Een vlaag van angst schoot door me heen, en die was ook te zien in mijn blik. ´Weet je het dan niet meer?` Vroeg een gespierde hengst. Ik slikte en zei niks. ´Toen we voor het laatst trainden, weet je mijn woorden nog.` Kwam er uit de hengst zijn mond, de gespierde hengst bracht zijn hoofd zo dichtbij dat ik zijn adem in mijn nek voelde en een koude rilling kreeg. ´Dat ik je ooit nog eens zou vermoorden.` Vervolgde hij, mijn ogen knepen zich op dat moment dicht en ik opende ze pas weer na een tijdje. ´Je was zo zwak, ik had je toen al kunnen doden, maar dan was de pret weg, dan was je niet meer bang, en je moet bang zijn.` Hoorde ik, ik wou dat ik er niks van hoorde. ´Ik blijf je je hele leven volgen, en dan, als je oud bent, dan dood ik je, langzaam, erg langzaam.` Schoten de woorden die de hengst sprak door mijn hoofd. Weer kneep ik mijn ogen dicht.
Crusade schrok op en keek overal waar hij kon kijken, links, rechts, boven onder, achter voor, overal. Om dan de conclusie te trekken dat hij veilig was van zijn broer, zijn broer was hier niet. Hij zuchtte eens en sprak zichzelf moed in, om vervolgens zijn benen op te heffen, en verder te gaan met zijn tocht. Waarheen wist hij nog niet, maar daar zou hij wel achterkomen. Hij was laatst weg gegaan van de plaats met het meer, dat bedekt was met ijs, en ging nu de ijsgrotten verlaten. Om zo zijn weg et maken naar een gebied met betere weersomstandigheden. Zijn hoeven hief hij voor zich uit, en hij maakte een poging tot een drafje, wat hem gelukkig lukte. Zo draafde hij verder, wankelend, en nog steeds moe, ook na al het rusten. Zijn benen brachten hem voort, en voort, totdat hij een open vlakte bereikte, met alleen maar sneeuw. Hij kreeg een rilling door zijn lijf, maar ging door. Hij zou het overleven. ´Ik kan dit.` Sprak hij zichzelf toe. En hij liep dus door, en door, en door.
Zijn benen trilden onder zijn lijf, en hij hield het nog maar even ut, om vervolgens neer te vallen. Hij was moe, had het koud, en kon niet meer. Daar bleef hij liggen. Bang, angstig, maar ergens dacht hij toch dat dit het einde was. Maar dat mocht niet, hij was nog maar 4 jaar op deze wereld, dat was veel te kort. Zijn hart ging sneller kloppen van angst toen hij gedempte hoefstappen hoorde, naar zijn richting. Hij kneep zijn ogen dicht, hopend dat als het het einde ging zijn, dit snel ging zijn.
OPEN VOOR IEDEREEN
Crusade schrok op en keek overal waar hij kon kijken, links, rechts, boven onder, achter voor, overal. Om dan de conclusie te trekken dat hij veilig was van zijn broer, zijn broer was hier niet. Hij zuchtte eens en sprak zichzelf moed in, om vervolgens zijn benen op te heffen, en verder te gaan met zijn tocht. Waarheen wist hij nog niet, maar daar zou hij wel achterkomen. Hij was laatst weg gegaan van de plaats met het meer, dat bedekt was met ijs, en ging nu de ijsgrotten verlaten. Om zo zijn weg et maken naar een gebied met betere weersomstandigheden. Zijn hoeven hief hij voor zich uit, en hij maakte een poging tot een drafje, wat hem gelukkig lukte. Zo draafde hij verder, wankelend, en nog steeds moe, ook na al het rusten. Zijn benen brachten hem voort, en voort, totdat hij een open vlakte bereikte, met alleen maar sneeuw. Hij kreeg een rilling door zijn lijf, maar ging door. Hij zou het overleven. ´Ik kan dit.` Sprak hij zichzelf toe. En hij liep dus door, en door, en door.
Zijn benen trilden onder zijn lijf, en hij hield het nog maar even ut, om vervolgens neer te vallen. Hij was moe, had het koud, en kon niet meer. Daar bleef hij liggen. Bang, angstig, maar ergens dacht hij toch dat dit het einde was. Maar dat mocht niet, hij was nog maar 4 jaar op deze wereld, dat was veel te kort. Zijn hart ging sneller kloppen van angst toen hij gedempte hoefstappen hoorde, naar zijn richting. Hij kneep zijn ogen dicht, hopend dat als het het einde ging zijn, dit snel ging zijn.
OPEN VOOR IEDEREEN