Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

Back in buisiness

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

1Back in buisiness Empty Back in buisiness do 30 aug - 2:31

Kay

Kay

All we want to do is eat your brains
We’re not unreasonable; I mean, no one’s gonna eat your eyes


De grote bergen strekten voor hem uit. Het leek zo.. zo bekend, zo vertrouwt. Hoe lang was hij hier niet meer geweest? Drie jaar? Drie lange jaren waren voorbij gegaan sinds de dag dat hij Dream Horses had verlaten, en weer op zoek was gegaan naar zijn eigen weg. Hij wilde weer eens wat van de wereld zien. Dat had hij wel vaker gedaan. En steeds kwam hij weer terug waar hij nu weer opnieuw was. Dream Horses.

In de tijd dat hij weg was gegaan had hij niet bar veel gedaan. Hij was terug gegaan naar zijn thuisland. De plek waar hij ooit was geboren, en later verbannen. Die banning kon hem geen ene reet schelen. Hij was geen watje. Een banning, van een paar goedzakjes. Eigenlijk wilde hij alleen zien hoe zijn ouders zich vermaakten. De leider boeide hem niks. Ze waren allen geen partij voor hem. Allemaal kleine Welshjes. Hij was gegroeid sinds hij weg was gegaan. Hij was geen weerloze jaarling meer. Hij was een grote en zeer gespierde hengst, en nog steeds was hij niet volledig uitgegroeid. Hoe oud was hij toen. Een jaar of vijf? Hij was ervarener dan de meesten in die kudde. Dream Horses – hij moest het toegeven – had hem sterk gemaakt. Ook Deina had hem sterker gemaakt – wat deed het een pijn dat toe te geven.
Hij werd in zijn ‘oude’ kudde echt met een warm onthaal begroet. Niet dus. Een paar oude bekenden keken hem met open mond aan toen ze hem zagen aankomen. Ze herkenden hem dus duidelijk. Anderen keken hem vuil aan. De leider kwam al opgetrommeld. Hij wilde hem de weg versperren en terug sturen. Hij had een wenkbrauw opgetrokken, en met een paar klappen opzij gebeukt. Hij was op weg naar een doel. Alleen kon hij ze niet zien.
‘Waar zijn ze?’ had zijn stem gebulderd. Opeens was het dood en doodstil. Totdat een klein stemmetje antwoordde na een paar lange en moeilijke minuten. ‘Ze zijn aan het foerageren.’ Zijn hoofd ging met een zwier opzij toen hij naar het gezicht van een zielig merrietje keek. Zijn mondhoeken hadden speels omhoog gekruld.
‘Kira,’ hij zette een paar stappen naar haar toe. Ze was een slachtoffer van zijn pesterijen van vroeger geweest. De – inmiddels spierwit geworden – merrie deinsde een paar stappen achteruit. Angstig keek ze naar de grond. ‘wil je me nu vertellen wat in godsnaam foerageren betekent?’
Na een korte uitleg van de merrie, met haar piepende stemmetje knikte hij. ‘Voedsel verzamelen zeg je. Waar?’ had hij bars gesnauwd. De kleine merrie wenkte in de richting van enkele bomen. Met rollende ogen was hij toen weg gestapt, de richting die ze had aangewezen.
Achter zich hoorde hij nog de barse woorden van de leider: ‘Waarom vertelde je dat?’ Waarop Kira had geantwoord: ‘Anders had hij nog veel meer schade toegebracht.’ Hij kreeg een grijns op zijn gezicht. Slimme Kira.
Na niet al te lang zoeken had hij papa en mama gevonden. Samen in gezelschap van nóg een kereltje. Toen haar moeder hem zag kromp ze zichtbaar ineen. Dat streelde zijn ego alleen nog maar meer. ‘Och mama, bang voor je zoontje?’ Zijn moeder probeerde zich sterk te maken. Voordat ze kon antwoorden vloog opeens iemand hem aan. Samen rolden ze over de grond. Zijn oren lagen plat in zijn nek. Snel kwam hij erachter dat een bonte hengst op hem was geland. Zijn vader. ‘Godv..’ Hij had een grote smak tegen de aarde gemaakt. Al snel krabbelde hij overeind.
‘Hoe durf je terug te komen?!’ Zijn vader was woedend. Kay lachte. ‘Mag ik niet eens kijken hoe paps en mams het maken?’ De kleine kerel in het gezelschap kromp ineen. Als snel vlogen de tanden van zijn vader weer op hem af, die hij soepeltjes ontweek en zijn tanden snel in zijn vaders schoft boorde. Met wat behulp van zijn hoeven had hij al snel tegen de grond gewerkt, zijn tanden net achter zijn oren drukte hij hem tegen de grond. Hij liet hem los – hij had enkele plukken haar mee getrokken – en hij bleef kreunend liggen. Het was niet de bedoeling te vechten. In principe wilde hij ze in leven houden. Helaas kon dat op deze manier niet. Hij zette zijn hoef op zijn slaap. Zijn moeder keek angstig toe.
‘Nee..’ kermde ze eerst zacht. ‘NEE!’ schreeuwde ze vervolgens uit. Ze probeerde aan te vallen. Ze had haar gemakkelijk van hem af gewerkt. Daarna hief hij zijn hoef en liet deze met een knal op zijn vaders slaap neerkomen.
Toen zijn moeder huilend in elkaar zakte rolde hij met zijn ogen.
‘Wie is dat?’ Hij wenkte naar het kereltje iets achter.
‘Je broer!’ was het achtwoord.
‘Ah.’

Daarna ging het snel. Zijn moeder werd depressief, wat eindigde in zelfmoord – kreeg hij later te horen, hij was toen alweer een tijdje vertrokken. Diëgo – zijn broer – wilde wraak. Hij achtervolgde Kay, wat een ticket to hell voor de arme sloeber betekende. Toen was zijn familie al snel uitgeroeid. Hij had wat rondgereisd, kennis opgedaan. Getraind. Het ging zo zijn gangetje. Hij groeide uit tot een enorme Welsh. Ergens had hij een veulen gekregen. Het was een wat je noemde een ongelukje. Lloyd was dus ook snel van de wereld gevaagd – net als zijn moeder. Oh, en dan was dat litteken er nog, waar zijn manen groot in deels van de tijd overheen vielen en het amper te zien was. Het ding ontsierde zijn hals op grote mate. Het was dan ook wel een beetje een sneu geval. Hij was gevallen, zo bam met zijn hals op een puntige steen. Dikke wond, veel bloed, wat een lelijk litteken veroorzaakte. Hij moest er nog een duister verhaal aan koppelen. Als hij dit aan iedereen vertelde, dan was dat een beetje sneu. Zijn hersenen waren dan ook hard aan het werk om er een mooi verhaal omheen te maken. Dan kon hij het litteken als een trofee presenteren. Niet als een stom ‘ongelukje’.
Hij was misschien in die tijd een beetje te snel oververhit. Het maakte hem ongecontroleerd, en dus gevaarlijk. Hij moest daarmee kappen. Maar altijd bleef hij nog zichzelf. Een rare freak, met zo zijn droge humor. Meestal vond hij zijn eigen humor het leukste, maar dat maakte niet uit. Hij was misschien een beetje een egotripper. Altijd al geweest. Sommigen vonden het goed en prachtig als je jezelf bleef. Sommigen wilden liever dat hij veranderde. Hij vond zichzelf prima. Helemaal top en geweldig.

Nu was hij dus eindelijk terug in Dream Horses. Nieuwe kennis op doen, nieuwe avonturen meemaken. Nog altijd was hij gespierd. Nu kwam hij breder gebouwd terug in DH. Misschien omdat er wat meer spek op zijn botten zaten. Hij was de laatste tijd een beetje lui om te trainen. Maar toch ook in topvorm. En toen hij weer de kiezels onder zijn hoeven voelde wegrollen, besefte hij dat hij dit land had gemist.
Langzaam beklom hij voor de.. hij wist niet hoeveelste keer de Drakenberg. Hij wist niet hoe vaak hij hier had getraind toen hij nog maar een guppie was. Hij kende de bergen door en door, ook al was hij hier drie lange jaren niet geweest. Hij wist elke sluiproute, elk miezerige paadje waar je je langs kon wurmen. Al was hij nu misschien iets te dik voor die paadjes, en durfde hij ze niet meer aan. Hij was forser, en de randjes waren misschien niet meer geschikt voor al het gewicht wat hij meedroeg. Hij nam niet teveel risico.
Maar nu nam hij de veilige route. Hij moest helemaal over de bergen heen, wilde hij weer in het hartje van Dream Horses uitkomen. Zijn oren langen ontspannen naar achteren. In een luie stap maakte hij zich voort over de paden aan de buitenkant van de berg. Hij was alweer bezig zijn weg naar beneden, waar hij al het sneeuw en ijs van de omliggende gebieden alweer kon bewonderen.
‘Goderdegodver,’ klaagde hij toen een paar kiezelsteentjes vrolijk hadden besloten weg te rollen, terwijl één van zijn achterhoeven daar steun op vond. Zijn hoef werd dus gedragen door de vrolijke kiezelsteentjes, wat hem in een benauwde split had gevormd. ‘Kutstenen,’ mopperde hij. Zijn humeur was weer omgeslagen. Die rotstenen moesten het maar weer verpesten. Djeez, waar ging de wereld heen.
Lui vervolgde hij zijn weg naar beneden. Als het een beetje steil werd, ging zijn gewicht op zijn achterbenen. Was het niet zo steil, hobbelde hij voort op zijn normale loopje. Zijn hoofd hing lomp op borsthoogte. Hij deed geen moeite om hem hier te presenteren. Vroeger deed hij alle moeite om opgemerkt te worden. Zijn staart hoog, zijn hals in een krul om al zijn spieren te presenteren, en luchtige passen in draf, en donderslagen in galop. Als er veel publiek was deed hij dat dan nog steeds. Maar was er geen reden; geen moeite. Zo simpel als wat. Lui Kaytje.


Open voor iedereen! Het zou leuk zijn als het een oude bekende van Kay is. Een beetje RPG niveau zou ook leuk zijn. <3
25. 1500 woorden

Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Soortgelijke onderwerpen

-

» I am back.
» Back
» Don't ever look back. ~
» I'm back
» Welcome back ~

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum