Het geluid van hoeven op ijs weergalmde over de besneeuwde vlakte. De bron van het geluid liep rustig over een dik pak sneeuw, zonder dat de kou haar deerde. Ze was te diep in gedachtes verzonken om het oud te hebben. Courage liep rustig verder, met haar benen tot haar enkels in de spierwitte sneeuw. Het deed pijn aan haar ogen om ernaar de kijken, maar ze negeerde het. Gedachtes verdrongen zich in haar hoofd om op de eerste plaats te komen. soms kwamen bepaalde gedachtes die ze al tijden had verdrongen weer op de voorgrond. Als overleden spelers in een toneelstuk waarvan je niet verwacht dat je ze deze voorstelling nog weer zou zien. Toch doken ze weer op, en de herinnering aan hun was niet minder angstaanjagend. Ook zaten er een paar goede herinneringen tussen, maar lang niet zoveel als minder goede. Één van de hoofdspelers in haar stuk, wou maar niet erkennen dat hij dood was, en kwam meerdere malen terug op het podium, en duwde dan zijn medespelers aan de kant, om vervolgens het podium helemaal voor zichzelf te hebben. en hij speelde met veer overgave. Hij was moeilijk te negeren. Het was het verhaal van toen ze voor de vierde keer was verkocht.
Haar oude eigenaar was niet echt een aardige man, maar haar nieuwe was nog veel erger. Hij had totaal geen verstand van paarden gehad, en had haar regelmatig geslagen, omdat zij niet had gedaan wat hij wilde. Dit was dan ook de man waar ze haar litteken aan had overgehouden. Één keer had hij zijn dochter van een jaar of zeven op haar laten rijden, maar dat kind was echt verwend. Ze had om de één of andere reden Courage hard aan haar manen getrokken, terwijl ze riep ‘Harder Clara.’ Klaarblijkelijk had haar vader Courage Clara genoemd. Courage was gaan steigeren en bokken om het kind maar van haar rug te krijgen, maar het had niet geholpen. Ze had zich alleen maar steviger vastgegrepen, en om een onverklaarbare reden ‘Clara’ gebeten.
Courage had een hekel gehad aan het gezin, maar nog meer aan de naam die ze haar hadden gegeven. Ze vond het geen naam voor een paard, en het hielp zeker ook niet omdat alle paarden voor haar ook zo hadden geheten. Ze stond samen met een ander paard in de wei, die, hoe verrassend, ook Clara heette, ondanks dat het een hengst was. Ze had hem een keer gevraagd wie die Clara nou eigenlijk was, aangezien alle paarden zo werden genoemd. Hij vertelde haar dat Clara de dochter was van hun eigenaar. Dus ze was vernoemd naar dat wicht?! Courage was woedend geworden. Ze had het hek van hun weide kapot getrapt, maar de boer was te dichtbij. Hij had haar geslagen met een zweep, en haar te koop gezet, maar er niet bij vermeld wat ze had gedaan om te koop gezet te worden.
Ze was al snel verkocht, maar haan nieuwe eigenaar had haar niet veel beter behandeld. Maar hij had haar wel een andere naam gegeven, want hij had ook niets met Clara. Nee, bij deze eigenaar had ze Sophie geheten. Wat hadden al die mannen met hun dochters?! Maar Sophie was tenminste beter dan Clara. Hier kwam ze in een zelfde situatie terecht als bij haar vorige adres, en dit was dan ook het adres waar ze van ontsnapte om vervolgens naar Dream Horses ze vluchten. Ironisch dat zelfs hier, de plek waar ze heen was gegaan om aan die gedachtes te ontsnappen, ze haar bleven achtervolgen.
Ze schudde met haar hoofd om de gedachtes kwijt te raken, maar de spelers wouden niet van het toneel verdwijnen. Ze sprongen naar voren, begonnen het publiek lastig te vallen, en waren met geen mogelijkheid weg te krijgen. Pas toen er sneeuw in Courage ogen kwam, besloten ze dat ze haar wel genoeg hadden geïrriteerd, en ze verlieten het toneel. Courage zuchtte dankbaar. Nu werd ze tenminste niet meer lastiggevallen door haar verleden, maar in plaats daar van, begon de sneeuw haar nu toch wel te irriteren.
De spelers hadden plaats gemaakt voor iets wat haar net zoveel irriteerde, sneeuw in haar ogen. Ze hield er niet van, het prikte zo in haar ogen. Speurend keek ze de vlakte af op zoek naar een schuilplaats. Ze zag er geen. De gestage sneeuwval was inmiddels overgegaan in een heuse sneeuwstorm, en als ze nu niet snel een schuilplaats zou vinden, zou alles dicht gesneeuwd zijn, en zou zij dood vriezen of zo. Toen viel haar oog op een steeds kleiner wordende opening in de sneeuw.
Ze galoppeerde er snel naartoe, voor de opening volledig dicht gesneeuwd zou zijn, en zijn er niet naar binnen kon. Met haar hoeven trapte ze de sneeuw die haar de weg blokkeerde weg, en stapte de veiligheid te gemoed. Ze zag dat ze in een bevroren grot stond. Voor de ingang hingen ijspegels. Ze vond het een wonder dat ze er niet langs was geschaafd, en met dat ze dat dacht, viel er een ijspegel naar beneden. De klap galmde door in de grot, en Courage schrok van het plotselinge geluid. Ze hield niet van grotten, en al helemaal niet van bevroren grotten, maar hier was ze tenminste droog en beschermd tegen de sneeuwstorm die buiten woedde.
Ze liep verder de grot in, en ging daar liggen. Haar gedachtes kwamen weer op het podium, en spookten haar in haar dromen. Clara zat op haar rug samen met Sophie, de vader van Sophie die haar sloeg, samen met de vader van Clara. Ze haatte deze mensen echt, en kon er niet tegen dat ze haar ook nog achtervolgden in haar dromen. Ze trapte wild in het rond tijdens haar slaap, en werd weer wakker toen haar hoef de want van de grot raakte en een akelig geluid maakte. Ze schudde haar hoofd weer om haar plaaggeesten weg te jagen. Het werkte niet. De spelers gingen door met haar hoofd te terroriseren, en er was niets wat Courage eraan kon doen. Ze kreeg hoofdpijn van haar plaaggeesten, en schudde nogmaals met haar hoofd, ook al wist ze dat het niets zou helpen, de mensen uit haar verleden zouden haar blijven achtervolgen, en haar nooit met rust laten, hou graag ze het ook wilde. Ze probeerde haar aandacht ergens anders op te richten dan op de schimmen die haar nu lastig vielen, en begon de grot te bestuderen. Hij was bevroren, maar dat had ze al gemerkt.
De ingang was inmiddels bijna volledig dicht gesneeuwd, en de ijspegels hingen er als dodelijke spiesen boven. Wie nu nog zijn toevlucht zocht in deze grot zou waarschijnlijk wel gewond raken door de ijspegels die erg puntig waren. Ze keek verder in de grot, maar zag niets meer waar ze haar aandacht op kon focussen. Ze legde haar hoofd weer op haar benen. Ze zat hier ingesneeuwd. Ze wenste dat ze hier niet alleen was, en als er al iemand was, dat het dan geen slecht paard was. Daar had ze nu echt geen behoefte aan. Ze besloot even haar spieren te strekken, en hoopte dat ze daardoor ook een beetje warm werd, wat het was ook niet echt warm in de grot. Ze trok haar benen hoog op terwijl ze langzaam liep. Haar spieren waren stijf geworden, en her geluid van haar hoeven galmde hol door de grot. Ze stapte verder naar achteren in de grot, nog steeds haar benen hoog optrekkend. Haar spieren werden al een beetje warmer.
Ze bereikte de achterkant van de grot, en zag er een schim staan. Wantrouwig stopte ze met haar opwarming en liep schuw naar de schim toe. Ze kwam steeds dichterbij, en zag dat het een niet al te groot paard was. Hoelang stond die daar al? Had ze gezien dat Courage zich opwarmde door haar benen hoog op te trekken. Het had er ongetwijfeld belachelijk uitgezien, en Courage had liever niet dat iemand dat zag. Ze kwam nog iets dichterbij, en bekeek het andere paard een goed. Het was niet erg groot, wat ze al had gezien, en had een bruizwarte kleur. Het zag er niet uit als een slecht paard, maar je wist maar nooit. “Hallo,” Zei Courage vriendelijk. Als het een slecht paard was, zou ze er snel genoeg achter komen, en als het een goed paard was, zou dat alleen maar fijn zijn. “Mag ik vragen hoelang u hier al staat?” Vroeg ze beleefd. Het was nooit verkeerd om beleefd te zijn tegen iemand, je wist nooit wie je later nog eens nodig zou hebben. Ze stampte nog even met haar benen om ze een beetje warm te houden, en het geluid galmde weer door de grot. Ze hoopte dat het andere paard jet niet heel erg vond, want ze moest toch op de één of andere manier warm blijven. Ze ademde uit, en haar adem vormde een wit wolkje. Ze blies door het wolkje heen met een tweede wit wolkje, en zag ze samenkomen tot één wolk.
{25. 1500 woorden
&& Duimelijntje}
Haar oude eigenaar was niet echt een aardige man, maar haar nieuwe was nog veel erger. Hij had totaal geen verstand van paarden gehad, en had haar regelmatig geslagen, omdat zij niet had gedaan wat hij wilde. Dit was dan ook de man waar ze haar litteken aan had overgehouden. Één keer had hij zijn dochter van een jaar of zeven op haar laten rijden, maar dat kind was echt verwend. Ze had om de één of andere reden Courage hard aan haar manen getrokken, terwijl ze riep ‘Harder Clara.’ Klaarblijkelijk had haar vader Courage Clara genoemd. Courage was gaan steigeren en bokken om het kind maar van haar rug te krijgen, maar het had niet geholpen. Ze had zich alleen maar steviger vastgegrepen, en om een onverklaarbare reden ‘Clara’ gebeten.
Courage had een hekel gehad aan het gezin, maar nog meer aan de naam die ze haar hadden gegeven. Ze vond het geen naam voor een paard, en het hielp zeker ook niet omdat alle paarden voor haar ook zo hadden geheten. Ze stond samen met een ander paard in de wei, die, hoe verrassend, ook Clara heette, ondanks dat het een hengst was. Ze had hem een keer gevraagd wie die Clara nou eigenlijk was, aangezien alle paarden zo werden genoemd. Hij vertelde haar dat Clara de dochter was van hun eigenaar. Dus ze was vernoemd naar dat wicht?! Courage was woedend geworden. Ze had het hek van hun weide kapot getrapt, maar de boer was te dichtbij. Hij had haar geslagen met een zweep, en haar te koop gezet, maar er niet bij vermeld wat ze had gedaan om te koop gezet te worden.
Ze was al snel verkocht, maar haan nieuwe eigenaar had haar niet veel beter behandeld. Maar hij had haar wel een andere naam gegeven, want hij had ook niets met Clara. Nee, bij deze eigenaar had ze Sophie geheten. Wat hadden al die mannen met hun dochters?! Maar Sophie was tenminste beter dan Clara. Hier kwam ze in een zelfde situatie terecht als bij haar vorige adres, en dit was dan ook het adres waar ze van ontsnapte om vervolgens naar Dream Horses ze vluchten. Ironisch dat zelfs hier, de plek waar ze heen was gegaan om aan die gedachtes te ontsnappen, ze haar bleven achtervolgen.
Ze schudde met haar hoofd om de gedachtes kwijt te raken, maar de spelers wouden niet van het toneel verdwijnen. Ze sprongen naar voren, begonnen het publiek lastig te vallen, en waren met geen mogelijkheid weg te krijgen. Pas toen er sneeuw in Courage ogen kwam, besloten ze dat ze haar wel genoeg hadden geïrriteerd, en ze verlieten het toneel. Courage zuchtte dankbaar. Nu werd ze tenminste niet meer lastiggevallen door haar verleden, maar in plaats daar van, begon de sneeuw haar nu toch wel te irriteren.
De spelers hadden plaats gemaakt voor iets wat haar net zoveel irriteerde, sneeuw in haar ogen. Ze hield er niet van, het prikte zo in haar ogen. Speurend keek ze de vlakte af op zoek naar een schuilplaats. Ze zag er geen. De gestage sneeuwval was inmiddels overgegaan in een heuse sneeuwstorm, en als ze nu niet snel een schuilplaats zou vinden, zou alles dicht gesneeuwd zijn, en zou zij dood vriezen of zo. Toen viel haar oog op een steeds kleiner wordende opening in de sneeuw.
Ze galoppeerde er snel naartoe, voor de opening volledig dicht gesneeuwd zou zijn, en zijn er niet naar binnen kon. Met haar hoeven trapte ze de sneeuw die haar de weg blokkeerde weg, en stapte de veiligheid te gemoed. Ze zag dat ze in een bevroren grot stond. Voor de ingang hingen ijspegels. Ze vond het een wonder dat ze er niet langs was geschaafd, en met dat ze dat dacht, viel er een ijspegel naar beneden. De klap galmde door in de grot, en Courage schrok van het plotselinge geluid. Ze hield niet van grotten, en al helemaal niet van bevroren grotten, maar hier was ze tenminste droog en beschermd tegen de sneeuwstorm die buiten woedde.
Ze liep verder de grot in, en ging daar liggen. Haar gedachtes kwamen weer op het podium, en spookten haar in haar dromen. Clara zat op haar rug samen met Sophie, de vader van Sophie die haar sloeg, samen met de vader van Clara. Ze haatte deze mensen echt, en kon er niet tegen dat ze haar ook nog achtervolgden in haar dromen. Ze trapte wild in het rond tijdens haar slaap, en werd weer wakker toen haar hoef de want van de grot raakte en een akelig geluid maakte. Ze schudde haar hoofd weer om haar plaaggeesten weg te jagen. Het werkte niet. De spelers gingen door met haar hoofd te terroriseren, en er was niets wat Courage eraan kon doen. Ze kreeg hoofdpijn van haar plaaggeesten, en schudde nogmaals met haar hoofd, ook al wist ze dat het niets zou helpen, de mensen uit haar verleden zouden haar blijven achtervolgen, en haar nooit met rust laten, hou graag ze het ook wilde. Ze probeerde haar aandacht ergens anders op te richten dan op de schimmen die haar nu lastig vielen, en begon de grot te bestuderen. Hij was bevroren, maar dat had ze al gemerkt.
De ingang was inmiddels bijna volledig dicht gesneeuwd, en de ijspegels hingen er als dodelijke spiesen boven. Wie nu nog zijn toevlucht zocht in deze grot zou waarschijnlijk wel gewond raken door de ijspegels die erg puntig waren. Ze keek verder in de grot, maar zag niets meer waar ze haar aandacht op kon focussen. Ze legde haar hoofd weer op haar benen. Ze zat hier ingesneeuwd. Ze wenste dat ze hier niet alleen was, en als er al iemand was, dat het dan geen slecht paard was. Daar had ze nu echt geen behoefte aan. Ze besloot even haar spieren te strekken, en hoopte dat ze daardoor ook een beetje warm werd, wat het was ook niet echt warm in de grot. Ze trok haar benen hoog op terwijl ze langzaam liep. Haar spieren waren stijf geworden, en her geluid van haar hoeven galmde hol door de grot. Ze stapte verder naar achteren in de grot, nog steeds haar benen hoog optrekkend. Haar spieren werden al een beetje warmer.
Ze bereikte de achterkant van de grot, en zag er een schim staan. Wantrouwig stopte ze met haar opwarming en liep schuw naar de schim toe. Ze kwam steeds dichterbij, en zag dat het een niet al te groot paard was. Hoelang stond die daar al? Had ze gezien dat Courage zich opwarmde door haar benen hoog op te trekken. Het had er ongetwijfeld belachelijk uitgezien, en Courage had liever niet dat iemand dat zag. Ze kwam nog iets dichterbij, en bekeek het andere paard een goed. Het was niet erg groot, wat ze al had gezien, en had een bruizwarte kleur. Het zag er niet uit als een slecht paard, maar je wist maar nooit. “Hallo,” Zei Courage vriendelijk. Als het een slecht paard was, zou ze er snel genoeg achter komen, en als het een goed paard was, zou dat alleen maar fijn zijn. “Mag ik vragen hoelang u hier al staat?” Vroeg ze beleefd. Het was nooit verkeerd om beleefd te zijn tegen iemand, je wist nooit wie je later nog eens nodig zou hebben. Ze stampte nog even met haar benen om ze een beetje warm te houden, en het geluid galmde weer door de grot. Ze hoopte dat het andere paard jet niet heel erg vond, want ze moest toch op de één of andere manier warm blijven. Ze ademde uit, en haar adem vormde een wit wolkje. Ze blies door het wolkje heen met een tweede wit wolkje, en zag ze samenkomen tot één wolk.
{25. 1500 woorden
&& Duimelijntje}