Haar kleine hoeven zakten weg in de dikke laag sneeuw. De jonge merrie liep rustig erdoorheen. Ze was helemaal van het kuddegebied gekomen tot hier. Het was best ver lopen, maar daar had ze het voor over. Ze had geen zin om in het gebied zelf rond te lopen. Haar moeder was daarvoor veel te irritant. Ze zeurde de hele tijd over de grote hengst of het al wel goed ging. Of ze elkaar nou al kenden en of ze hem voor de bloedlijn wilde. Nee, nee, nee. Ze wilde het voor geen meter. Ze wilde niet antwoorden op haar moeder. Ze was gek. De hengst was vier jaar oud en zij was zes maanden. Daarvan kwam er zeker nog geen veulen. Wat dacht ze wel niet. Ze was echt dom terwijl Anaïs veel slimmer was. Het jonge veulen schudde haar dikke wintervacht uit terwijl ze even door de laag sneeuw zakte. Ze sprong naar voren en liep verder met haar benen hoog gedragen. Ze was redelijk groot voor haar jonge leeftijd, maar dat kwam doordat ze zo'n grote familie had. Haar moeder had de grootte van een Fries in haar bloed dus ook Anaïs. Haar vader was dan ook een paard dus dat hield de grootte goed. Ze sloeg met haar zwarte staart heen en weer die ook goed groeide. Ze snoof zacht en keek nieuwsgierig om haar heen. De rivier stroomde wild door het witte gebied. Het was niet bevroren in deze koude maanden want de stroming was veel te sterk. Het veulen negeerde alles om haar heen en stopte bij het wilde water. Ze liet haar hals zakken en nam een paar slokken van het koude water. Alsof er een baksteen in haar maag viel. Het deed wat pijn, maar ze kon ertegen. Ze had hoge pijngrens. Daar was ze laat achtergekomen en ze was er redelijk trots op. Ze snoof zacht en schudde eens met haar hoofd. Een geur drong haar neus al snel binnen en meteen drukte ze haar oren tegen haar schedel. Het veulen draaide haar hoofd om en gekraak klonk in de dikke sneeuw.
Midnight
Midnight