Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Old memories and new friend... maybe

2 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Courage

Courage

Het geluid van hoeven op ijs weergalmde over de besneeuwde vlakte. De bron van het geluid liep rustig over een dik pak sneeuw, zonder dat de kou haar deerde. Ze was te diep in gedachtes verzonken om het oud te hebben. Courage liep rustig verder, met haar benen tot haar enkels in de spierwitte sneeuw. Het deed pijn aan haar ogen om ernaar de kijken, maar ze negeerde het. Gedachtes verdrongen zich in haar hoofd om op de eerste plaats te komen. soms kwamen bepaalde gedachtes die ze al tijden had verdrongen weer op de voorgrond. Als overleden spelers in een toneelstuk waarvan je niet verwacht dat je ze deze voorstelling nog weer zou zien. Toch doken ze weer op, en de herinnering aan hun was niet minder angstaanjagend. Ook zaten er een paar goede herinneringen tussen, maar lang niet zoveel als minder goede. Één van de hoofdspelers in haar stuk, wou maar niet erkennen dat hij dood was, en kwam meerdere malen terug op het podium, en duwde dan zijn medespelers aan de kant, om vervolgens het podium helemaal voor zichzelf te hebben. en hij speelde met veer overgave. Hij was moeilijk te negeren. Het was het verhaal van toen ze voor de vierde keer was verkocht.

Haar oude eigenaar was niet echt een aardige man, maar haar nieuwe was nog veel erger. Hij had totaal geen verstand van paarden gehad, en had haar regelmatig geslagen, omdat zij niet had gedaan wat hij wilde. Dit was dan ook de man waar ze haar litteken aan had overgehouden. Één keer had hij zijn dochter van een jaar of zeven op haar laten rijden, maar dat kind was echt verwend. Ze had om de één of andere reden Courage hard aan haar manen getrokken, terwijl ze riep ‘Harder Clara.’ Klaarblijkelijk had haar vader Courage Clara genoemd. Courage was gaan steigeren en bokken om het kind maar van haar rug te krijgen, maar het had niet geholpen. Ze had zich alleen maar steviger vastgegrepen, en om een onverklaarbare reden ‘Clara’ gebeten.

Courage had een hekel gehad aan het gezin, maar nog meer aan de naam die ze haar hadden gegeven. Ze vond het geen naam voor een paard, en het hielp zeker ook niet omdat alle paarden voor haar ook zo hadden geheten. Ze stond samen met een ander paard in de wei, die, hoe verrassend, ook Clara heette, ondanks dat het een hengst was. Ze had hem een keer gevraagd wie die Clara nou eigenlijk was, aangezien alle paarden zo werden genoemd. Hij vertelde haar dat Clara de dochter was van hun eigenaar. Dus ze was vernoemd naar dat wicht?! Courage was woedend geworden. Ze had het hek van hun weide kapot getrapt, maar de boer was te dichtbij. Hij had haar geslagen met een zweep, en haar te koop gezet, maar er niet bij vermeld wat ze had gedaan om te koop gezet te worden.

Ze was al snel verkocht, maar haan nieuwe eigenaar had haar niet veel beter behandeld. Maar hij had haar wel een andere naam gegeven, want hij had ook niets met Clara. Nee, bij deze eigenaar had ze Sophie geheten. Wat hadden al die mannen met hun dochters?! Maar Sophie was tenminste beter dan Clara. Hier kwam ze in een zelfde situatie terecht als bij haar vorige adres, en dit was dan ook het adres waar ze van ontsnapte om vervolgens naar Dream Horses ze vluchten. Ironisch dat zelfs hier, de plek waar ze heen was gegaan om aan die gedachtes te ontsnappen, ze haar bleven achtervolgen.

Ze schudde met haar hoofd om de gedachtes kwijt te raken, maar de spelers wouden niet van het toneel verdwijnen. Ze sprongen naar voren, begonnen het publiek lastig te vallen, en waren met geen mogelijkheid weg te krijgen. Pas toen er sneeuw in Courage ogen kwam, besloten ze dat ze haar wel genoeg hadden geïrriteerd, en ze verlieten het toneel. Courage zuchtte dankbaar. Nu werd ze tenminste niet meer lastiggevallen door haar verleden, maar in plaats daar van, begon de sneeuw haar nu toch wel te irriteren.

De spelers hadden plaats gemaakt voor iets wat haar net zoveel irriteerde, sneeuw in haar ogen. Ze hield er niet van, het prikte zo in haar ogen. Speurend keek ze de vlakte af op zoek naar een schuilplaats. Ze zag er geen. De gestage sneeuwval was inmiddels overgegaan in een heuse sneeuwstorm, en als ze nu niet snel een schuilplaats zou vinden, zou alles dicht gesneeuwd zijn, en zou zij dood vriezen of zo. Toen viel haar oog op een steeds kleiner wordende opening in de sneeuw.

Ze galoppeerde er snel naartoe, voor de opening volledig dicht gesneeuwd zou zijn, en zijn er niet naar binnen kon. Met haar hoeven trapte ze de sneeuw die haar de weg blokkeerde weg, en stapte de veiligheid te gemoed. Ze zag dat ze in een bevroren grot stond. Voor de ingang hingen ijspegels. Ze vond het een wonder dat ze er niet langs was geschaafd, en met dat ze dat dacht, viel er een ijspegel naar beneden. De klap galmde door in de grot, en Courage schrok van het plotselinge geluid. Ze hield niet van grotten, en al helemaal niet van bevroren grotten, maar hier was ze tenminste droog en beschermd tegen de sneeuwstorm die buiten woedde.

Ze liep verder de grot in, en ging daar liggen. Haar gedachtes kwamen weer op het podium, en spookten haar in haar dromen. Clara zat op haar rug samen met Sophie, de vader van Sophie die haar sloeg, samen met de vader van Clara. Ze haatte deze mensen echt, en kon er niet tegen dat ze haar ook nog achtervolgden in haar dromen. Ze trapte wild in het rond tijdens haar slaap, en werd weer wakker toen haar hoef de want van de grot raakte en een akelig geluid maakte. Ze schudde haar hoofd weer om haar plaaggeesten weg te jagen. Het werkte niet. De spelers gingen door met haar hoofd te terroriseren, en er was niets wat Courage eraan kon doen. Ze kreeg hoofdpijn van haar plaaggeesten, en schudde nogmaals met haar hoofd, ook al wist ze dat het niets zou helpen, de mensen uit haar verleden zouden haar blijven achtervolgen, en haar nooit met rust laten, hou graag ze het ook wilde. Ze probeerde haar aandacht ergens anders op te richten dan op de schimmen die haar nu lastig vielen, en begon de grot te bestuderen. Hij was bevroren, maar dat had ze al gemerkt.

De ingang was inmiddels bijna volledig dicht gesneeuwd, en de ijspegels hingen er als dodelijke spiesen boven. Wie nu nog zijn toevlucht zocht in deze grot zou waarschijnlijk wel gewond raken door de ijspegels die erg puntig waren. Ze keek verder in de grot, maar zag niets meer waar ze haar aandacht op kon focussen. Ze legde haar hoofd weer op haar benen. Ze zat hier ingesneeuwd. Ze wenste dat ze hier niet alleen was, en als er al iemand was, dat het dan geen slecht paard was. Daar had ze nu echt geen behoefte aan. Ze besloot even haar spieren te strekken, en hoopte dat ze daardoor ook een beetje warm werd, wat het was ook niet echt warm in de grot. Ze trok haar benen hoog op terwijl ze langzaam liep. Haar spieren waren stijf geworden, en her geluid van haar hoeven galmde hol door de grot. Ze stapte verder naar achteren in de grot, nog steeds haar benen hoog optrekkend. Haar spieren werden al een beetje warmer.

Ze bereikte de achterkant van de grot, en zag er een schim staan. Wantrouwig stopte ze met haar opwarming en liep schuw naar de schim toe. Ze kwam steeds dichterbij, en zag dat het een niet al te groot paard was. Hoelang stond die daar al? Had ze gezien dat Courage zich opwarmde door haar benen hoog op te trekken. Het had er ongetwijfeld belachelijk uitgezien, en Courage had liever niet dat iemand dat zag. Ze kwam nog iets dichterbij, en bekeek het andere paard een goed. Het was niet erg groot, wat ze al had gezien, en had een bruizwarte kleur. Het zag er niet uit als een slecht paard, maar je wist maar nooit. “Hallo,” Zei Courage vriendelijk. Als het een slecht paard was, zou ze er snel genoeg achter komen, en als het een goed paard was, zou dat alleen maar fijn zijn. “Mag ik vragen hoelang u hier al staat?” Vroeg ze beleefd. Het was nooit verkeerd om beleefd te zijn tegen iemand, je wist nooit wie je later nog eens nodig zou hebben. Ze stampte nog even met haar benen om ze een beetje warm te houden, en het geluid galmde weer door de grot. Ze hoopte dat het andere paard jet niet heel erg vond, want ze moest toch op de één of andere manier warm blijven. Ze ademde uit, en haar adem vormde een wit wolkje. Ze blies door het wolkje heen met een tweede wit wolkje, en zag ze samenkomen tot één wolk.

{25. 1500 woorden
&& Duimelijntje}

Duimelijntje

Duimelijntje

Haar geboorte. Het begon zes jaar geleden, en vier maanden. Het was een heerlijke periode, lente. Hierin werd ze geboren. Ze werd een lenteveulen genoemt. Ze vond het enorm fijn om zo genoemt te worden. Heerlijk. Ze was geboren in Exmoor. Een gebied waar haar ras vandaan kwam. De geboorte kwam op gang bij een waterval. Het was de enige plek waar beide ouders alleen konden zijn. Het was hun geheime plek en hier wilden ze hun dochter geboren laten worden. Het was gelukt. Het veulen was lichtbruin toen ze geboren werd. Meteen was het een speels veulentje. Ze waren enorm blij met hun veulen. Ze was enorm klein bij de geboorte en super schattig. Ze waren allemaal verliefd op het kleine veulen. Of beter gezegd op het lenteveulentje genaamt Duimelijntje. Dat was haar naam. Het hoorde bij de lente vonden ze. Het paste bij haar kleur, karakter en geboortedatum. Ze vonden het super om moeder en vader te zijn. Ook de plek waar hun veulen nu geboren was, hoorde bij alles. Duimelijntje was hun trots. Het enige dat ze tot nu toe hadden om trots op te zijn. "Welkom op de wereld, Duimelijntje."

Een paar maanden later was het zomer. Er waren in hun gebied nog veel meer veulens geboren, maar geen ander in de lente zoals Duimelijntje. Het was lekker warm weer en de zon scheen er elke dag. Iedereen genoot van de warmte en de Exmoor pony's kropen bij elkaar. Ze vormden een kleine kudde. Er waren geen leidende paarden. Ze bleven gewoon op die plaats samen. Ze graasden samen en de veulens speelden met elkaar. Ook Duimelijntje speelde met de andere veulens. Veel ouder was ze niet. Ze was bijna op het einde van de lente geboren en de anderen in het begin van de zomer. Ze scheelden dus weinig van elkaar. Ze speelden altijd samen en sliepen samen. Het was een super feest voor de veulens. Rennen en spelen. Grazen en knuffelen. Rusten en slapen. Alles deden ze samen. Twee aan twee. Ze hielden van elkaar en werden de beste vrienden. Duimelijntje was wel groter, maar niemand zou een ander veulen gaan pesten omdat diegene groter of kleiner zou zijn. Zo waren de Exmoor pony's niet. En zo zouden ze nooit worden. "Kom je spelen, Duimelijntje?"

Een jaar of twee later. De merrie was opgegroeid tot een hele mooie pony. Het was opnieuw lente en dat deed haar denken aan haar geboorte en speeldagen. Lente was voor haar een favoriet seizoen. En dat zou zo blijven ook. Het gaf teveel leuke herinneringen mee. Duimelijntje glimlachte bij die gedachte en samen met haar ouders vertrok ze naar haar geboorteplaats. Alleen zij drie kenden het gebied. De pony's kwamen aan bij de waterval, maar er bleek iets mis te zijn. Haar ouders waren oud. Zij was jong en sterk, maar de twee niet. Ze werden elke dag en maand steeds ouder en uitgeput raakten ze ook nog eens. Duimelijntje zag het aankomen, ze zouden sterven. Daarom wilden ze naar deze plek komen. Om op hun favoriete plaats te kunnen sterven. Hun dochter accepteerde het en bleef bij hun tot ze stierven. "Vaarwel."

Ze vertrok naar een ander gebied. Ze kwam oude vrienden tegen en reisde een kleine twee jaar rond. Meer deed ze niet in haar leven. Ze wandelde rond en leerde paarden kennen. Of ze bleef de hele tijd doorlopen. Dat was het enige dat ze deed nu. Reizen reizen reizen. "Geboorteplek, hier kom ik."

De reis was voorbij en de merrie was vijf jaar en een paar maanden. Ze besloot om terug te keren naar haar geboorteplek. Ze reisde tot ze bij de waterval kwam. Goede herinneringen kwamen weer naar boven zodat ze genieten kon. Maar ze was niet alleen. Nee, er was nog een pony. Oog in oog stonden hengst en merrie. De hengst iets ouder, maar hetzelfde karakter. Ze werden smoorverliefd op elkaar. De hengst genaamt Pinocchio, vertelde haar dat hij haar graag zag. Het omgekeerde gebeurde ook. Ze kropen tegen elkaar aan en bleven samen. Ze bleven die lente de hele tijd aan de waterval. Het was bijzonder dat ze elkaar net hier ontmoet hadden. Het lot bapaalde hun liefde dus. Dat was het enige waarin de pony geloofde. "Ik hou van je met heel mijn hart, Pinocchio."

Ze werden al wat ouder nu. Ze vertrokken samen op reis. Ze wilden de hele wereld verkennen. Ze wilde paarden kennen, wandelen en vooral: Bij elkaar blijven. Dat was hun leven tot nu toe. Beide pony's trokken verder door allemaal landen en gebieden. Tot ze in Dreamhorses kwamen. De pony's keken elkaar diep in de ogen en glimlachten vrolijk. Ze hadden hun droomland gevonden. Hier zouden ze blijven. Voor altijd. Samen. "Dit is onze droomplek, we blijven hier en houden ons oude dagje op deze plek."

Nu liep de kleine pony helemaal alleen rond. Ze was overal al wel geweest. Nouja, bijna overal dan. Ze zuchtte eens diep en liep door de dikke sneeuw heen. Ze wist niet wat ze doen moest. De sneeuw was hier enorm dik en ze moest schuiven om echt verder te kunnen gaan. Ze snoof zacht en haar wintervacht begon wat natter dan anders te worden. Koud had ze het niet op dit moment. Ze briesde eens en schudde haar vacht uit. Ze keek nieuwsgierig om haar heen en liep verder. "Sleigh bells ring, are you listening. In the lane, snow is glistening. A beautiful sight, we're happy tonight. Walking in a winter wonderland. Gone away is the bluebird. Here to stay is a new bird. He sings a love song, as we go along. Walking in a winter wonderland." Opnieuw neuriede de pony een deel van het liedje. Het liedje paste best bij dit gebied. Er was veel sneeuw en ze noemde het: winter wonderland. Ze vond sneeuw echt prachtig. Ze grinnikte en hinnikte eens luid. "Ooooh winter wonderland" gilde ze zacht en hoorde een echo. Ze schrok van zichzelf en begon te blozen. Hopelijk was er niemand die dit gehoord had. De Exmoor pony keek om haar heen en dacht na. Waar kwam die echo eigenlijk vandaan? Ze liep rustig verder en hinnikte eens luid. Opnieuw een mega echo van haar hinnik. Ze schrok en bleef stokstijf stilstaan. Haar bruine ogen gleden over de omgeving. Meteen zag ze de ijsgrot waar haar echo's vandaan kwamen. Ze glimlachte en trippelde erheen. Echt trippelen lukte haar niet omdat het enorm dik was, die laag sneeuw bedoelde ze dus. Ze snoof zacht en hief haar benen zo hoog mogelijk op om te kunnen lopen. De merrie probeerde eens te draven maar viel in de sneeuw. Ze schrok en plofte op de grond. Ze bleef even in de ijskoude sneeuw liggen en stond weer recht. Ze schudde haar dikke vacht uit en grinnikte speels. Oeps. Ze wandelde verder en keek nieuwsgierig om haar heen. Ze liep naar de ingang van de ijsgrot en keek rond. Ze grijnsde speels en liep dieper naar binnen. De ijsgrot was best mooi vanbinnen. Er hingen vele ijsspegels. Ze briesde eens luid en liep rustig verder. Ze draaide met haar oortjes en keek naar de wanden. Ze likte eens nieuwsgierig aan een ijsspegel. Het was lekker fris, héél fris. Té fris. Geschrokken trippelde ze achteruit van de koude. Dat was voor haar iets te fris en koud. Ze schudde haar hoofd eens en grijnsde speels. Stomme ijsspegel. Nooit zal die haar weer in de val lokken. Duimelijntje snoof en liep verder door de grot. Het leek een hele lange grot. Oeff, veel te lang als het van haar afhing. "Het is koud hier! Veel te koud! Is er iemand?!" riep ze eens, maar er kwam geen reactie. Kon ook niet. Ze rook nog geen ander paard. Jammer. Ze schudde nogmaals haar hoofd en draafde door de grot. Ze draaide speels haar oren. Oh mijn god, ze leek wel een kleine jonge pony. Eigenlijk was ze niet zo jong en speels meer. Raar. Ze grinnikte eens en vertraagde weer eens. Ze hinnikte nog eens omdat ze zo alleen was. Ze haatte het om alleen te zijn. Ze haatte haatte haatte het. Duimelijntje gooide haar achterhand de lucht in en liep verder tot aan het einde van de grot. Ze keek nieuwsgierig om haar heen. Een geur drong haar neus even later binnen. Duimelijntje schrok even en keek om haar heen. Ze hoorde hoefstappen en grijnsde zacht. Ze hoorde de woorden van het paard en zweeg even. "Hoi" zei ze rustig en vriendelijk. "Ik sta hier nog niet zo lang hoor, waarom?" vroeg ze nieuwsgierig en hief haar hoofdje op. Haar oren draaiden wat rond, maar na een tijd drukte ze deze vrolijk naar voren. Eindelijk was er een ander paard. Ze vond het echt nooit fijn om alleen te zijn. Dat was ze ook nooit. Meestal was Pinocchio in haar buurt, of een vriend. Ze glimlachte naar de merrie en keek naar haar. De merrie was jonger en groter. Grappig. Ze briesde eens luid en keek vrolijk.

25. 1500 woorden
Oeff! xD

Courage

Courage

“Hoi.” Zei de andere merrie. Gelukkig stond ze hier nog niet zo lang. “Omdat ik net nogal idioot deed.” Zei Courage met een glimlach. Het had er echt idioot uit gezien geloofde ze. Haar pogingen om de kou uit haar spieren te krijgen en om de geesten uit haar verleden uit haar hoofd te bannen was niet echt een succes geweest. Toen schoot haar een liedje te binnen dat ze een keer had gehoord toen ze een wedstrijd had gereden en er muziek had opgestaan toen het afgelopen was.
Is there a ghost in my house?
When I lived alone
Is there a ghost in my house?
My house.

Alleen veranderde ze ‘house’ in ‘head’, en dan wist ze het antwoord wel. Ja, er waren spoken in haar hoofd, spoken van haar verleden, die niet meer weg wilden, want ze hadden het daar veel te leuk met haar te irriteren. Ze schudde met haar hoofd, dit keer niet om de gedachtes uit te bannen, maar om het liedje uit haar hoofd te krijgen, wat niet heel erg goed lukte. Fijn, nu zou ze de rest van de dag met dit liedje opgescheept zitten.

{Flutje
5. Band of Horses - Is There a Ghost}

Duimelijntje

Duimelijntje

De kleine pony keek nieuwsgierig naar de bonte merrie die bij haar stond. Ze grijnsde breed toen ze het antwoord op haar vraag hoorde. Ze briesde zacht en keek haar aan. "Ken ik jou niet ergens van?" zei ze speels en plagend. Even hoopte ze dat de merrie haar zou begrijpen, maar ze dacht van niet. Dus ging ze het maar even uitleggen, voordat er misverstanden kwamen. "Ik bedoel dus of we niet dezelfde paarden zijn. Ik was zonet ook enorm gek aan het doen, ik verveelde me" zei ze en grinnikte eens. De pony keek even naar de wanden waar nog steeds die ijsspegels aanhingen. Daar was ze ook gek bij. Ze liep kort en rondje om haar spieren weer op te warmen en richtte iets later haar bruine ogen weer op de merrie. "Maargoed, mijn naam is Duimelijntje. Aangenaam kennis met je te maken, gekke merrie" zei ze rustig en vriendelijk. Meer wist ze niet te zeggen. Ze wilde een leuke voorstelling doen, verder niets. Briesend zwiepte ze met haar lange staart heen en weer, terwijl ze afwachtte op de bonte merrie die bij haar stond.

49. 'Ken ik jou niet ergens van?'

Courage

Courage

Dus de andere merrie was net ook gek aan het doen, mooi, dan was ze tenminste niet de enige idioot hier. De kleine merrie liep nog een rondje, waarschijnlijk om haar spieren weer een beetje op te warmen. "Maargoed, mijn naam is Duimelijntje. Aangenaam kennis met je te maken, gekke merrie" zei de merrie, die dus Duimelijntje heette, rustig en vriendelijk. Courage moest glimlachen. “Ik heet Courage, gekke genoot.” Toen kropen de toneelspelers weer uit de coulissen, en Courage keek machteloos toe hoe de beelden voor haar ogen zich afspeelde. Een gevoel van machteloosheid stroomde bij haar naar binnen, maar ze negeerde het. Ze schudde haar hoofd nogmaals, en stok haar benen een paar keer op, om ze weer een beetje warm te maken. Ze wierp een blik op de ingang van de grot. Door een klein gaatje kon ze zien dat het nog steeds hevig aan het sneeuwen was. “Het ziet er naar uit dat we nog wel even vast zitten in dit koude hok.” Zei ze met een zucht.

{7. Machteloosheid}

Duimelijntje

Duimelijntje

De kleine Exmoor keek met een schuin hoofd naar de bonte merrie. Ze hoorde haar woorden en grinnikte even. Gekke genoot. Grappig. Duimelijntje briesde speels en spitste haar bruine oortjes. Ze waren klein en donzig. Haar neus was erg zacht en grijzig. Ze briesde nogmaals en keek weer naar de merrie die nog wat zei. Duimelijntje schrok even en keek naar buiten. "Ik had nog niet gezien dat het sneeuwde. Ik liep gewoon wat rond en hoorde mijn echo, dus kwam ik eens rondkijken hier" vertelde ze eerlijk. Ze had geluk. Als ze nu buiten was, zou ze meteen gaan rennen. Ook al zou ze dan weer in de sneeuw duiken. De pony snoof en keek weer naar de merrie. "Ohja, best een mooie naam" gaf ze even later als compliment. Ze was weer eens flatteus bezig. Ze vleide graag en gaf dus graag complimenten. Er bestonden echt rare woorden. Ze waren moeilijk maar ze begreep ze allemaal. De pony gaapte eens en liep nog een kleine cirkel. Ze kreeg het toch wel wat frisser nu ze de hele tijd stilstond. Misschien moest ze nog maar eens wat rondjes door de grot galopperen. Of ze zou de hele tijd heen en weer moeten lopen.

26. Flatteus

Courage

Courage

Duimelijntje had nog niet eens gezien dat het sneeuwde. Ze was hier gekomen doordat ze haar eigen echo had gehoord. Courage glimlacht. Handige manier om grotten te vinden. “Oh ja, best mooie naam.” Gaf Duimelijntje haar later als compliment. Courage reageerde een beetje blo. Ze was redelijk verlegen van zichzelf, maar ze was al niet goed in complimentjes in ontvangst nemen, en reageerde daarom altijd een beetje verlegen. “Jij ook hoor.” Zei ze wat zachter. Ze trok haar benen weer op, en begon ook een rondje te lopen, net als Duimelijntje. Haar hele lichaam was stijf van de kou, en haar spieren wilden eigenlijk niet was zijn nu aan het doen was, maar toch trok ze haar benen nog iets verder op. Ze moest toch warm worden.

{27. blo}

Duimelijntje

Duimelijntje

De kleine pony briesde en keek naar de bonte merrie die wat zei. Meteen reageerde ze enorm verlegen, of zoals ze met haar moeilijke woorden zei: blo. Ze had de woorden van haar ouders geleerd. Ze zeiden dat je soms slechte paarden daarmee kunt lastigvallen. Handig als het echt zou werken. Duimelijntje grinnikte bij die gedachte en glimlachte naar Courage. "Dankje." Ze zag dat ook zij wat last van de kou had. "Even naar de ingang en terug? Kunnen we het even warmer krijgen" zei ze vriendelijk en keek haar even afwachtend aan. "Kies maar, ik ga al even een toertje maken" zei ze en knipoogde. Ze draaide haar rustig om en schudde kort haar vacht eens uit. Ze strekte haar benen en draafde richting de ingang. De grot was redelijk lang en had twee bochten. Ze draaide de eerste bocht in en draafde iets sneller. Op het einde voor de laatste bocht zette ze een klein galopje in. Ze galoppeerde naar de ingang en stopte ervoor. Haar bruine ogen gleden over de omgeving die sneeuwwit was. De sneeuw was nog een stuk dikker geworden, bah. Duimelijntje zuchtte diep en keek ernaar. Ze had nu echt geen zin om straks hier doorheen te moeten gaan lopen. Veel te koud en ze zou weer eens duiken in de sneeuw. Waarom ging ze in hemelsnaam hierheen.

27. Blo

Courage

Courage

Courage stemde in met Duimelijntje, die even een toertje ging maken. Courage lachte. Ze liep achter Duimelijntje aan. Die ging over in een galop, en Courage volgde haar voorbeeld. Na een paar keer uitglijden en slippen in de bochten stopte ze naast Duimelijntje, die door de opening van de grot keek. “Mooi weer hè.” Zei Courage sarcastisch. Ze zag er echt tegen op om straks weer terug door de sneeuwmassa te moeten banjeren. Ze voelde de kou in haar benen trekken, maar dat kwam waarschijnlijk omdat ze in een steenkoude grot stond. Ze trok haar benen weer op, en voelde haar spieren protesteren. Ze had zo’n vermoeden dat ze de volgende dag spierpijn zou hebben. Ze liep een klein rondje, en belande toen weer bij Duimelijntje.

{39. De ijsgrotten}

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum