Een kleine bloem bewoog zachtjes in de wind. Haar bloembladeren helemaal opengevouwen om het licht van de zon te vangen. Een bruine neus hing er vlak boven. Merle had haar neusvleugels iets verder open om de geur van de narcis “Bloemen geven kleur aan de wereld, kleuren die anders nooit verzonnen waren.” Praatte ze zachtjes in zichzelf. Ze deed haar mond ietsje open en nam de narcis zachtjes tussen haar tanden. Ze trok hem er uit en sloot haar lippen er om heen. Haar oren draaiden oplettend alle kanten op ze tilde haar hoofd weer op, ze begon weer te lopen. Met rustige kleine passen liep ze de vallei uit. Ze was blij om terug te zijn, blij om thuis te zijn. Ze was hier nou een aantal dagen en het had haar goed gedaan om weer in dit gebied een beetje rond te zwerven en herkenningspunten te vinden. De reis weg was niet erg geweest, maar ook niet zo plezierig als dat ze het hier had. Hier voelde ze zich gelukkig, compleet. Hier leek de natuur zichzelf te zijn, leek haar te omsluiten als een warme deken. Ze wist waar naar toe ze wilde, ze wist welke kant ze op ging. Ze wou in de richting van de zee, een plek waar ze nog niet zo heel vaak was geweest. Alleen ze wou de perfectie van hier laten meevoeren door de zee, hoop geven op een plek waar het anders was. Want die plekken had ze gezien, zoals elke keer het geval was als ze rondtrok. Plekken waar paarden het lang niet zo fijn hadden als in dit gebied. De wind begon aan te sterken toen ze de duinen in liep, recht op de zee af. Het koele zeewater omsloot haar benen toen ze een eind de zee in liep. Tot aan haar borst, toen stopte ze met lopen. Ze liet haar hoofd ietsje zakken en liet de narcis los. De gele bloem werd meteen gepakt door de stroming en dreef uit het zicht. Er ontstond een tevreden glimlach om haar lippen en ze knikte kort. “Breng hoop, breng kleur.” Fluisterde ze zacht. Ze had dit gewoon even nodig gevonden, ze had het idee dat ze het verplicht was. Daarna draaide ze zich om en liep de zee uit, tot de plek waar de zee soms nog zacht haar hoeven raakte. Daar bleef ze staan haar blik op de zee gericht. Ze wist wie ze wou roepen, gewoon omdat ze zin had in het gezelschap van de jonge merrie. Ze had haar al een hele tijd niet gezien en ze wou heel graag weten hoe het met haar ging. Ze hoopte niet dat Aaliyah het erg vond dat ze een tijd weg was geweest, zonder het te melden. Alleen ze had niet het idee dat ze het haar kwalijk zou nemen, daarnaast kende ze elkaar ook nog niet zo goed dat dat normaal was. Ze hief haar hoofd iets en liet een heldere hinnik over de zee horen, de echo klonk door de duinen. Ze hoopte dat Aaliyah in de buurt was en dat ze haar zou horen. Ja, het zou echt fijn zijn om haar weer eens te zien.
[&Aaliyah]
[&Aaliyah]