De merrie galoppeerde over de vlakke ondergrond van het strand. Het zand was zwaar om doorheen te galopperen, maar ze hield stevig door. Uiteindelijk mocht ze van zichzelf overgaan naar een draf. Ze was dan ook zo stom geweest, heeft ze iemand, een vriend nog wel zo verraden. Maar moest hij haar maar niet voor gek zetten, ook al waren er geen anderen bij. Ze voelde zich beledigd, maar nu heeft ze veel meer kwijtgeraakt dan gekregen. Ze zag de witte hengst weer voor zich, tranen begonnen in haar ogen te prikken, maar die schudde ze woest weg. Na een tijd maakte ze een overgang naar stap, ze hijgde en zweet stond op haar bruine hals, en zwart-bruine benen. Een ochtendzon streelde haar lichaam, maar op het moment wilde ze dat het koud was, dan zou het weer zich instemmen met haar gevoel. De wereld leek nu zo vrolijk, terwijl ze zelf van binnen was gebroken. Ze stapte de branding in en voelde hoe eerst alleen een laagje koud zeewater over haar hoeven ging. Ze liep verder in het water, totdat ze met haar knieën onder water was. Verder durfde ze niet het zeewater in, want de onderstroom kon erg sterk zijn. De merrie liep dus door het water verder, het was warm, maar misschien kwam dat ook omdat ze zelf zo'n stuk had gegaloppeerd. Haar staart tikte steeds tegen haar achterbenen aan toen ze door het water aan het stappen was. Langzaam begon ze zich iets te ontspannen, en wandelde op een rustig tempo door.
[Adorable]
[Adorable]