De regen bombardeerde de kleine, witte merrie met zijn natmakende water dat uit de donkere hemel viel. Regen was een zeldzaamheid tijdens de winter in Dream Horses. Twee hemelsblauwe ogen werden gefocust op het doorweekte zandpad dat haar hoger de bergen inbracht. Maanden was ze hier niet geweest, had deze onheilbrengende plek zoveel mogelijk gemeden. Alleen al omdat het haar bij oude, pijnlijke herinneringen bracht. Herinneringen die ze liever vergat. De zieke gedachtes die haar hersenen hadden geteisterd, de val, het ontwaken en de pijn die volgde. Allemaal had het in verband met elkaar gestaan; haar poging om zichzelf van het leven te ontdoen. Een gorgelende, vermoeide zucht vormde zich in haar longen en werd via haar luchtpijp en mond naar buiten geperst, met enige moeite. Ze was weer net zo slecht af als enkele maanden geleden, in de periode dat ze het leven niet meer in de ogen wilde kijken. Dit keer was het anders, of gedeeltelijk dan. Ze was er niet op uit om haarzelf van het leven te ontnemen, althans nog niet. Eerst wilde ze afscheid nemen van haar dierbare dochters, Kristen en Khenia. Tot haar grote spijt en ergernis waren die twee van de aardbodem verdwenen leek wel. Jammer, maar als Kai hen niet vond dan maar zonder afscheid uit het leven stappen. Ze hief haar hoofd naar de oplichtende hemel toen een lichtflits zich in de grond honderd meter verder boorde. Geschrokken, en vol van angst, bleef Kai verstijft staan, niet in staat om nog een stap te zetten. Haar oren werden tegen haar schedel gedrukt, uit angst en door wat er net was gebeurd. Ze verzamelde zoveel mogelijk moed en stapte weerbarstig door. Ze moest én zou die val maken. Het moest lukken dit keer, niet zoals maanden geleden, toen het was mislukt. Alleen omdat Ravena en Saronse haar hadden gevonden. Als ze haar alleen hadden gelaten dan was ze vanzelf wel gestorven, zo niet door haar verwondingen dan wel door de ijzige kou die huisde.
Tranen rolden over haar natte, met modder besmeurde wangen, het viel enkel niet op door de neerdalende regen. Waarom jankte ze nou weer? Ze wilde toch van haar leven af, of niet? Het iele stemmetje in haar hoofd schreeuwde van niet, maar haar gevoel zei van wel. Kai schudde verward met haar hoofd en verzamelde haar passen. De regen bleef op haar witte, inmiddels smerige vacht inbeuken. Naarmate ze steeds hoger de bergen inklom werd de regen heviger, dichter, waardoor ze niet verder dan twintig meter zich had.
‘Verdomme,’ mompelde ze, uit haar humeur gebracht door de barre weersomstandigheden. Haar lange, eens zo witte, manen hingen als dikke touwen op haar dunne hals. Eens had ze schoonheid gekend, nu enkel dood en verrotting. Niet meer, niet minder. Haar leven had er zonnig uitgezien vroeger. Kai had vrienden, familie en een kudde waarvoor ze moest zorgen. Nu enkel haar eigen gezondheid waarvoor ze verantwoordelijkheid droeg, al haar vrienden en familie hadden geen betekenis meer voor haar. Ze ging toch dood. Niemand kon haar daarvan weerhouden dit keer. Niemand. Zelfs Naf of Saronse niet. De vorige keer was het hem wel gelukt, maar door hun ‘ruzie’ van laatst was hun vriendschap er niet meer voor haar gevoel. Diep in haar hart natuurlijk wel, maar haar verstand vertelde haar andere dingen dan haar gevoel. De twee begrippen waren met elkaar in tweestrijd, al weken, zo niet maanden.
De kleine, magere merrie staarde over de rand naar de uitzichtloze diepte. De afgrond weerspiegelde hoe ze haar toekomst zag. Uitzichtloos en waardeloos. Enkel de dood kon haar nog een dienst bewijzen door haar leven te nemen en haar daarvoor in ruil de rust te geven waarnaar ze zo erg snakte. Het enige wat ze wilde was rust. Was dat soms teveel gevraagd? Kai sloot haar hemelsblauwe kijkers. Ze genoot van haar laatste minuten op aarde. Haar gedachtes zweefden naar de zon, de maan, het hele Melkwegstelsel af, om te eindigen in Dream Horses. Het land waar ze geluk had gevonden, maar de laatste tijd alleen maar verdriet en wanhoop. Ze zou er voor eens en voor altijd een einde aanmaken.
OOC: Open voor iedereen
Tranen rolden over haar natte, met modder besmeurde wangen, het viel enkel niet op door de neerdalende regen. Waarom jankte ze nou weer? Ze wilde toch van haar leven af, of niet? Het iele stemmetje in haar hoofd schreeuwde van niet, maar haar gevoel zei van wel. Kai schudde verward met haar hoofd en verzamelde haar passen. De regen bleef op haar witte, inmiddels smerige vacht inbeuken. Naarmate ze steeds hoger de bergen inklom werd de regen heviger, dichter, waardoor ze niet verder dan twintig meter zich had.
‘Verdomme,’ mompelde ze, uit haar humeur gebracht door de barre weersomstandigheden. Haar lange, eens zo witte, manen hingen als dikke touwen op haar dunne hals. Eens had ze schoonheid gekend, nu enkel dood en verrotting. Niet meer, niet minder. Haar leven had er zonnig uitgezien vroeger. Kai had vrienden, familie en een kudde waarvoor ze moest zorgen. Nu enkel haar eigen gezondheid waarvoor ze verantwoordelijkheid droeg, al haar vrienden en familie hadden geen betekenis meer voor haar. Ze ging toch dood. Niemand kon haar daarvan weerhouden dit keer. Niemand. Zelfs Naf of Saronse niet. De vorige keer was het hem wel gelukt, maar door hun ‘ruzie’ van laatst was hun vriendschap er niet meer voor haar gevoel. Diep in haar hart natuurlijk wel, maar haar verstand vertelde haar andere dingen dan haar gevoel. De twee begrippen waren met elkaar in tweestrijd, al weken, zo niet maanden.
De kleine, magere merrie staarde over de rand naar de uitzichtloze diepte. De afgrond weerspiegelde hoe ze haar toekomst zag. Uitzichtloos en waardeloos. Enkel de dood kon haar nog een dienst bewijzen door haar leven te nemen en haar daarvoor in ruil de rust te geven waarnaar ze zo erg snakte. Het enige wat ze wilde was rust. Was dat soms teveel gevraagd? Kai sloot haar hemelsblauwe kijkers. Ze genoot van haar laatste minuten op aarde. Haar gedachtes zweefden naar de zon, de maan, het hele Melkwegstelsel af, om te eindigen in Dream Horses. Het land waar ze geluk had gevonden, maar de laatste tijd alleen maar verdriet en wanhoop. Ze zou er voor eens en voor altijd een einde aanmaken.
OOC: Open voor iedereen