Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Never trust a demon

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1Never trust a demon Empty Never trust a demon di 17 sep - 9:04

Nëya

Nëya

Especially when she tells you not to.

Haar donkere paarsblauwe ogen - dat wat haar als familie van haar vader duidelijk bekend maakte naar diegene die van de  'paarsogen' wist - bewogen niets ziend heen en weer. Niet zozeer omdat haar blik over de omgeving geleed zonder het echt op te nemen, nee, het was simpelweg omdat ze met haar ogen niets kon registeren. Haar moeder had het de ‘vloek’ van haar vader genoemd, de kleine gespikkelde merrie had geen goed woord over de hengst gehad, maar de invloed van haar moeder in haar jeugd was niet groot. Al snel na haar geboorte, eigenlijk vanaf het moment dat haar vader van haar bestaan kwam te weten, werd ze door hem en zijn volgelingen bij haar moeder weggehaald. De eerste motivatie van deze ‘ontvoering’ heeft ze nooit geweten, weet ze ook nog steeds niet, maar het heeft wel bijgedragen aan het feit dat ze meer een vaderskindje was dan een moederskindje. Echter waren haar ogen niet zoals die van haar vader of als van haar ene halfbroer, haar andere halfbroer had de keur van zijn moeders ogen geërfd. Ja, ook Nëya’s ogen waren paars, maar de blauwe haast ‘wazige’ gloed erover maakt het duidelijk voor iedereen dat ze met haar ogen niets kon waarnemen.

‘Veilig’ verschuild tussen de dikke stammen van de naaldbomen had ze de afgelopen dagen doorgebracht. Ondanks dat de jonge zwarte merrie niets kan zien weet ze zich feilloos voort te bewegen, al haar andere zintuigen staan constant op scherp. Bij elke pas deinden haar zwarte lange manen – Nëya lijkt duidelijk meer op haar Friese vader dan haar Chincoteague pony moeder – en de zilveren lok die zowel in haar voorpluk als haar manen zat zachtjes heen en weer. Op zoek naar eten laat ze haar neus richting de grond zakken en door middel van het nemen van kleine teugjes adem te zoeken naar eten.  De sneeuw was ook voor de blinde merrie niet moeilijk te missen. Ze kan de gladde en natte substantie onder haar hoeven voelen, net zoals als ze er met haar neus doorheen glijd. En om eerlijk te zijn, het kleine laagje van de nattige substantie maakt haar zoektocht naar voedsel niet makkelijker. Wat echter niet betekend dat Nëya niet in die zoektocht slaagde, goed, het was wel aan haar lichaam te zien dat ze meer voedsel zou kunnen gebruiken, maar de beginnende spieren onder haar nog dunne vacht waren duidelijk te zien.

2Never trust a demon Empty Re: Never trust a demon do 19 sep - 6:42

Toran

Toran

De pijnbomen en dennen kraakten onrustig op het ritme van de woest waaiende wind. Takken trokken ruw aan zijn zilverwitte maanlokken, lieten kleine klitten achter in zijn haren en maakten krasjes op zijn gouden opperhuid. Zijn dunne zomervacht rilde van de felle bries die als een zaag door zijn botten sneed, hij was geen kou meer gewend sinds hij hier was gearriveerd. Het was waarschijnlijk een verstandiger plan geweest om in de grot te blijven, wakend over de gevangen merries, bang en verwaarloosd als ze waren had hij medelijden met hen. Toran vroeg zichzelf dan ook iedere keer dat hij weer binnenliep waarom hij ook alweer zo nodig bij de barbaarse groep hengsten wilde horen, het deed hem én de merries bovendien weinig goed. Zijn piercingblauwe ogen blonken donker van afkeer en zelfhaat; hij wilde de groep wel verlaten, maar droeg de angst met zich mee om vervolgd te worden door hen en op een figuurlijke brandstapel te eindigen. De ijselijke, gepijnigde kreten van de merries weergalmden al dagen door zijn overgevoelige gehoorgang. Het martelen en verkrachten van hen moest stoppen, ook al had hij geen idee wat hij in zijn eentje kon bereiken, waarschijnlijk niet meer dan een dreun van Tuxedo of één van de anderen. Soms wenste de palomino dat hij nooit zijn geboorteland had verlaten, dan had hij nu tenminste niet in deze penarie verkeerd, dan was hij nu nog bij zijn moeder Lynn veilig in rang drie.

De gevallen sneeuw voelde kil aan tegen zijn dampende, gespierde lichaam, een onaangenaam koud gevoel met zich meebrengend. Zijn oren draaiden nerveus alle kanten op, opzoek naar enig teken van één van de hengsten, bang dat ze hem hier piekerend zouden betrappen, hem tot een zwakkeling en nietsnut doopten. Toran zijn benen maakten een hazensprongetje wanneer een wit sneeuwkonijn uit het ondergesneeuwde struikgewas duikt. ‘Het is gewoon een onschuldig schepsel, niks om je zorgen over te maken, big boy.’ mompelde de geschrokken hengst tegen hemzelf, in een poging zijn hart tot bedaren te brengen. Hij spoorde zijn spieren tot een haastige galop, in hoop de angst - die in zijn hart genesteld lag - te verdrijven. Adem ging schokkerig door zijn neus naar binnen en buiten, zijn torso rees en daalde met eenzelfde schokkende beweging door zijn hijgende longen. Stoomwolkjes verlieten zijn neusgaten, alsof er stoom uit voort kwam. Zijn oren spitsten wanneer een zwarte gedaante zijn netvlies binnendrong. Nieuwsgierig als de hengst altijd al was geweest, nam hij een beslissing en stapte vanonder de dennenbomen op de - zo te zien - merrie af. Hij was niet op jacht naar nieuw voer voor zijn leider en teamgenoten, dit keer niet, hij vertikte het om nog meer onschuldige merries te verleiden met zijn intens blauwe ogen en aantrekkelijke stem, om hen vervolgens totaal gebroken te zien worden.

Benieuwd gleden zijn kijkers over het slanke, maar toch gespierde lijf van de merrie, zijn blik bleef hangen bij haar paarsachtige ogen. Een vaag bekend gevoel deed hem wakker schudden, het zette hem aan het denken. Avanti kon hier niet zijn, die was immers in Blue Moon Horses de boel aan het onderwerpen aan zijn macht, maar waar had deze merrie dan haar paarse oogkleur aan te danken? Toran wilde het vragen, maar hield zijn vraag op zijn tong geplakt, hij wilde haar niet lastigvallen met vragen die haar niks aangingen. ‘Gegroet, merrie. Mijn naam is Toran, en hoe kan ik jou noemen?’ Zijn automatische gentlemen toon werd geactiveerd, de toon waarop hij altijd sprak als hij merries moest vangen. Meteen veranderde de jonge hengst zijn stem naar een normalere, vriendelijkere aangelegde toon. ‘Mag ik vragen waar je die paarse ogen van hebt? Ik herken ze namelijk… een soort van.’ vervolgde hij, zijn nieuwsgierigheid verbergend voor de merrie.

http://coconutts.deviantart.com

3Never trust a demon Empty Re: Never trust a demon do 19 sep - 7:54

Nëya

Nëya

Never trust a demon,

Simpel doordat ze niet zag – en nooit van haar leven ook de mogelijkheid tot zien had gehad – waren haar andere zintuigen sterker ontwikkeld dan die van de meeste anderen. Hierdoor was het ook mogelijk dat ze zich verplaatste en voortbewoog zonder echt in problemen te komen, wat natuurlijk niet betekende dat ze in staat was zomaar ergens te galopperen. Het maakte niet uit of het een bos of open vlakte was, het was simpelweg niet mogelijk om op tijd van eventuele gevaren op de hoogte te zijn als je niets kon zien. Dit betekende ook dat Nëya zich meestal of in stap of in draf voortbewoog, met natuurlijk uitzonderingen van toen ze nog echt een stuk jonger was en aan de zijde van haar vader leefde. Als hij, een van haar halfbroers of de ‘schimmen’ van haar vader in de buurt was en haar de weg kon laten zien kon ze hen feilloos volgen, maar een stukje galopperen als ze op zichzelf was zat er niet in. En om eerlijk te zijn, het was niet iets wat ze miste in het leven, net zoals zicht. Nooit had ze de kans gehad te ervaren hoe het was om te zien, Nëya wist niet eens wat ze miste. Echt bij stilstaan deed ze ook niet, als ze daar aan zou beginnen zou de rest van haar leven alleen maar in het doel staan van denken aan hoe het had kunnen zijn, en dat was eigenlijk iets waar de gitzwarte merrie te nuchter voor was.

Ondanks dat het knisperen van het kleine laagje sneeuw onder haar hoeven duidelijk weerklonk had ze ook de gesproken woorden gehoord. Woorden die duidelijk niet tegen haar gericht waren, nee, het klonk meer alsof iemand tegen zichzelf sprak. En dat iemand was welteverstaan een hij. De geur die haar neusvleugels binnendrong kondigde dat haar duidelijk aan. Al met al was de half Friese merrie er van op de hoogte dat iemand haar kant op kwam even voordat hij haar tussen de bomen opmerkte – en dat terwijl zij diegene van hen twee was die niets zag. Dat betekende dat ze of te maken had met iemand die geen oog had voor zijn omgeving, of dat hij in zijn gedachten was verzonken en aan het piekeren was.

Haar ogen staarden nietsziend zijn richting uit, of meer, ze dacht haar hoofd gericht te hebben in de richting dat hij stond, haar beide oren in zijn richting gedraaid. Niet dat Nëya een van die happy-go-lucky-pony’s was, maar simpelweg omdat ze haar gehoor nodig had de ander in de gaten te kunnen houden. Af en toe verlieten ze die positie om rond te draaien, om te kijken of er nog andere in de buurt waren die haar probeerde te benaderen van achteren. De zwoele zoete stem die vervolgens klonk zorgde voor een haast spottende grijns op haar lippen. Lichtelijk schudde ze haar hoofd, zachtjes zuchtend. “En waarom denk je dat ik die zomaar aan een vreemde zou geven?” vroeg ze met een kalme toon terwijl ze haar hoofd iets draaide, zodat een van haar paarsblauwe blinde ogen recht op hem gericht was, alsof ze hem wou laten zien dat ze blind mocht zijn, maar zeker niet gek of zwakjes was. Echter zorgde zijn volgende woorden ervoor dat de grijns verdween, en er verscheen zelfs een kleine frons. Lichtelijk geïrriteerd snoof ze en gooide haar hoofd ietsjes de lucht in waardoor haar lange zwarte en zilveren manen door de lucht vlogen. “Geërfd van mijn vader” sprak ze uiteindelijk als een kortaf en zelfs een beetje koud antwoord ondanks de ander zijn vriendelijke toon. Niet dat Nëya daar wat om gaf, haar leven draaide om haarzelf, niet om anderen, wat was anders het nut van haar bestaan als ze het enkel zou gebruiken om anderen te plezieren? Dat was ook dé reden waarom ze niet langer met haar vader leefde. “Heeft Avanti je achter me aangestuurd om me terug te halen?” vroeg ze vervolgens op een haast eisende toon, duidelijk aangeven dat ze totaal niet happy zou zijn als dat de reden was waarom Toran zich hier bevond, haar confronterend.

Espcially when she tells you not to.

4Never trust a demon Empty Re: Never trust a demon vr 20 sep - 9:02

Toran

Toran

Zijn grijskleurige hoeven tekenden onregelmatige figuren in het dunne laagje koude sneeuw, nietsvermoedend naar de paarsblauwe ogen van de inktzwarte merrie starend. Zijn brein draaide overuren door al dat gestress over haar oh-zo-bekende oogkleur. De palomino hengst moest gewoon weten of zij een dochter van hém was.. van Avanti de schimmenleider. Een koude rilling gleed langs zijn ruggengraat en bezorgde hem een ijskoud gevoel vanbinnen, terwijl hij normaal gesproken erg goed bestand was tegen ijzige kou. Zijn uitdrukking verstrakte toen hij haar haast spottende lach op haar lippen zag liggen, kortaf briesend om zijn ongenoegen te laten blijken. ‘En waarom denk je dat ik die zomaar aan een vreemde zou geven?’ Haar toon kwam beheerst over op de jonge hengst, haar hoofd kantelend richting hem, haar bijzondere kijkers meedraaiend. Toran had het vreemde voorgevoel dat deze merrie een afwijking aan haar zicht bij haar droeg, niet dat troebel of wazig uit haar ogen blikte, maar meer dat ze blind was of zo. Hij snoof en besloot het haar nog niet te vragen, misschien zou ze er zelf mee naar buiten komen als dit stroeve gesprek eenmaal zijn draai gevonden had.

‘Ik verplicht je ook niet om die bekend te maken.’ sprak hij kortaf, zijn stem ongeïnteresseerd klonk expres ongeïnteresseerd om zijn foute intro te maskeren. Hij verzette zijn stijve benen en liep een klein rondje om zijn eigen as om zijn lijf weer wat warmte in te wrijven, zijn blik continue gevestigd op de zwarte gedaante, alsof hij voorbereid wilde zijn op elke onverwachte actie van haar. ‘Geërfd van mijn vader.’ Zijn kleine oren spitsten zich bij die vier uitgesproken woorden, een deel van zijn vage vermoeden was dus min of meer bevestigd nu, alleen nog wachten op het slot brekende deel. Zijn lippen vertoonde een cynisch grijnsje, terwijl de hengst een rechtere houding aannam. ‘Ga verder.’ mompelde Toran, onhoorbaar voor de merrie, vol afwachting wat haar volgende antwoord zou worden.

Heeft Avanti je achter me aangestuurd om me terug te halen?’ Haar stem had een eisende ondertoon erin liggend, en ze zou duidelijk niet blij antwoorden als zijn antwoord ‘ja’ was geweest. De jonge, gespierde hengst stapte een tiental centimeters dichter op haar af. Al die tijd had zijn gevoel gelijk gehad, ze was werkelijk een dochter van Avanti, een half-schim in dit geval dus, geen volbloed paard. ‘Jammer genoeg niet, schat. Hij heeft het op dit moment te druk om zich te bekommeren om zijn ‘verloren’ dochter. Ik zal je huidige verblijfplaats wel even doorgeven aan hem, zodat hij je persoonlijk kan komen ophalen voor het geval je heimwee krijgt, oké?’ antwoordde hij op donkere toon, zijn blauwe ogen blonken sarcastisch naar het schepsel vlak voor hem.

‘Zo, je komt dus ook uit het land van de Blauwe Maan, aangezien je pappie de schimmenleider is van dat stelletje achterbakse schoothondjes. Leuk om te weten, ik kom ook uit hetzelfde land, alleen ik ben niet opgevoed door een stel afvalbakken, zoals jij, tenzij je het natuurlijk anders ziet. Maar ach, iedereen heeft een andere kijk op de schimmen, niet waar?’ Hij eindigde zijn zin zowat sissend als een kwade slang, overigens voelde de hengst geen woede, enkel haat jegens haar vader en zijn volgelingen.

http://coconutts.deviantart.com

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum