Slaap. In die mode stond het jonge veulen. Normaal, in daily life was ze een wolligwoezebaaltje dat stuiterde, maar dat bracht offers. Zoals meer slaap. Dus na haar skills te hebben ontwikkeld met springen was ze zo moe dat ze spontaan in slaap viel. Dus nu lag ze hier. Naast de woest brullende rivier lag het kleine woezebaaltje, helemaal opgekruld en diep in slaap.
Zo nu en dan had ze een spastische stuiptrekking. Dat was niet zo raar als je wist waar ze van droomde. Maar je hoefde geen Einstein te zijn om te weten dat dat waarschijnlijk iets was waar Daesha in kon bijten. Dus zowaar, in een magisch regenboog land bevond Daesha zich, midden in een kudde vol met geiten. Niet zomaar geiten. Geiten met een stuk bil missend. Slechts weinigen waren ontsnapt uit het lot van deze droom.
Hoeveel Daesha ook beet, haar honger werd maar niet gestild. Wel werd ze dikker en dikker en na een gegeven moment ploften haar ogen bijna uit elkaar.
La isla bonita, lalaa. Grooviesmoothie. ’Mag ik even uwe aandacht mijn trouwe onderdanen!’ schalde er opeens over de microfoon. Misschien was het raar maar het was Daesha’s droom, dus het was gedoemd om raar te zijn. ’We raken op qua bijtvoorraad, dus iemand die zich vrijwillig opoffert?’ werd er rustig voorgesteld door Queen Sparkle Daesha. Gelik werden er allemal apen geofferd met leuke fruithoedjes op hun kop. ’Yesh! Die wilde ik altijd al eens proeven!’
In haar slaap maakte ze al een bijt beweging. Toen proefde ze iets slijmerigs op haar tong. Gelijk werd ze wakker en proestte het uit. ’Ieuw wat is dat?!’ vol disgust spuugde ze hetgeen wat op haar tong lag uit en staarde naar het prutje. Het prutje naaktslak. ’Heey jij maakte mij wakker! Dat is niet lief!’ en huilebal als ze was stroomden de tranen alweer. Waar was nu haar mammie om haar te troosten. ’Ik wil mijn mammieeeee!’ brulde ze. Zelfs de orang-oetans of de brulapen zouden haar niet kunnen overtreffen qua brullen. Ze huilde big-time tranen en ze had zelfs geen honger meer. De naaktslak moest dan wel heel vies smaken als Daesha geen honger meer had.
Daesha stond verdrietig op en veegde haar tranen af op haar been. ’Ik vind dit niet leuk meer.’ snikte ze. Waar was mammie nou als je haar nodig had. ’MAMAAAAAA!’ brulde ze hard. ’MAMAAAA!’ riep ze weer. Daesha kennende zou ze gewoon doorgaan tot ze aandacht kreeg. Lol, klein, spoiled kauwgomballen machientje dat ze was. ’MAMÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ!’ en dat tot ze aandacht kreeg van haar moeder.
Magnifico 8D
Zo nu en dan had ze een spastische stuiptrekking. Dat was niet zo raar als je wist waar ze van droomde. Maar je hoefde geen Einstein te zijn om te weten dat dat waarschijnlijk iets was waar Daesha in kon bijten. Dus zowaar, in een magisch regenboog land bevond Daesha zich, midden in een kudde vol met geiten. Niet zomaar geiten. Geiten met een stuk bil missend. Slechts weinigen waren ontsnapt uit het lot van deze droom.
Hoeveel Daesha ook beet, haar honger werd maar niet gestild. Wel werd ze dikker en dikker en na een gegeven moment ploften haar ogen bijna uit elkaar.
La isla bonita, lalaa. Grooviesmoothie. ’Mag ik even uwe aandacht mijn trouwe onderdanen!’ schalde er opeens over de microfoon. Misschien was het raar maar het was Daesha’s droom, dus het was gedoemd om raar te zijn. ’We raken op qua bijtvoorraad, dus iemand die zich vrijwillig opoffert?’ werd er rustig voorgesteld door Queen Sparkle Daesha. Gelik werden er allemal apen geofferd met leuke fruithoedjes op hun kop. ’Yesh! Die wilde ik altijd al eens proeven!’
In haar slaap maakte ze al een bijt beweging. Toen proefde ze iets slijmerigs op haar tong. Gelijk werd ze wakker en proestte het uit. ’Ieuw wat is dat?!’ vol disgust spuugde ze hetgeen wat op haar tong lag uit en staarde naar het prutje. Het prutje naaktslak. ’Heey jij maakte mij wakker! Dat is niet lief!’ en huilebal als ze was stroomden de tranen alweer. Waar was nu haar mammie om haar te troosten. ’Ik wil mijn mammieeeee!’ brulde ze. Zelfs de orang-oetans of de brulapen zouden haar niet kunnen overtreffen qua brullen. Ze huilde big-time tranen en ze had zelfs geen honger meer. De naaktslak moest dan wel heel vies smaken als Daesha geen honger meer had.
Daesha stond verdrietig op en veegde haar tranen af op haar been. ’Ik vind dit niet leuk meer.’ snikte ze. Waar was mammie nou als je haar nodig had. ’MAMAAAAAA!’ brulde ze hard. ’MAMAAAA!’ riep ze weer. Daesha kennende zou ze gewoon doorgaan tot ze aandacht kreeg. Lol, klein, spoiled kauwgomballen machientje dat ze was. ’MAMÁÁÁÁÁÁÁÁÁÁ!’ en dat tot ze aandacht kreeg van haar moeder.
Magnifico 8D