De zee geeft en neemt. Zo ging. De prachtige ketting, afkomstig van de plaats waren mensen leefde, spoelde aan op het strand. Enkele honderd kilometers verder, zat een lichtblonde vrouw gehurkt aan het strand, in de diepe hoop dat de zee haar ketting terug gaf. Maar die schonk het aan een ander strand. Een strand waar geen mensen kwamen.
Gekrijs van een meeuw, verstoord opende Sophie haar ogen. Even zuchtte ze diep en sloot ze toen weer, terwijl ze haar hoofd naar beneden liet zakken. Enkele secondes waren haar poging om in slaap te komen, maar de meeuw bleef krijsen. Sophie had respect voor de wereld en zijn natuur, maar dit werd toch wel wat gortig. ''Mag ik even slapen, ja!?''riep ze naar de meeuw toe, die verontwaardig iets terug krijste, in zijn eigen taal en toen wegvloog. ''Thanks'' zei Sophie en ze besloot het op nieuw te proberen. Nu duurde het een minuut. ''Laat maar''. Sophie opende haar ogen weer en rekte zich wat uit. Midden in de nacht was ze hier aangekomen, gelukkig scheen de maan fel en waren de sterren zichtbaar. Ze was doodop geweest en was vrijwel meteen in slaap gevallen. Waar ze precies was, had ze niet kunnen zien. Het was aan het eind van de ochtend, zag Sophie in. Toch nog wel lang geslapen. Ze hoorde geklots van water en voelde dat ze wegzakte in zand. De Haflinger draaide haar hoofd om en zag de zee. Haar lichaam keerde zich in een ruk om en liep naar het water. Zee! Ze had dorst en dan kreeg ze dit? Zee water was niet drinkbaar, dat wist elk paard, Hopelijk was er ergens in de buurt zoet water, een bron ofzo. Sophie begreep dat ze haar dorst even in toom moest houden en besloot maar langs de zee te wandelen. De rustige golven kletste op het ondiepe water en trok zich toen weer terug.. In de verte waren de golven hoger, maar naarmate ze meer bij het strand kwamen, leken ze te krimpen. Golven. Een raar maar mooi iets. Sophie had niks tegen de zee, behalve dat hij zout was. En dat ze nu dorst had. ''Niet aan denken''schoot er door haar kop. Gelukkig, gaven haar hersenen haar een tip... Echter...Hoe dacht je niet aan drinken, als je zo droog stond als het maar kon en naast je het water klotste. Maybe moest ze maar eens het bos in...In plaats van hier blijven. Net toen ze zich wou omdraaien en het bos wou betreden, zag ze iets glinsteren in het water. Verbaasd liep Sophie er naar toe en keek naar het glinsterde iets. Het glinsterde en het was goudkleurig. Een soort van metalen slinger leek het, maar de uiteinden zaten aan elkaar en in het midden hing een dingetje. Toen Sophie beter keek, zag ze dat het een steigerend paard was. Opeens wist ze de naam van het iets; een ketting. Toen ze nog in de buurt van de mensen leefde, zag ze die wel vaker. Zo kwam ze achter de naam. Sieraden. Sophie schudde haar hoofd grijnzend en haalde toen met haar hoef de ketting uit het water. Boven op het strand liet ze de ketting weer van haar hoef af glijden en ze bekeek hem. Een geschenk van de zee. Dit was mooi, ze wou hem wel houden, maar hoe? Om haar nek paste hij niet en voor haar been was hij juist weer te ruim. Tenzij... Ze stak haar been door de ketting en hield die krampachtig omhoog. Haar tanden grepen de ketting en ze deed hem dubbel om haar been heen, dit herhaalde ze nogmaals en toen zag het ding goed genoeg. Dit was mooi. Trots liep ze verder. Net toen Sophie het bos in wou gaan, voelde ze dat er iemand achter haar stond. Verbaasd bleef ze staan en richtte haar oren naar achteren. Een paard, ze rook de geur. Sophie was nieuw in DH, dus de kans dat ze deze zal kennen, was klein. Uiteindelijk draaide ze zich om. '''Hallo''begroette ze.
-Open, maar liever geen gevechten-
Gekrijs van een meeuw, verstoord opende Sophie haar ogen. Even zuchtte ze diep en sloot ze toen weer, terwijl ze haar hoofd naar beneden liet zakken. Enkele secondes waren haar poging om in slaap te komen, maar de meeuw bleef krijsen. Sophie had respect voor de wereld en zijn natuur, maar dit werd toch wel wat gortig. ''Mag ik even slapen, ja!?''riep ze naar de meeuw toe, die verontwaardig iets terug krijste, in zijn eigen taal en toen wegvloog. ''Thanks'' zei Sophie en ze besloot het op nieuw te proberen. Nu duurde het een minuut. ''Laat maar''. Sophie opende haar ogen weer en rekte zich wat uit. Midden in de nacht was ze hier aangekomen, gelukkig scheen de maan fel en waren de sterren zichtbaar. Ze was doodop geweest en was vrijwel meteen in slaap gevallen. Waar ze precies was, had ze niet kunnen zien. Het was aan het eind van de ochtend, zag Sophie in. Toch nog wel lang geslapen. Ze hoorde geklots van water en voelde dat ze wegzakte in zand. De Haflinger draaide haar hoofd om en zag de zee. Haar lichaam keerde zich in een ruk om en liep naar het water. Zee! Ze had dorst en dan kreeg ze dit? Zee water was niet drinkbaar, dat wist elk paard, Hopelijk was er ergens in de buurt zoet water, een bron ofzo. Sophie begreep dat ze haar dorst even in toom moest houden en besloot maar langs de zee te wandelen. De rustige golven kletste op het ondiepe water en trok zich toen weer terug.. In de verte waren de golven hoger, maar naarmate ze meer bij het strand kwamen, leken ze te krimpen. Golven. Een raar maar mooi iets. Sophie had niks tegen de zee, behalve dat hij zout was. En dat ze nu dorst had. ''Niet aan denken''schoot er door haar kop. Gelukkig, gaven haar hersenen haar een tip... Echter...Hoe dacht je niet aan drinken, als je zo droog stond als het maar kon en naast je het water klotste. Maybe moest ze maar eens het bos in...In plaats van hier blijven. Net toen ze zich wou omdraaien en het bos wou betreden, zag ze iets glinsteren in het water. Verbaasd liep Sophie er naar toe en keek naar het glinsterde iets. Het glinsterde en het was goudkleurig. Een soort van metalen slinger leek het, maar de uiteinden zaten aan elkaar en in het midden hing een dingetje. Toen Sophie beter keek, zag ze dat het een steigerend paard was. Opeens wist ze de naam van het iets; een ketting. Toen ze nog in de buurt van de mensen leefde, zag ze die wel vaker. Zo kwam ze achter de naam. Sieraden. Sophie schudde haar hoofd grijnzend en haalde toen met haar hoef de ketting uit het water. Boven op het strand liet ze de ketting weer van haar hoef af glijden en ze bekeek hem. Een geschenk van de zee. Dit was mooi, ze wou hem wel houden, maar hoe? Om haar nek paste hij niet en voor haar been was hij juist weer te ruim. Tenzij... Ze stak haar been door de ketting en hield die krampachtig omhoog. Haar tanden grepen de ketting en ze deed hem dubbel om haar been heen, dit herhaalde ze nogmaals en toen zag het ding goed genoeg. Dit was mooi. Trots liep ze verder. Net toen Sophie het bos in wou gaan, voelde ze dat er iemand achter haar stond. Verbaasd bleef ze staan en richtte haar oren naar achteren. Een paard, ze rook de geur. Sophie was nieuw in DH, dus de kans dat ze deze zal kennen, was klein. Uiteindelijk draaide ze zich om. '''Hallo''begroette ze.
-Open, maar liever geen gevechten-