"I told him I want a planet to dominate"
Duisternis dieper dan inkt slokte de aarde op. Er was geen maan om naar te huilen, geen wind om de bladeren te doen ritselen. Alles was doodstil. De nacht was onheilspellend, ongewoon zwarter dan het in de laatste tijden was geweest. De absentie van geluid en leven schijnend.
Geplons van bewegend water trok door de bossen als een gil in de lege luchtstroom. Zilverwitte manen dreven op het wateroppervlak, half geplakt aan het opgeblazen lijk. Het dreef stilletjes, was niet dat wat het geluid geproduceerd had. Een silhouet rees op uit het water.
Aaaah...
Een druppel, gevoel- smaak van iets wat haar intrigeerde, haar bezighield. Haar geest scherper stelde: Een obsessie. Pijn en een geweldig gevoel van vloeibaar geluk wat samen met het bloed door haar keel gleed, de opgetrokken lippen bevochtigde. Zonder enige emotie of enig gevoel van spijt.
Twee glanzende pisgele ogen keken op in deze maanloze nacht. Een bijna hese stem weerklonk in het donker. "Ah, hoe... buitengewoon." Er zat een merkwaardig gekraak in de toon. Alsof het niet het enthousiasme verbergen kon. "Zie jij dat ook? Lootah?"
De tweede schim, evenals staand tot zijn borst in het water keek nu ook op. Zijn witte vacht leek grijs in de duisternis, desondanks was zijn vacht bevlekt met bloedsporen. Zijn rode ogen imiteerde de beweging van de merrie, liet zijn ogen evenals op de zwarte nacht rusten. "De verduistering van de maan." zei hij simpelweg.
Een maansverduistering. JaDe lippen van de eerste schim krulde omhoog tot een hysterische lach. "Jah... Wellicht wordt het tijd om wat oude vrienden met een mededeling te verblijden."
"Joúw vrienden, Fawn. Niet mijn vrienden." Zijn neus gleed over het water richting de merrie en betastte die. "Toch weet ik zeker dat je plezier met ze zult beleven, Lootah." Bloed droop stilletjes van hun lippen.
"ÁaaaahUM~" Een luide gaap mengde zich met dat van de op de grond neerkomende hoeven. Wat gesmak volgde. Overal om hun heen reikten de witte bergtoppen naar de hemel, verdwenen in witte misten hoog in de lucht. Een verlichtende zucht verliet haar mond.
"Jája, meneer. In dit land heb ik veel meegemaakt. Geweldige herinneringen, waren het, die ik hier heb moeten achterlaten." Fawn glimlachte tevreden. Ze had hem hun hele reis al haar verhalen verteld. "Het zou me deugd doen die weer her te beleven." Over de Valkyrie, Sythka en de idiote my little pownies. En... Haar plannen om al deze gebieden te overheersen. In gedachten verzonken dat ze was geweest, besefte ze opeens wat ze had gezegd en keek op met een bijna verontschuldigende blik op haar donkere gezicht. "Óh… maar natuurlijk waren die herinneringen met jou óók geweldig." beloofde ze de hengst wellicht ietwat laat met een veelzeggende grijns op haar lippen.
(Ask before you reply)
Duisternis dieper dan inkt slokte de aarde op. Er was geen maan om naar te huilen, geen wind om de bladeren te doen ritselen. Alles was doodstil. De nacht was onheilspellend, ongewoon zwarter dan het in de laatste tijden was geweest. De absentie van geluid en leven schijnend.
Geplons van bewegend water trok door de bossen als een gil in de lege luchtstroom. Zilverwitte manen dreven op het wateroppervlak, half geplakt aan het opgeblazen lijk. Het dreef stilletjes, was niet dat wat het geluid geproduceerd had. Een silhouet rees op uit het water.
Aaaah...
Een druppel, gevoel- smaak van iets wat haar intrigeerde, haar bezighield. Haar geest scherper stelde: Een obsessie. Pijn en een geweldig gevoel van vloeibaar geluk wat samen met het bloed door haar keel gleed, de opgetrokken lippen bevochtigde. Zonder enige emotie of enig gevoel van spijt.
Twee glanzende pisgele ogen keken op in deze maanloze nacht. Een bijna hese stem weerklonk in het donker. "Ah, hoe... buitengewoon." Er zat een merkwaardig gekraak in de toon. Alsof het niet het enthousiasme verbergen kon. "Zie jij dat ook? Lootah?"
De tweede schim, evenals staand tot zijn borst in het water keek nu ook op. Zijn witte vacht leek grijs in de duisternis, desondanks was zijn vacht bevlekt met bloedsporen. Zijn rode ogen imiteerde de beweging van de merrie, liet zijn ogen evenals op de zwarte nacht rusten. "De verduistering van de maan." zei hij simpelweg.
Een maansverduistering. JaDe lippen van de eerste schim krulde omhoog tot een hysterische lach. "Jah... Wellicht wordt het tijd om wat oude vrienden met een mededeling te verblijden."
"Joúw vrienden, Fawn. Niet mijn vrienden." Zijn neus gleed over het water richting de merrie en betastte die. "Toch weet ik zeker dat je plezier met ze zult beleven, Lootah." Bloed droop stilletjes van hun lippen.
"ÁaaaahUM~" Een luide gaap mengde zich met dat van de op de grond neerkomende hoeven. Wat gesmak volgde. Overal om hun heen reikten de witte bergtoppen naar de hemel, verdwenen in witte misten hoog in de lucht. Een verlichtende zucht verliet haar mond.
"Jája, meneer. In dit land heb ik veel meegemaakt. Geweldige herinneringen, waren het, die ik hier heb moeten achterlaten." Fawn glimlachte tevreden. Ze had hem hun hele reis al haar verhalen verteld. "Het zou me deugd doen die weer her te beleven." Over de Valkyrie, Sythka en de idiote my little pownies. En... Haar plannen om al deze gebieden te overheersen. In gedachten verzonken dat ze was geweest, besefte ze opeens wat ze had gezegd en keek op met een bijna verontschuldigende blik op haar donkere gezicht. "Óh… maar natuurlijk waren die herinneringen met jou óók geweldig." beloofde ze de hengst wellicht ietwat laat met een veelzeggende grijns op haar lippen.
(Ask before you reply)