Hooghartig stapte hij rond. De rivier kletste wild tegen zijn oever en maakte zijn huid nat. Hij brieste boos, en zette een paar passen opzij. Zodat zijn perfecte –vond hij- vacht niet vies werd. Zijn hoofd en staart waren arrogant in de lucht geheven. Zijn benen trokken zich hoog op. Een kleine glimlach stond rond zijn lippen. Hij was een echte snob, wou alleen met de beste paarden gezien worden. Hij was neutraal, en had een walging aan goede paarden. Verder was hij vreselijk arrogant, en snauwerig. Hij brieste eventjes, zijn oren iets naar achteren en zijn lange manen waaide ook naar achteren toe. Het was weer lente, iets wat vele malen beter was dan die koude winters. In de lente kwamen de bloemen weer op, niet dat hij daar van hield maar het was beter dan de winter. Hij schudde zijn hals en hoofd eventjes. Waardoor zijn manen wild door elkaar kwamen te zitten. Hij schudde nogmaals met zijn hoofd en hals waardoor zij manen weer goed kwamen. Zijn vacht glansde hij keek wat rond. Maar er was niet echt iets boeiends te zien. Hij wist niet waar hij heen wou, als er maar geen goede paarden waren. Ondanks dat hij niet slecht was, had hij toch wel echt een voorkeur voor slechte paarden, en verafschuwde hij goeden, met hun kleffe gedoe. Hij wist best wel dat niet alle goede zo waren, maar toch dacht hij zo over hun. Een schim kwam in zijn gezichtsveld, hij bleef koppig staan. Als de merrie of hengst wou komen, moest ze maar naar hem toe komen. Moeite doen om naar het wezen te gaan ging hij zeker niet doen.
~Narrieparrie~
~Narrieparrie~