Magnifico
Kneel, kneel in silence alone
My spirit bares me
Pray for guidance, to home in darkest hours
Kneel (Dream within dream we travel) in silence
(Empires of faith unravel) alone
(Seeing the virtues treasurs)
Kingdoms falling down
(Who's hand commands this thunder) In silence
(Cry as we torn asunder)
Alone (unto whats Gods do i call?) Protect us in our...
Fall away
My soul wandered
Borne by grace
I flew on high
Sheltered
from this thunder
Calling heaven
©to Globus-Take me away
Zonnestralen lachten duizenden nieuwe gezichten en geuren toe. Het licht van de avonzon glinsterde in de weerspiegeling van het water. Een bron van leven. Geheeld van het verdriet. Bezonken onder het leven van duizenden organismen in en rondom hen. Takken wuifden door de fluitende wind heen. Bladeren en veertjes zweefden ritmisch door de lucht. Ze vormden een serenade onder de ondergaande schemering. Avondval was ten einde. De maan kwam hoog aan de hemel te staan deze nacht. Het was de derde nacht na het engelen gezang. Waar de maan de atmosfeer rijkte en zonnestralen verborgen achter het licht van de maan. Een oranje glimp lichtte op aan de horizon. Een windvlaag streek neer door haar blonde manen. Aflopend tot in de puntjes van haar staart. Wapperend door weer en wind. Overheersend door tijd en seizoenen. Geliefd onder dier en plant. Volgend op de hoefslag. Geklapwiek, golvend met de wind. Strelend door haar adem en bijzijn. Zijn kille maar scherpe ogen voor zich uitturend, wegdromend van deze wereld. Naar een wereld hier ver vandaan. Waar dieren in harmonie samenleefden. En niemand nog rivalen had. Waar dromen verenigd werden. En zo een werkelijkheid vormden. Waar hardop dromen toegestaan was. Om weg te dromen naar de realiteit. Waar enkel zij en Percy hun weg kenden. Dravend op het hartritme van dat van haarzelf en de torenvalk, fluisterend met de wind. Brandend van nieuwsgierigheid. Dat zich voedde met het licht en warmte van de zon. Glitters dansten de sterren van de hemel. Het licht van de maan scheen neer op een verlaten en geheim weggetje. Haar benen vervoerden haar naar het land van de Goden. Het vergeten land van de heerlijkheid. Haar spieren spannend, adem inhoudend betrad ze het nieuwe territorium. Haar geel blonde ogen voor zich uit turend. Haar twee voorpoten de lucht in werpend, steigerend van blijdschap en speelsheid. De oranje valk hapte speels achter haar oor aan. Inca sprong enkele keren gelukkig op en neer, rijkend naar de gevederde vleugel van haar vriend. Moeiteloos beklom ze een klein heuveltje waar ze een hinnik doorheen het land wierp.