Kalm stapte de witte merrie voort, haar half lange manen wapperde naar achteren mee op de wind. Haar hoofd had ze tegen de wind in gestoken, haar neusgaten wijd opengesperd om de vele geuren goed in zich op te nemen. Een kalme uitdrukking lag op haar gezicht en misschien een wat mysterieuse blik in haar ogen. Haar staart wiegde kalm mee op het ritme van haar passen. Haar soepele en elegante passen, vele paarden hoordde haar niet aankomen simpelweg omdat ze zo zacht liep alsof ze boven de grond zweefde. Een takje kraakte onder haar kleine hoeven en enkele bladeren knisperden. Naast die geluiden en die van de wind was er niks te horen, geen hinniken geen gebries of geritsel. Ze liet haar helder blauwe ogen over de omgeving glijden ze liep hier in het wilgenwoud. Een groot bos met allemaal wilgenbomen. Van die geweldige bomen die helemaal omlaag hingen en waar je als je er onderdoor liep een geweldig gevoel kreeg van de lange takken met zachte bladeren op je rug. Een soort massage en daar hield ze wel van, het verjoeg de vele vliegen die er met dit warme weer rondvlogen en het zorgde ervoor dat ze geen last van jeuk had. Een serene glimlach lag rond haar lippen, en haar oren stonden naar voren gespits om niks te missen. Ondanks dat ze geen grijntje kwaad in zich had was de merrie toch nog redelijk bespierd. Het was niet dat ze een slap mormel was ze trainde af en toe gewoon om haar verveling de kop in te drukken. Ze had gehoord dat hier in Dream horses een grote populatie aan paarden huisde, en ze hield wel van gezelschap. Ook had ze van het wilgenwoud gehoord, dat er midden in zich een klein meertje bevond waar ‘s avonds duizenden vuurvliegje rondvlogen. Het zou een schitterend gezicht wezen en dat wou ze met haar eigen ogen aanzien. Met ruime passen bewoog ze zich voort, in dit groene bos viel haar gestalte zeker op maar zoals het er nu uitzag waren hier niet heel veel anderen dus echt opgemerkt zou ze niet worden. Kort spitste ze haar oren wat met het idee dat ze iets hoorde maar dat was niet het geval. In tegenstelling tot vele anderen had Artemis eigenlijk geen verleden. Ze was niet mishandeld ze was niet uit haar kudde gegooit of misbruikt. Ze had een normale jeugd gehad, was geen alfa veulen geweest maar was wel altijd populair geweest bij de hengsten. Ze was zeker niet onaantrekkelijk om te zien en dat wisten anderen ook maar al te goed. Alleen zelf dacht ze er nooit bij na. Ze gaf er niet zo heel veel om maar zorgde wel dat ze er verzorgt uitzag. Want als een harig en smerig monster erbij lopen was ook niks voor haar. Ze hief haar hoofd in een opwelling, ja nu wist ze het zeker. Ze had iets gehoord maar was, ze keek om zich heen van links naar recht , voor zich en achter zich maar ze zag niks. Tot er plotseling op een paar meter voor haar een konijntje uit de bosjes sprong. Ze grinnikte kort en liet haar hoofd zakken, met zachte pasjes liep ze op het kleine wollige diertje af en bracht haar neus dichterbij.
Het kleine en zo te zien jonge diertje huptste dichterbij en voor een kort bijna magisch moment raakte haar zacht fluwelen neus die van het konijntje. Maar al snel was het konijntje zijn geduld kwijt en sprong verder het woud door. Langzaam hief ze haar hoofd weer en glimlachde, nog nooit was een konijntje zo dicht bij haar geweest de meeste hielden afstand tot paarden gezien het feit dat er ook genoeg van die slechteriken waren die ze doodtrapten. Ze snapte nog steeds niet wat de lol daarvan was die arme beestjes hun leven afnemen. Wat deden ze in godsnaam verkeerd. Met een serieuze blik in haar ogen schudde ze kort haar hoofd. Ze kwam dichterbij het meertje, ze rook het gewoon want de geur van water was bekend. Haar staart sloeg kort tegen haar flank de dikke begroeing maakte plaats voor een open plek met daarin het zo veel besproken meertje. In haar ogen verscheen een schittering terwijl ze met snelle passen doorliep, en nee geen overhaaste passen want ze overdacht iedere pas die ze maakte en zette deze zorgvuldig. Voor het randje van het meertje stopte ze, er was nu nog niet heel veel te zien maar dat zou nog wel komen. Ze had geduld genoeg. Ze bracht haar hoofd omlaag waarbij haar manen mee naar voren vielen en net niet het water raakte. Ze zag haar eigen spiegelbeeld, haar nog onaangetaste hoofd met geen enkele oneffenheid of litteken. Kort glimlachde ze naar zichzelf en roerde toen met haar lippen het water. Met gulzige grote slokken nam ze het water tot zich en voelde het door haar slokdarm naar beneden glijden. Het voelde heerlijk vervrissend en als niet nogmaals een geluid haar liet opschrikken had ze er langer van kunnen genieten. Ze keek alert om zich heen maar zag niks, na een poosje zag ze een gestalte in de schaduw staan. Haar oren bleven naar voren gespitst en haar houding was nog steeds niet gespannen. Maar ze bleef alert. Hallo sprak ze met haar melodieuse zachte stem. Haar vacht trilde even op de plek waar net een vliegje was geland. En kalm wachtte ze af op antwoord.
~ Artegal
Het kleine en zo te zien jonge diertje huptste dichterbij en voor een kort bijna magisch moment raakte haar zacht fluwelen neus die van het konijntje. Maar al snel was het konijntje zijn geduld kwijt en sprong verder het woud door. Langzaam hief ze haar hoofd weer en glimlachde, nog nooit was een konijntje zo dicht bij haar geweest de meeste hielden afstand tot paarden gezien het feit dat er ook genoeg van die slechteriken waren die ze doodtrapten. Ze snapte nog steeds niet wat de lol daarvan was die arme beestjes hun leven afnemen. Wat deden ze in godsnaam verkeerd. Met een serieuze blik in haar ogen schudde ze kort haar hoofd. Ze kwam dichterbij het meertje, ze rook het gewoon want de geur van water was bekend. Haar staart sloeg kort tegen haar flank de dikke begroeing maakte plaats voor een open plek met daarin het zo veel besproken meertje. In haar ogen verscheen een schittering terwijl ze met snelle passen doorliep, en nee geen overhaaste passen want ze overdacht iedere pas die ze maakte en zette deze zorgvuldig. Voor het randje van het meertje stopte ze, er was nu nog niet heel veel te zien maar dat zou nog wel komen. Ze had geduld genoeg. Ze bracht haar hoofd omlaag waarbij haar manen mee naar voren vielen en net niet het water raakte. Ze zag haar eigen spiegelbeeld, haar nog onaangetaste hoofd met geen enkele oneffenheid of litteken. Kort glimlachde ze naar zichzelf en roerde toen met haar lippen het water. Met gulzige grote slokken nam ze het water tot zich en voelde het door haar slokdarm naar beneden glijden. Het voelde heerlijk vervrissend en als niet nogmaals een geluid haar liet opschrikken had ze er langer van kunnen genieten. Ze keek alert om zich heen maar zag niks, na een poosje zag ze een gestalte in de schaduw staan. Haar oren bleven naar voren gespitst en haar houding was nog steeds niet gespannen. Maar ze bleef alert. Hallo sprak ze met haar melodieuse zachte stem. Haar vacht trilde even op de plek waar net een vliegje was geland. En kalm wachtte ze af op antwoord.
~ Artegal