any men who falls behind
is left behind
Oranjekleurig zand stoof op van onder haar kleine, doch harde hoeven. De zon brandde hevig op haar pigmentloze huid. De geur van verbrand vlees kwam haar neusgaten binnen. De huid rond haar ogen en haar neus was felrood gekleurd. Dawn sloot haar ogen en slenterde voort. Haar lichaam stribbelde tegen, haar keel had nooit zo droog gevoeld. Ze was uitgedroogd door het watertekort, plus het feit dat haar lichaam vocht afscheidde in de vorm van zweet. Haar vacht plakte aan elkaar door het plakkerige zweet. Dawn legde haar oren plat tegen haar nek en vervolgde haar weg door het troosteloze gebied. Bij elke stap die ze zette echter, vroeg ze zich steeds meer af wat ze hier deed en hoe ze hier terecht was gekomen.
Dawns neus gleed over de grond. Haar blauwe ogen snoven aan botten, botten van een paard die hier eerder zijn lot had gevonden. Gestorven aan de waanzin die dit gebied met zich meebracht, kaal gepikt door de gieren. Aaseters van een enorme vogels die zich voedden met de dood die dit gebied met zich meebracht. Fascinerend. Dawn wierp nog enkele blikken op het geraamte dat voor haar lag, deels bedolven onder het zachte woestijnzand. Dawn hief haar hoofd weer, nam een diepe teug droge woestijnlucht, en struinde verder. Haar hoeven over het skelet, de botten werden verpulverd tot stof.
Ondanks alle nare situaties waar Dawn zich in had weten te verkeren, had ze nog nooit echte angst voor haar leven gehad. De gedachte dat ze zichzelf er uit kon werken was altijd sterker dan angst. En het was elke keer ook weer ook het geval geweest, ze was er tussenuit geknepen.
Maar vandaag was de eerste dag dat ze dacht dat haar lichaam het niet uit deze onheilspellende plek kon slepen. Haar eigen lichaam zou haar in de steek laten, dat was een angstigere gedachte dan wat dan ook. Ze had tegen tegenstanders gestaan, vele maten groter en krachtiger dan zij, maar nooit ook maar enig gevoel gehad dat haar lichaam het zou opgeven. Nu daarentegen was dat wel het geval. Haar lichaam had enige vorm van kracht nodig, en het zou niet veel langer moeten duren.
Dawn wiep haar blik op één van de grote plateaus die zich hier hadden gevormd. Ze kantelde haar hoofd en keek naar de structuur van het steen. Dawn kwam dichterbij het gevaarte, dat enkele honderden meters boven haar uit torende en wel meer dan een vierkante kilometer aan oppervlakte had. Dawn keek naar de rots, wierp haar voorhand omhoog en zette haar hoeven op het gesteente. Daarna hees ze zichzelf er compleet op en haar ogen struinden langs de rotspartijen, op zoek naar een pad die haar naar de top zou leiden. De reden achter het beklimmen van dit plateau was haar onbekend, maar ergens in haar leek het haar een goede beslissing. Na een tijdje krabbelen over de oneven rotsen, vond ze een redelijk recht stuk rots die omhoog leidde. Met een sprong wist ze op de richel te klimmen en volgde ze het pad omhoog.
Het was desondanks moeilijker dan het leek. Er waren obstakels, rotsen waar ze omheen moest, gaten in het wegdek waar ze overheen moest springen, stukken van de richel die opeens onder haar hoeven wegzakte. Uiteindelijk, na enkele zware minuten ploeteren, wist ze bovenop het plateau te komen. Hier voelde ze eindelijk enkele verfrissende wind. Haar vacht, die al zeiknat was, was nu doorweekt van het zweet en haar hart die tekeer ging verraadde dat ze uitgeput was. Dawn liet haar hoofd naar de grond gaan, haar neusgaten wijd open gesperd en haar flanken hevig op en neer bewegend.
Opeens vingen haar oorschelpen een geluid op, een minieme beweging van een steentje. Het stroomde. Haar ogen vingen enkele groene kleuren van vegetatie op vlakbij een wat grotere rots. Dawn fronste. Planten, dat betekende water. Haar hoofd vierde omhoog en met enkele galopsprongen wist ze zich naar de rots te snellen. Dawn schraapte met haar hoef over de bodem en al schoof enkele rotsen opzij. Al snel was daar een klein stroompje water te zien dat zich hier ontsprong. Dawn haalde opgelucht adem en maakte het gat groter, waardoor het vulde met meer water. Ze stak haar verbrandde neus in het water. Het was warm en smaakte naar zand, maar nog nooit had zoiets haar zo'n energieboost gegeven. Dawn sloot haar ogen en liet de kracht terug haar lichaam in vloeien.