloze struik. De jongen stribbelde niet tegen hij was te verbaasd. Terwijl de Ent, Oliver en Éolas vertrokken naar het kasteel bleef Dana staan. Weggestuurd… Waarom? Dat was ze vergeten te vragen.. Ze keek de figuren na tot ze hen niet meer zag toen begon ze via binnenwegen en behendige truckjes ook naar het kasteel. Maar ze was er dus voor hen. Ze kwam in de grote troonzaal en ging op haar stoel naast haar vader zitten. “Er is een mens in het woud.” Sprak hij haar toe. “Weet ik. Ik heb hem al ontmoet” zei ze eerlijk. Liegen tegen mijn vader deed ze niet. Dat zou hij ook nooit tegen haar doen. Hij keek haar even aan en zei toen op een bezorgde toon: “Hij of zij was hopelijk een beetje vriendelijk?” Het was lief om te zien dat haar vader bezorgd was. Hij mocht mensen vaak niet. Ze keek haar vader recht in de ogen aan en zei toen: “Vanaf nu haat ik mensen. Hij was een onbeschofte elvenhater.” Ze was kwaad op Oliver. Het had haar niet aangestaan dat hij zo grof was. “Hij is van Desga” zei ze nog even. Nu pas zou hij in de problemen komen. Haar vader zijn blik werd al kwader. Niemand deed grof tegen zijn geliefde dochter zonder problemen te krijgen met haar vader.
 
De Ent had de jongen vast gebonden met bladeren en hem aan het pad neergezet. Van de vier bewakers pakte twee hem langs de schouders vast. Elk aan een schouder. Éolas liep voorop. Hij leidde de drie naar de troonzaal. Toen hij binnenkwam boog hij direct. Ook de twee bewakers. Oliver keek verward maar werd toen door de bewakers neer getrokken waardoor hij ook moest buigen. Dana keek hem geen een seconde meer aan. Daelo ging rechtstaan en keek de jongen keurend aan.
Dit kon echt nog slecht voor hem aflopen…

4"The World Is Ahead." Empty Re: "The World Is Ahead." ma 1 jul - 9:11

Ventus

Ventus

~ Hoofdstuk 4 ~


~ The life of your dreams ~

________________________________________

“En wie mag jij wel zijn?” zei Daelo met een afkeurende blik toen hij voor Oliver stond. “Oliver. Oliver Drain, mijn heer” zei hij zacht. “Aha. Een Drain dus” zei hij bedachtzaam. Drain klonk Dana wel bekend in de oren. Maar ze kon er niks op plakken. Nu nog niet. “Dus Oliver Drain. Wat moet je hier?” vroeg haar vader met een nadruk op Oliver Drain aan de jongen. Maar hij antwoordde niet. Daelo keek hem aan en zei toen richting Éolas: “Je weet wat je moet doen.” Éolas knikte en boog. Toen wenkte hij de twee bewakers om de jongen mee te nemen. Naar de kerkers. “Hij was aardiger hier” zei Dana zacht. Maar haar vader reageerde niet, hij was aan het nadenken over de naam Drain, en ging naar de eetzaal. Toen Dana hem niet meer zag en Éolas en de bewakers terug kwamen ging ze stiekem naar de kerkers. Er stonden enkel bewakers boven aan de trap. “Ik moet nog iets vragen van mijn vader” loog ze tegen de bewakers. Ze deden de deur voor haar open en als ze binnen was weer met een klap dicht. De fakkels branden allemaal. Dana liep door tot de achterste ‘kooi.’ Momenteel was er maar 1 gevangen. Oliver dus.
“Weggestuurd?” vroeg ze aan hem. Oliver keek haar even aan maar antwoordde niet. “Luister, ik vroeg je iets. Ik ben de enige die je hier kan uithalen. Mijn vader zal het enkel doen als zijn geliefde dochter het wilt. Dus oftewel werk je nu mee oftewel blijf je hier heel je zielige leven zitten. Jouw keuze” zei Dana grof. “Ik moest dit geven” zei hij terwijl hij een rol uit zijn jas haalde en hem aan Dana overhandigde. Dana keek de rol aan en rolde hem toen open.

Beste Daelo,
Wij willen u vragen of u wat elven kunt sturen.
De bomen die achter ons dorp staan zijn kwaad geworden.
Ze vallen nu zelfs kinderen aan als ze in het bos komen.
Wij zijn nu bezig met een grote muur te bouwen die er tussen komt.
Maar toch vragen wij u een gunst om elven te sturen voor de veiligheid van mijn volk.
Zodat ze de bomen kunnen vragen wat er is en om rustig te zijn.
Anders zullen we de bomen allemaal moeten omhakken.


Grayel Flynn, koning van Desga

Toen Dana dit had gelezen keek ze Oliver aan. “Sukkel! Waarom heb je dit niet direct gegeven?” riep ze me kwaad toe. Hij keek gewoon naar de grond. ‘Nee, de bomen mogen ze niet omhakken!’ was Dana haar gedachten. Dus rende ze vlug naar de trap en de deur duwde ze met een bons open. Direct liep ze naar de eetzaal waar haar vader nog zat. Hij was net klaar met eten en wou al bijna vertrekken. Nu stapte ze richting haar vader en overhandigde de brief aan haar vader. “Wat is dit?” vroeg hij toen hij het aanpakte. “Drain was dit vergeten af te gegeven” zei Dana. “Typisch, Drain’s” sprak haar vader toen hij de rol opende. Hij begon ze te lezen en keek toen ongerust richting Dana. “Inderdaad” zei Dana zacht toen ze zijn gezicht zag. Haar vader zuchtte zacht en liep toen richting Éolas die in de troonzaal was. Hij sprak op een bevelende toon naar hem: “Jij en je best vertrouwde 15 mannen die goed met bomen om kunnen gaan moeten morgen klaar zijn voor een grote en gevaarlijke reis.” Éolas gaf Dana en daarna haar vader een bezorgde en verwarde blik. Daarna sprak hij haar vader aan: “Natuurlijk, mijn heer.” Hij boog nog snel en was weg. “Mag ik mee?” vroeg ze aan Daelo. Hij keek haar kwaad aan en zei heel snel en duidelijk “Nee. Geen denken aan!” Dana zuchtte. ‘Sorry pap, deze keer beslis jij niet’ sprak ze in haar zelf terwijl ze richting de trap ging. Vanonder  aan de trap keek ze haar vader aan en zag dat hij een bezorgde blik had. Hij was helemaal in gedachten gezonken.

5"The World Is Ahead." Empty Re: "The World Is Ahead." ma 15 jul - 5:46

Ventus

Ventus

~ Hoofdstuk 5 ~
 
~ I don't have no fear of death. ~18:45:54
 


 Dana was haar tas aan het pakken. Zij had het al besloten sinds ze de brief gelezen had. Zij zou naar Desga gaan. “Maar je weet de weg toch niet?” vroeg Dana haar kitten, Mr. Mupkins. Zo had Dana hem genoemd wanneer ie net geboren was. 9 maanden geleden. Ja, sommige dieren in Plantio waren betoverd en konden praten. Hoe ze betoverd zijn geraakt weet niemand… “Inderdaad. Maar ik denk dat ik daar al iets op weet.” Had Dana bijtend op haar lip gezegd. Dit was haar enige kans. Dus liep ze naar beneden naar de kerkers. De bewakers lieten haar zonder iets te zeggen door. Ze ging naar Oliver en zei zacht: “Weet jij de weg naar Desga?” Oliver keek haar aan en knikte. “Als ik je hier uit kan halen, breng jij me dan naar Desga? Deal?” vroeg Dana nog zachter. “Waarom wil je naar Desga?” vroeg Oliver.”Doet er niet toe” zei Dana ruw. Oliver keek even achterdochtig en zei toen: “Deal.”
Dana ging toen weer naar boven en pakte alles wat ze nodig had en eten voor 1 maand ongeveer. Ze wist niet hoeveel Oliver zou eten en hoelang de reis was dus nam ze maar veel mee. Toen ging ze naar buiten, naar de stal en maakte stiekem twee paarden klaar, Lahim en Fréga. Lahim was Dana haar paard. Hij was helemaal zwart. Frega was ook zwart maar had een witte bles en witte sokjes. Ze naam ook wat paarden snoepjes in haar tas mee. Ze zouden deze nacht nog vertrekken en ze moesten vaart hebben. Stel je voor dat ze er snel achter kwamen dat ze weg was. Dus ze moesten beter al uit hun bereik zijn. En het liefst wou ze via de Dedonbergen gaan maar dat zouden ze van haar verwachte dus moeten ze zo snel mogelijk Plin oversteken. Dat was haar enige kans.
Dus deze nacht. Om elf uur begon ze zich te pakken. Haar spullen had ze al bij de paarden gezet nu moest ze enkel nog Oliver gaan halen. Ze liep zachtjes, zo stil mogelijk, de trap af. Toen naar de deur van de kerkers die momenteel niet bewaakt werd. Ze pakte de reservesleutel en liet Oliver eruit. Ze deed haar vinger voor haar mond om te laten zien dat hij stil moest zijn. Toen liepen ze samen zo stil mogelijk naar de stallen. Toen ze alle bagage op de paarden hadden gezet vertrokken ze…
Na een uur te stappen tot ze in het dorp naast Liamá kwamen gingen ze zuidwaarts. Dus rond half een stonden ze voor Plin. Hier dichtbij, 5 minuutjes vandaan, was een brug. Maar die was haast altijd bewaakt dus oversteken is een probleem. “Ik kan niet via die brug. Ze zullen me zien en naar mijn vader gaan.” Sprak Dana zacht tegen Oliver. Hij zuchtte en bekeek de rivier bedenkelijk aan. “De stroming is te verraderlijk. Zwemmen is geen optie. Zeker niet met de paarden, ze zouden de stroming zeker niet aankunnen… Hmm… Is er geen andere brug? Ik zelf ben namelijk of die hier gekomen en inderdaad. Die werd bewaakt.” Zei hij fluisterend. Dana beet op haar lip en zei bijna onhoorbaar: “De Indotunnel…” Oliver keek haar aan en knikte. “Het is onze enige weg, ben ik bang.” Zei hij toen hij Fréga richting westen liet stappen. Dana volgde traag. De Indotunnel lag naast Indo zelf. Dus ook dicht bij de Dedonbergen die in Indo lagen. Maar er niet in en niemand zou verwachten dat Dana daardoor ging. Niemand deed dat. Niemand was zo idioot… De Indotunnel loopt onder Plin. Helemaal schuin van Indo tot aan de moerassen van Mort ging. Mort lag zuidwaarts van Liamá, over Plin. Maar nog dieper, onder Plin en de tunnel is de koning, die kwaadaardige, begraven. Dat zegt men toch en dit keer geloofde Dana het. Want, dit weten enkel Daelo,Dana en Éolas, de broer van Éolas is richting die tunnel gestuurd en nooit meer teruggekeerd. De drie hebben dit nooit tegen iemand gezegd omdat ze het volk niet bang wouden maken. Maar Dana werd zelf nu bang. Doodsbang. Stel je voor dat ze nooit meer terugkeert naar Liamá… Dana zuchtte. Deze gedachten kon ze amper aan. Nooit meer terugkeren… Vreselijk. Maar zij had gekozen om weg te gaan. Terugkeren zou dom zijn. Haar vader zou haar een ‘Zie je wel?’ of een ‘Ik zei het toch’ preek geven en daar had ze momenteel geen zin in. Eigenlijk zou ze daar nooit zin in hebben.
Dana zuchtte en spoorde haar paard aan tot ze langs Oliver liep. 

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum