Je bent niet ingelogd. Log in of registreer je

A fist full of painful memories

5 plaatsers

Ga naar beneden  Bericht [Pagina 1 van 1]

Magnolia

Magnolia

Het was rustig in het bos, niemand was er verder. Niemand, behalve Berenklauw.
Het verbaasde haar ergens zeer dat Berenklauw uit het niets opdagen kwam maar het boeide haar net zo min, ze was ontzettend blij dat hij er weer was.
Langzaam ging ze over in een zachte draf maar haar lieve broer stopte plots, een nog half levend konijn lag naast een dikke eikenboom.
Twee grote happen nam hij, bloed druppelde over zijn lippen en op een manier die ze niet begreep walgde Magnolia ervan.
Het kostte haar maar enkele seconden voordat ze doorhad dat langzaam Berenklauw neer viel maar niks kon ze doen.
Op haar knieën knielde Magnolia naast haar broer en duwde zachtjes met haar neus tegen de schouder van de hengst aan. Hij bewoog niet, niet eens klein beetje.
Als paarden huilen konden, dan had ze dat nu gedaan. Hoe kon dit ooit gebeuren…


Met een bezwete, kleffe vacht schrok ze wakker en ging vlug rechtop staan. Haar blozend roze ogen schoten sluw heen en weer, vlug de boel verkennend in de hoop dat niemand haar had gezien.
Haar spitste oren draaiden in alle richtingen, hopend alle mogelijke geluiden op te vangen. Er was niets, al hoorde ze in de verte het geluid van enkele paarden.
Merries waren het, merries en één hengst.
Zonder ook met eventjes vast te komen zitten wandelde ze met gemak door het vieze, natte moeras. Misschien was het maar beter als ze stoppen zou met dieren eten, en het houden op het bloed van paarden.
De smaak werd haar trouwen toch al te veel, en die andere stomme beesten gingen al vreemd naar haar kijken. Niet dat die reden haar iets boeide, maar als ze ‘lief’ over wilde komen, en naar vieze dode konijnen stonk had het niet echt veel nut om te doen alsof.
Zulke dromen had ze al vaker gehad, en die dromen kwamen vaak uit als ze niet deed wat haar gevoel zei.
Het was tijd om te stoppen met het beesten eten.
Opnieuw vingen haar spitste oren het geluid op van de merries en de hengst, misschien was het wel de Horcrux. Het maakte haar wel meteen aan het lachen, pf, de Horcrux.mAlsof de Horcrux in staat was om nog iets van angst te zaaien, het enige wat de Horcrux nog zaaien kon was een leuk verhaaltje die een goede lach opwekte.
Theekransjes en wat gezelligheid, wel, wat een leuke kudde, niet?
Hallo? Horcrux slaafjes? Lieve wolvenroedel? Joehoe?’ Een gemene grijns sierde haar droge lippen, ze snakte naar bloed maar liet het maar zoals het was. Wachtend op één of andere zielig paardje, of misschien zelfs wel een bijzondere Alpha.

-----------------
Open for whoever ^^

Cesilia

Cesilia

Langzaam liep ze door de blub. Stomme, domme paarden. Ze waren gewaarschuwd en alsof het feit dat iedereen die in een poot in het moeras zette er regelrecht direct weer uit weg gejaagd paarden aantrok. Want met hoopjes kwamen ze het moeras in strompelen. Ze waren levensmoe of hadden te weinig avontuur. Het maakte ook niet bijzonder veel uit, zolang ze maar weer opflikkerde. Daarbij had ze ook wat goed te maken tegenover Aaliyah, blijkbaar was haar spectaculaire opkomst bij de eerste Horcrux activiteit niet zo bijzonder spectaculair volgens Aaliyah. Ze snoof eventjes verontwaardigd en bedacht zich dat het niet haar probleem was dat Aaliyah haar binnenkomst anders zag dan dat Cesilia hem zag; dat zij nou niet het verschil wist tussen een raaf en een schrijftafel, dat was niet haar probleem. Daar mocht Aaliyah lekker haar hersentjes over kraken. `JIJ?!’ Gierde een stem door haar hoofd, gillend en krassend. `Jij bent niet meer dan de uitkomst van een pleeborstel en een gorilla met elkaar gekruist. Het verbaasd me dat je nog enigszins op een paard lijkt,’ vervolgde de stem op een irritant toontje. Cesilia deed haar best om het commanderende stemmetje in haar hoofd te negeren, maar de dwang om iets terug te katten werd groter en groter. Ze kneep haar ogen dicht, laat het paard niet tevoorschijn komen, laat het paard niet tevoorschijn komen. Naast haar hoorde ze gebries. Met een dodende blik keek ze opzij, oh wat hoopte ze nu dat blikken konden doden. Ze zuchtte eventjes geïrriteerd, hoopte dat ze het nooit had gedaan en hoopte dat de roetzwarte merrie naast haar het niet gehoord had. Tot haar grote spijt hoorde deze merrie alles wat zij deed, zij, ze wist iedere beweging die Cesilia maakte te omschrijven. Ze wist alles over Cesilia. Je zou haast denken dat het paard in haar hoofd zat. Cesilia rolde met haar ogen, was het tegendeel maar waar. `Ja ja, heel goed om je weer te zien, nu mag je wel weer gaan,’ snauwde de buckskin kleurige merrie. Een geur sloop haar neus in. Direct draaide ze haar kont naar de roetzwarte merrie en al gauw naderde ze de merrie. ‘ Hallo? Horcrux slaafjes? Lieve wolvenroedel? Joehoe?’ hoorde ze een stem, direct daarop zag ze een vos merrie in de verte staan. Cesilia rolde met haar ogen; je zou denken dat ze wel beter wisten. Maar de merrie die deze woorden uit had gesproken was duidelijk geen goedzakje. Hoewel Cesilia betwijfelde of de merrie enigszins slecht was, eerder een veulen op vier poten, groot en verschrikkelijk naïef. Cesilia maakte zichzelf groter dan ze was, dominant ging ze voor de merrie staan. Een ijskoude blik in haar ogen. `Wel wel… Ik heb nu twee of drie keuzes. Keuze een; je hoofd er genadeloos afrukken, maar veel nut heeft dat niet, hersenen zitten er toch niet daarboven. Keuze twee; Je kan nu gewoon oprotten of ik jaag je weg. Keuze drie; Ik vermoord je alsnog maar laat je liggen voor de roofdieren in dit gebied. Ik heb het niet zo op paarden vlees,’ stelde ze de vos merrie simpelweg voor. `Jij mag kiezen,’ Cesilia keek de merrie rustig en dominant aan. Haar hele gekke houding eventjes vergeten, ze kon wel serieus zijn, ze kon wel slecht zijn, op zich was ze het ook ergens. Maar ze was gewoon niet helemaal lekker in der hoofd. Meestal. Langzaam verbrak ze de afstand tussen de merrie en haar. Nonchalant verkleinde ze meter naar meter, tot ze haar hals strekte en haar neus vlak bij het oor van de merrie hield. `Als je het verschil weet tussen een raaf en een schrijftafel mag je gaan en staan waar je wilt in het moeras,’ zei ze zachtjes, in de stilte rond hun klonken deze woorden als een schreeuw, in werkelijkheid was het maar een fluistering. Ze zou langzaam en duidelijk praten tegen de merrie; de merrie was waarschijnlijk zo dom dat ze anders geen woord van wat Cesilia zei zou begrijpen. Voordat de merrie iets kon doen liep ze weer een paar passen naar achteren tot er een afstand van twee meter tussen hun zat. Met een sinistere glimlach keek ze de merrie afwachtend aan. `Dus, of oprotten, of ik vermoord je, of ik ruk je kop eraf, wat niet veel nut heeft aangezien er toch niets daarboven in je holle hoofd zit, óf je beantwoordt mijn vraag correct en ik laat je gaan en staan waar je wilt. Dat betekent niet dat de andere Horcrux leden je kop er niet af zullen rukken. Dat is aan hun,’ in haar hoofd streepte Cesilia het antwoord op de vraag al weg; de merrie zou kunnen proberen wat ze wou. Ieder antwoord zou fout zijn.

Kay

Kay

Met zijn hoofd die laag boven de grond hing, en zijn ogen half open, hield hij vanaf een schuilplaats in de schaduwen de dagelijkse in- en export die in het moeras rondhing in de gaten. Niet veel paarden kwamen gezellig buurten, maar de paarden die wél maar één van hun gore poten in het moeras durfden te zetten, werden er net zo hard weer uit gewerkt. Maar hij was moe na een nacht dat hij zelf de wacht had wezen houden. Het was een schande dat sommige Horcruxes nog niet elke vrije seconde die ze hadden hier in het moeras rondbanjerden. Hij snapte de paarden wel dat ze moesten eten - wat hier niet was - en dat ze zo af en toe de opgedroogde bagger van hun vacht af wilden hebben. Het jeukte als een stel etterende wonden. Maar hij had nu pauze, een soort van. Hij liep niet meer rond, maar stond op een stevig stukje aarde, met een zielig, halfdood boompje die erop groeide. Hij ging op in de schaduwen die over zich lichaam - met een schrikbarend lage stokmaat - gingen.
‘Hallo? Horcrux slaafjes? Lieve wolvenroedel? Joehoe?’ In een luttele seconde spitste hij zijn oren toen hij een onbekende stem hoorde. Direct schoten ze plat in zijn nek toen hij de woorden hoorde. Slaafjes? En hoe durfde ze hen met een roedel met wolven te vergelijken? Pfft. Die onwetende knol zou wel voelen hoe een van die "slaafjes" haar helemaal kapot zouden maken. Niemand beledigde de Horcrux, zijn leidster en zijn onderdanen. En al helemaal niet in het gebied die de Horcrux in haar bezit had. De knol zou de volgelingen van het zuivere Slytherin ras wel gaan voelen.
Direct maakte de hengst een vloeiende overgang naar een vliegende draf. Veel van het overtollige vet op zijn botten was de laatste dagen verdwenen doordat hij alle dagen intensieve arbeid verrichte door elke dag door de drab te baggeren. Zijn spieren waren herkenbaar meer aanwezig voor het blote oog; ze rolden onder zijn spiegelgladde vacht die met modder was besmeurd.
Toen hij dichterbij kwam, zag hij dat een Dementor al bij het desbetreffende paard aanwezig was; Cesilia. Dat beest was het meest nutteloze wezen dat Aaliyah ooit had aangeschaft, en hij was onder de indruk waarom dat beest nog rondliep. Dat beest was krankjorum! Toch deed ze voor deze ene keer goed werk, toen hij de merrie hoorde praten over verscheidene keuzes. Hij kon het niet precies horen, aangezien hij nog niet dichtbij genoeg was, maar het klonk dat Cesilia de indringer uit het moeras aan het werken was. Ieder geval, een poging tot. Hij naderde intussen het voskleurige achterwerk van de indringer.
Hij hoorde de merrie nog verscheidene woorden zeggen. Weer iets over die schrijftafel van d'r. Ze had de Horcrux er wel vaker mee verveelt. Bij die merrie was echt een steekje los, eigenlijk zouden ze de knol slachtoffer laten worden van het moeras.
‘-óf je beantwoordt mijn vraag correct en ik laat je gaan en staan waar je wilt-’ Verbaasd hief hij zijn hoofd en snoof. Hoe durfde deze ongehoorzame Dementor de voskleurige merrie ook maar een kans te laten geven om in het moeras te wandelen? Niemand mocht in het moeras, behalve de Horcrux. Het was het gebied van de kudde, en zij was een kuddelid. Hoe waagde ze het er ook maar over te beginnen. Aaliyah zou hier van horen. Hij hief zijn neus dominant. Hij liet zijn blik vallen op de ondergrond waar de paarden op stonden, en tot zijn teleurstelling was het een van de stevige plekken in het moeras. Echter wist hij dat even verderop een enorme modderpoel was, dat te vergelijken was met drijfzand. Als je eenmaal vast zat, kwam je er niet meer uit, en zou het moeras haar slachtoffer naar de kern zuigen en het lichaam daar laten rotten. Misschien kon hij samen met de Dementor - het belachelijke stuk ongein, de merrie zou gestraft worden voor haar daad nadat ze de indringer hadden verwijderd - de indringer daarheen drijven door een simpel werkje behendigheid. De merrie was groter, en met een blik op haar achterhand, wist ze dat ze vast niet zo behendig kon bewegen als hem.
‘Fout, Dementor,’ zei hij tegen Cesilia. Hij keek de merrie met zijn oren in zijn nek aan. Toen wendde hij zijn blik weer naar de indringer. ‘Niemand die niet zich met het teken van de Slytherin heeft laten merken, is hier niet welkom.’
Zijn bovenlip trok zich op naar boven en zijn oren stonden plat in zijn nek. Hij begon langzaam, als een leeuwin die haar prooi met haar roedel in het nauw zou drijven, begon hij om de merrie heen te cirkelen. Zijn hoeven lieten sompige afdrukken in de modder achter, die dan vervolgens meteen vulden met water. ‘En alsjeblieft, Dementor, hou op onzin uitkramen.’ Hij wierp een vernietigende blik naar Cesilia. Ze zou zo meteen, nadat ze de vos hadden weggewerkt, haar straf krijgen.
Hij bleef om de indringer cirkelen, haar achterwerk bleef hij wijselijk ontwijken, even als haar gezicht. Hoeven en tanden konden gevaarlijk zijn, al wist hij dat hij die slinks kon ontwijken. En de merrie zou onmogelijk opzij kunnen schoppen, toch bleef hij de nodige afstand houden. Toen bleef hij enkele meter voor de voskleurige merrie staan. Hij had zijn oren naar achteren, zijn kaken stonden op elkaar geklemd en zijn bovenlip was opgetrokken zodat zijn gele tanden zichtbaar waren.
‘Ik geef je nog een laatste kans merrie, om vrijwillig te vertrekken.’ Zijn ijsblauwe ogen priemden in de pupillen van de merrie voor hem. Zijn houding was dominant, trots. Ook al was hij veel kleiner dan de andere paarden in het gezelschap, ze moesten hem niet onderschatten. En omdat deze merrie er behoorlijk onwetend en ronduit dom was, en die het wel zou doen. En aangezien ze hen "slaafjes" hadden genoemd, was hij van overtuiging dat ze niet vrijwillig zou vertrekken. Dan zou hij zijn plan uitvoeren met Cesilia. Als dat niet zou werken zou hij de andere Dementors oproepen, en het beest kapot maken, of zo krijgen dat ze vertrok. Hij zette een paar passen achteruit, en draaide zich een kwart slag, zodat hij een ruimte open liet voor de merrie. Hij seinde met zijn hoofd naar de rand van het moeras, het was niet heel ver weg. Zijn blik stond op de vos gericht, wachtend tot ze een spier zou vertrekken, of haar arrogante mond open zou trekken. Ze was blijkbaar niet het type dat het hazenpad zou nemen. Ze zou zijn uitdagende blik antwoorden.

Magnolia

Magnolia

Een bruine merrie verscheen in haar zicht en kort speelde er een grijns op haar lippen, maar als snel veegde ze die van haar snoet en trok een serieuze blik.
Toen de merrie eenmaal voor zich geen staan was nog steeds niet echt geïntimideerd, nee, dom was ze niet. Maar slap was ze ook niet.
Ze luisterde maar met één oor naar het gebrabbel van de merrie en hield haar glimlach zwaar in zich. Elk dier dat ook maar een paar jaar ouder was dan haar vond dat hij zovéél beter was, en meteen veel sterker.
De merrie zei iets over ‘haar hoofd afrukken’ en ze snoof even, een soort van lachend. Ook verstond ze iets over een raaf en een schrijftafel? Waar had deze merrie het wel niet over.
Al snel rook ze de geur van een hengst en besteedde geen aandacht meer aan de merrie, ze was geen psychopaat volgens Magnolia, gewoon een arrogant dier dat liever iemand weg wilde jagen dan echt iemand aanvallen. De makkelijke weg, dat haatte ze, nog meer dan dat ze vogeltjes haatte.
Een echte psychopaat was arrogant, verplaatste zich niet in anderen, had charme en een overdreven gevoel van eigenwaarde, was altijd opzoek naar dingen die zijn hersens zouden prikkelen en bovenal had hij gemak met liegen, was sluw en manipulatief en was natuurlijk ongevoelig. Veel redenen waarom noch Magnolia noch deze bruine merrie een psychopaat was, Magnolia kwam ergens een beetje in de buurt, maar ze moest nog veel leren.
Ik geef je nog een laatste kans merrie, om vrijwillig te vertrekken.’ Daar hoefde ze niet lang over na te denken en ze grijnsde een kleine grijns.
Ach nee, dat ‘vrijwillige’ gedeelte zit er niet voor mij in. Maar ik ben niet dom hoor, ik ga echt niet een hengst aan vallen die vast iets van vier jaar ouder is.
Ik vroeg me alleen af wat voor nu de Horcrux nog heeft? Of gaan jullie eindelijk echt wat angst zaaien?
Er droop aardig wat sarcasme van haar laatste zin en ze staarde even naar de hengst.

Aaliyah

Aaliyah
Moderator

Wat nou als dit zou uitwerken? Dat haar plan daadwerkelijk in trek kwam te vallen, en het moeras echt rustiger werd, met alleen maar Horcruxes, en paarden bang werden van hen. Zou dat dingen beter maken in dreamhorses? Beter voor de slechten? Eigenlijk bewees de Horcrux iedereen een dienst, iedereen die tot het kwade in staat was, omdat paarden niet enkel bang waren van Aaliyah en haar leden, maar ook bang waren voor ieder slecht paard. Natuurlijk had je uitzonderingen, uitzonderingen die Aaliyah ook niet erg vond.
De rust was nu even wedergekeerd. Het was even een moment dat ze niet constant gericht was op indringers. Dat kwam mede ook omdat ze ontzettende honger had, en aan de rand van het moeras was gaan grazen. Een nadeel van het moeras was daarom ook wel dat er bijna geen eten was. Nog een nadeel was dat Aaliyah vies was, ontzettend vies, en ondertussen was ze zich er mateloos aan gaan irriteren. De modder die was sowieso wel overal te bekennen, maar het kriebelde hier en daar, en het verdoezelde haar blondgouden vachtje.
De afgelopen dagen waren pijnlijk geweest. Ze had waarschijnlijk ergens een spier verrekt in haar schouder, en dat was geen pretje. Ook had ze de laatste tijd meer spiermassa gekregen, ze had ze al gehad, maar ze waren nu veel zichtbaarder dan eerst.
Met haar hoofd fier gekruld baande ze zich een weg door de vloeibare waterdrab. Dit was puur modderwater, en het was bijna zwemmen in dit gedeelte van het moeras, ookal was het veel dieper dan een halve meter. Het spoelde niet veel modder van haar huid, het liet wel de opgedroogde modder verdwijnen, maar het zorgde voor een misschien nog wel viezere vervanger dan eerst. Zuchtend gaf ze de hoop op een ongestoorde, non-modder dag op. In ieder geval voor een poosje.
Een spottende stem verloste haar van haar wanhopige gedachtes, al werd er nu in plaats van wanhoop woede geplaatst. Ze had het ‘horcrux slaafjes’ maar al te best verstaan, en het was iets waar ze absoluut niet van gediend was. Het zou een tijdje duren voordat ze er was, in tussentijd zouden er wel Dementors kunnen komen, vooral omdat de merrie niet al te stil was.
In een handgalopje zette ze haar weg voort, haar hals nog altijd dominant gekruld, haar neusgaten opengesperd en haar oren voor de verandering al nijdig in haar nek gedrukt. Haar knieën werden hoog opgegooid, wat voor extra veel spetters zorgde. Luid smakkend met haar mond versnelde ze nog een beetje, deze zal sowieso niet ontkomen aan de dreiging van het moeras. Deze mocht niet onverstoord door het moeras banjeren, en zeker niet met deze attitude.
Ze vertraagde al snel haar pas tot een vlotte draf, dit omdat ze een stem hoorde. Toen ze de stem herkende vlogen haar wenkbrauwen verbaasd omhoog: Zou het zijn dat Cesilia haar taak echt serieus nam? Dat had Aaliyah niet verwacht, vooral omdat ze eigenlijk de merrie wilde oproepen om te bevestigen dat het juist was dat ze deze had toegelaten.
Een verontwaardigd geluidje ontsnapte uit haar keel toen ze de opties hoorde. Ze was dichtbij genoeg genaderd om alles te kunnen horen wat ze zei. Het was uiteraard weer gelul over een schrijftafel en een raaf, maar het was ook over opties, en de laatste zorgde voor veel nijd.
De nijd werd al snel verruild voor verbaasde blijdschap toen ze Kay’s stem opeens hoorde. Hij ging ogenblikkelijk tegen Cesilia in, en maakte de indringer duidelijk dat ze niet gewenst was. Alsnog werd ze weer woedend om wat Cesilia had gezegd, en de razernij overviel haar weer. Adrenaline liet toe dat het rood voor haar ogen werd en de toevoer naar haar hersenen stopte. Ze sprong uit de bosjes en scheerde rakelings langs Kay en de indringster heen om vervolgens het verste oor van haar ongehoorzame lid te grijpen en die naar zich toe te trekken zodat de neus wel van Aaliyah af moest wijzen. Ze was haast bovenop Cesilia gesprongen, maar dat interesseerde haar voor geen biet. ‘Dat gebeurt niet kleine opdonder,’ siste ze tussen haar tanden in het oor dat ze nog steeds in handen had. ‘Ik heb altijd getwijfeld toen ik jou in de kudde nam, en terecht, maar mijn geduld raakt bijna op. Zometeen wil ik met je spreken Dementor.’ ze spuugde het oor uit en maakte dat ze naast Kay kwam te staan. Haar oren waren nog steeds plat in haar nek, de valse uitdrukking in haar ogen was verruild voor een uitdagende blik, en haar hals was mede daardoor ook gekruld. Haar ogen volgden de omtrek van de opdonder die het had gewaagd om het moeras te betreden, en ze moest zeggen dat die nog behoorlijk jong was. ‘Ik kan je vertellen kleine merrie dat, ookal ben je zo bijdehand om die vraag van haar te beantwoorden, je alsnog zal moeten oprotten. Dat kan nu zijn, met hangende oortjes en een zielig gezicht, maar uit vrije wil,’ gepikeerd hief ze haar hoofd een mini beetje, al was die nog steeds gekruld, ‘of het kan hardhandig, en dan sta ik niet in voor de gevolgen.’ Ze keek toe hoe Kay met zijn hoofd naar een uitgang seinde en ook Aaliyah liep naar achteren zodat de merrie nog kon kiezen om te vertrekken. Al snel trok de merrie haar mond open, en zei alles wat Aaliyah al had voorspeld. Vandaag had ze echter een kort lontje door Cesilia die niet snik was, en deze indringer die niets moest hebben van het weglopen.
‘Eindelijk?’ lachte ze de merrie bespottelijk uit. ‘Voor zover ik kan zien ben jij overduidelijk een nieuw persoon in dreamhorses, ik zou ernaast kunnen zitten, maar alsnog weet jij absoluut niets’ – razend spuwde ze het woord ‘niets’ uit – ‘van de geschiedenis van deze kudde, en dat startte met Segué. Ken je niet zeker?’ sarcastisch maakte ze de zin af, en haar uitdagende blik werd aangevuld met een grijns.
Haar ogen vlogen eventjes donker over Cesilia, waarmee ze zometeen een zegje zou houden, aangezien de vraagtekens – over waarom ze überhaupt eraan gedacht had om haar aan te nemen – in haar ogen steeds groter werden. Kay daarentegen, die leverde geweldig werk, en ze was immens blij dat die eerder had ingegrepen dan Aaliyah gedaan had. Ze had er goed aan gedaan om die de leiding te geven aan de Dementors. No doubt.

Cesilia

Cesilia

Voor eventjes gleed haar blik naar links en was ze haar aandacht voor de merrie kwijt. Direct zag ze wat daar in de verte kwam aanlopen. De twee kleurige vacht van de hengst glinsterde in haar ooghoeken. Eventjes was ze haar hele serieuze, dominante en onheilspellende houding vergeten, haar oren schoten voor een kort moment naar voren om weer naar achteren te vliegen. Nog altijd was ze onder de indruk van Kay; bont! Kay was bont en niets minder. Aangezien Cesilia een zwak had opgericht voor haar ‘meerdere’ –gawd wat haatte ze het om dat te horen, het was niet heel erg goed voor haar gigantische ego- alles te danken aan de kleur van de hengst. ‘Fout, Dementor,’ ze rolde geërgerd met haar woorden en keek hem sarcastisch aan. Je verwacht toch niet dat ik het domme wezen écht laat gaan? zeiden haar ogen brutaal tegen hem. Bont of niet, kennelijk was de hengst niet erg snugger. Ergens gaf ze toe dat hij misschien het recht had om haar te geloven, ze was een goede leugenaar en was misschien wel gek genoeg voor zoiets doms en onbenulligs. Ze wierp Kay een vernietigende blik toe toen hij haar weer Dementor noemde, maar ze besloot het te negeren, het zou niet verstandig zijn haar ‘meerdere’ tegen te spreken. Als ze Aaliyah en Kay al een beetje te vriend wou houden moest ze dat zeker niet doen. Een plotselinge flits schoot langs haar ogen, gevolgd door een flitsende pijn in haar oor, direct draaide ze haar hoofd mee waardoor ze oog in oog stond met Aaliyah. Een grijns sierde haar domme gelaat. `Ah Aaliyah! Wat goed je te zien!’ begroette ze haar leider opgewekt. Nadat ze van de eerste schik bekomen was had ze haar hoofd gedraaid en nu wiebelde ze haar oortje dat tussen de tanden van Aaliyah geklemd zat een beetje doelloos rond. Eigenlijk kietelde het best wel en vond ze het best prettig, het voelde niet vervelend en het dunne straaltje warme bloed dat langs haar wang sijpelde verwarmde haar vacht alleen maar. `Ghehehehe,’ nonchalant verlieten de nutteloze woorden haar mond. Weer maakte het woord ‘dementor’ haar geïrriteerd, wat was het toch dat als paarden boos waren ze de naam van je rang uit gingen spreken? Het was heus niet zo dat ze zo achterlijk waren dat ze haar naam spontaan vergeten waren. Uiteindelijk liet Aaliyah – tot de grote spijt van Cesilia- haar oor los en sprak de vos merrie toe. Uiteindelijk was het stil en draaide Cesilia haar onschuldige kop eventjes. `Wat we overigens nog meer hebben, zijn de oortjes van de ongehoorzame paarden die niet als de sodemieter het moeras uitgaan,’ zei ze duidelijk, luid en onheilspellend. Uit haar hele houding was te merken dat ze maar al te graag een van de oren van de merrie af zou willen rukken, misschien wel allebei, als ze de tijd had. Dus wachtte ze hoopvol op het teken van Aaliyah óf Kay, de boze blik van Aaliyah compleet negerend keek ze beide verwachtingsvol aan.

Magnolia

Magnolia

Opnieuw snoof ze voor de Buckskin merrie en negeerde haar verder volkomen, dat beest wat psycho, al zij ze het zelf.
Wel hello, Aaliyah was je naam, niet?’ Ze wist wel bijna zeker dat ze het bij het juiste eind had, maar vragen kon geen kwaad.
Eventjes luisterde ze naar de woorden van de Horcrux- leidster en knikte af en toe alsof het haar interesseerde.
Ik moet wel even zeggen dat ik niet op de vraag van de, uhm..Laten we zeggen, de merrie die niet mentaal helemaal in orde is, heb geantwoord.
Aangezien het natuurlijk een onnozele vraag is.

Ze wierp even kort een arrogante blik op Cesilia zoals een tiener- school meisje dat deed als ze net iemand beledigt had. Zo voelde ze zich immers ook.
Ja, natuurlijk kan het hardhandig, dat kan altijd. Maar moet dat ook?
Het is duidelijk, ik ga niet vrijwillig weg want ik wandel waar ik wandelen wil.
En, het is natuurlijk niet het slimste idee om mij nu het loodje te laten leggen, behalve als je nutteloze leven je iets waard is.
Je kan me ook aanvallen, blah blah blah, ik blijf levend achter en krijg alsnog mijn zin, maar dat zit er- neem ik aan- niet in. Dan zou er praktisch gezien maar één optie overblijven, en dat is dat ik jou- leider van de Horcrux, blah blah blah- aanval.
Maar dan heb ik natuurlijk een probleem met die ‘stoere’ hengst van jou, en dat wil ik niet. Ik ben niet onnozel, ik ga geen hengst aanvallen.
Goh, dit is eerlijk gezegd lastiger dan ik gedacht had...

Elk woord dat ze uitsprak was zelfs voller van cynisme dan het woord daarvoor, en bij die hele mond vol verrekte ze geen spier in haar gezicht en verroerde ze geen vin.
De grijns van haar smoel was al verdwenen, er stond alleen een koude, levenloze uitdrukking op haar gezicht.

Kay

Kay

Toen hij met luidruchtige, sompige passen naar het tweetal merries aan het lopen was, zag hij hoe Cesilia haar donzige oren naar voren spitste. Een jeugdige blik ontstond op haar goudkleurige gezicht. Hij rolde zijn ogen. Hij wist dat die merrie een obsessie voor hem had, alleen maar omdat zijn vacht twee verschille kleuren had. Die merrie had een rare grijze kwak yoghurt in haar bolle kop hangen, dat was inmiddels wel duidelijk.
Wanneer hij bij het tweetal was aangekomen, en de Dementor had aangesproken dat dat wat ze had gedaan onjuist was, zag hij hoe de merrie een vernietigende blik op hem af gooide. Meteen drukte hij zijn oren plat in zijn nek en zijn tanden schoten uit naar de schouder van de goudkleurige merrie. Ze moest leren, dat ongehoorzame gedrag tolereerde hij niet, en omdat hij een hoge rang bezat, wist hij dat hij dat mócht doen als Dementors niet naar hem luisterden of respectloos gedrag kregen. Dat stond immers in de regels: Respect hebben voor degene die boven je stonden. Dat was in elke kudde zo, alleen reageerde hij er wat dubieuzer op dan het doorgaande kuddelid.
Zijn oren spitsten zich toen hij zachtjes hoeven hoorde, maar al gauw draaiden die weer in zijn nek. Hij moest niet aan de andere twee in het gezelschap tonen dat Aaliyah eraan kwam. Hij herkende haar passen, haar geur uit duizenden. En hij kon de onbeschrijfelijke blijdschap die hij dan in zijn maag niet beschrijven. Hij keek nog kort knorrig naar de valkkleurige merrie, waarna hij zijn razende blik weer op de indringer richtte. Echter was dat niet voor lange duur.
Een goudkleruige flits vloog uit de bosjes, en het vloog naar de ongehoorzame Dementor af. Zijn ogen flitsten naar het schouwspel dat zich voor zijn neus begon af te spelen, en een sadistische grijns deed zijn mondhoeken omhoog krullen. Aaliyah had het oor van Cesilia russen haar tanden gegrepen en siste haar woorden toe, die alles behalve goedkeurend waarde. Direct had de merrie haar straf gekregen van de Slytherin, wat hij eigenlijk ook wel graag zelf had willen doen. Al wist hij dat ze een hartig woordje met haar te spreken hadden, nadat de indringer verwijdert was. En direct bevestigde de merrie zijn gedachten met de woorden: ‘Zometeen wil ik je spreken Dementor.’
Hij wendde zijn hoofd vol afschuw weg van Cesilia, die tijdens haar straf stomme woorden had uitgesproken. Dat domme beest verdiende het niet om in de kudde toegelaten te worden. Hij vroeg zich ook af waarom Aaliyah het überhaupt had gedaan. Kennelijk wilde ze haar kudde snel groot laten groeien, en elk hinnikend lid was voor haar een cadeau, die ze graag wilde uitpakken. Hij snapte haar keuze. Maar een kuddelid die hun geheimen wist kon ze niet zomaar uit de kudde trappen, en ze moest nuttig blijven.
Toen Aaliyah naast hem plaats trad, leek het alsof er een knoop in zijn maag ontstond, en kreeg hij er geen woorden meer uit. Daarom keek hij maar strak naar de voskleurige merrie, en luisterde naar de woorden van Aaliyah. De voskleurige merrie had stom geantwoord dat ze niet vrijwillig zou gaan vertrekken. Maar ze had hem geantwoord dat hij niet een oudere hengst aan zou vallen. Zijn mondhoeken krulden op. ‘Slim, merrie. Maar ik val helaas jongere merries wel aan.’ Zijn oren in zijn nek keek hij de domme indringer aan. Het enige wat haar kennelijk in de weg stond was hij en Aaliyah, dat beest van een Cesilia kon wegkwijnen voor zijn part.
Aaliyah sprak dat ze het ook hardhandig konden doen, en bij het idee de merrie gewoon kapot het moeras uit te sleuren en haar trauma's zouden geven krulden zijn mondhoeken nog verder op.
Hij snoof woedend toen de indringer iets zei over wanneer ze eens angst zouden zaaien. Voordat hij zijn mond open kon trekken deed Aaliyah dat al, die zo te horen ook woedend was. De merrie was dom, dom dat ze Aaliyah zo woedend had gemaakt na het geval met de Dementor. Ze moest van geluk spreken dat ze nog levend uit het moeras kwam. Echter gaf Aaliyah haar ook de ruimte om weg te gaan. Cesilia maakte een stomme opmerking, waarna hij vernietigend naar de Dementor keek. Dat ze nog dúrfde om haar mond open te trekken. Hij zwiepte zijn modderige staart, hopend dat Cesilia modder in d'r ogen kreeg, of zoiets. Ze was ronduit dom bezig, om nu nog haar stomme bek open te trekken.
Toen hij zag dat de voskleurige merrie gewoon nog bleef staan, borrelde de woede nog hoger op. Ze sprak de naam van Aaliyah uit, alsof het normaal was dat ze een aanvaring had met drie Horcrux leden in hun gebied. Alsof ze een gezellig theekransje hielden. Zijn bovenlip krulde omhoog en zijn gele tanden werden zichtbaar. Ze sprak iets over Cesilia, maar dat boeide hem totaal niet. Hij was gelukkig gekomen, anders was Cesilia straks zelf nog dood geweest. Stom wicht.
Toen ze zei dat ze niet vrijwillig weg ging kwam hij weer in beweging. Hij zou haar weg wel krijgen. Hij negeerde bijna alle woorden die ze verder zei: het waren toch stomme en nutteloze woorden. Iets over aanvallen blabla. Ze zouden haar aanvallen, daar had ze inmiddels voor gezorgd door niet weg te gaan uit hun gebied. Toen de merrie uitgesproken was, was hij bij haar achterhand. Ruw hapte hij naar het vlees dat op het achterwerk van de merrie zat. ‘Lopen, dom wicht,’ snauwde hij naar de merrie, waarna hij zijn nogmaals zijn tanden in de dikke kont van de merrie probeerde te zetten. Hij zou die knol het moeras uit slaan, ze was hier niet welkom. En ze had zich al zover in de nesten gewerkt, dat het niet anders kon dan dit geval met geweld oplossen. Als het nodig was zouden ze haar een modderpoel in sturen, dan ging ze daar maar dood.

Magnolia

Magnolia

Ze voelde de tanden van de hengst in haar achterste, wat bloed druppelde over haar kont en met haar hoef trapte in de richting van Kay's kaak.
Blijf van mijn achterste beest!’ Ze trapte nog een keer in zijn richting en draaide zich toen van hem weg.
Kort steigerde, maaide even met haar voorbenen in de hoop de kaak van de hengst nog een keer te raken. Eenmaal neergekomen voelde ze het bloed door haar lichaam pompen en de woede was te zien in haar ogen.
Hoe dan ook zou ze hier blijven, of de drie het nou wilden of niet. ‘ De Horcrux is niets meer waard, jullie zijn alleen maar een stelletje hersenloze. De meesten van jullie dan.’ Haar borstkas ging hevig op en neer en ze wierp opnieuw een blik op Cesilia.
Haar blik schoot van Aaliyah, naar Kay, naar Cesilia en weer terug. Ze had haar achterste weg van de hengst gedraaid, maar zo dat de andere twee er niet bij kwamen.
Even richtte ze zich weer op Kay. ‘ Ik weet dat mijn achterste verleidelijk is.’ Sprak ze met een warme stem.
Maar raak ‘m nog één keer aan en je bent er geweest!



Laatst aangepast door Magnolia op zo 13 jan - 9:47; in totaal 3 keer bewerkt

Visual

Visual
VIP

Waarom ze eigenlijk naar het moeras was gekomen, Joost mocht het weten. Eigenlijk was dat niet waar, ze had geruchten gehoord over de Horcrux, over hoe ze van het moeras een territorium hadden geclaimd. Gekke Horcrux, het moeras stonk te veel. Het was ook niet echt een uitnodiging om goede paarden naar binnen te lokken. Nee, deze actie was puur bedoeld om nieuwsgierige types met wat moed naar binnen te lokken, kleine veulentjes, moedige alleenstaande slechtzakjes en paarden zoals Vis. Paarden zoals Vis die eigenlijk een spiegel waren voor het medepaard. Actie, reactie. Dat was haar tactiek. Ook al was Vis' tactiek standaard irriteren totdat ze een nieuwe 'aartsvijand' had gemaakt van iemand. Tenzij iemand het tegendeel had bewezen. Maar iets was haar opgevallen aan de Horcrux. Het had -uiteraard na zoveel tijd- een nieuwe alfa. Waarom verbaasde dat haar? De Alfa kon wel om de twee weken veranderen, niet bij de Horcrux specifiek. Nee, het was de nieuwe alfa. Aaliyah, die jonge merrie die ze had ontmoet, met het hertje achter zich aan. En Vis had haar nota bene gezegd dat ze het goede soort 'slecht' volgde. Ghehe, slimme Vis. Ze hoopte,-en was hier ook om dat te checken-, dat dit geen pure slechtzakjesbijeenkomst van nongreat evil was om een of ander slecht plan te maken over hoe ze de goede paarden bang moesten maken door ze met stenen te bekogelen. Of zoiets. Nee, er was maar 1 kudde geweest die haar de stuipen op het lijf had gejaagd. Black Rose. En goddank dat die weg was. Die onvoorspelbare kudde met de machtige beta's en natuurlijk de enorme Cobrazarao met zijn Zeepjuh hadden Dreamhorses een tijd lang geterroriseerd. En bij Vis het veulen had dat een grote impact gehad. Niet dat ze paranoia werd en dacht dat die kudde haar elk moment zou vermoorden, eerder: Oppassen anders overleefde je het niet. En dat zei Vis niet vaak tegen haarzelf. Goed, terug naar het heden. De stinkende dampen verwelkomde haar als een uithangbord van het moeras: Welkom in het moeras. 40% van de paarden komt hier nooit meer uit. Dat kwam omdat 40% van de paarden Horcrux-leden waren die obviously geen leven meer hadden, en waarschijnlijk ook geen reukvermogen meer, dacht Vis. Maar ze was veel te nieuwsgierig, en hoopte een belangrijke rang tegen te komen zodat die alles vrolijk kon gaan uitleggen. En dan Vis ervandoor, ze wilde het liefst zonder wonden met informatie er vandoor gaan. Als de geruchten klopten, zou ze al haar energie nodig hebben. Jeps, als de Horcrux te ver ging, zou Visual misschien tegen de Horcrux in gaan. Puur omdat zij neutraal was, net zoals Dreamhorses moest blijven. Ze was er om vrede te bewaren, of tenminste er voor te zorgen dat er geen overload kwam aan slechtzakjes, die leken de rust het meest te verstoren. Een paar geuren kwamen haar neus binnen, wat fijn was na alle stank van het moeras. Horcrux, overduidelijk Horcrux, maar ook een niet-Horcrux? Oh noes, was dit zo'n moment waarvan Vis zei: Tijd voor Vis om in te grijpen als het verantwoordelijke volwassen paard dat ze was? Ach wie hield ze voor de gek? Ze wilde haar informatie, met of zonder niet-Horcrux. Toen ze in stealth-mode aankwam en dus heel stiekem zat te kijken, schoten er meteen duizenden sarcastische opmerkingen in haar hoofd om een mooi entree te maken. Toch besloot ze de situatie te bekijken. Een vosse merrie, zonder litteken op haar lichaam, vergezeld door drie andere paarden. Een een lichte merrie met een gewond oor, een grotere hengst die gewoon uitstraalde: Ik zou zo in het leger kunnen van Cobrazarao's belachelijk grote en sterke paarden. En de laatste was... Nog geen commentaar daarop, bovendien weet iedereen die dit leest wie dat was. De hengst probeerde de merrie uit het moeras te krijgen, maar de merrie leek daar tegenin te gaan. Jep, het perfecte moment om in te springen als de verantwoordelijke merrie die ze was. Sarcasme droop van haar gedachten af terwijl ze een paar snelle stappen naar het groepje deed, zodat die haar aanwezigheid konden opmerken. "Kijk kijk, wat hebben we hier? Drie tegen een? Ik wist dat Horcrux dit gebied bewaakte, maar hebben jullie serieus twee paarden en de alfa nodig om een jonge merrie uit dit gebied te krijgen? Hebben paarden wie het goede en slechte niet boeit de vrijheid om overal te gaan en te staan waar ze willen?" Ze draaide zich toen om naar de nog niet genoemde merrie genaamd Aaliyah. Ja, ze had de merrie eerder ontmoet, toen ze jonger was. Toen ze beiden jonger waren. Mooie tijden. Op een halfspeelse toon begon ze tegen de merrie te praten. "Aaltjuh, waar is je hert heen gegaan? Verteerd door de stank van dit miserabele gebied? Geloof me, als je een territorium wilt gaan bewaken, zou ik een gebied nemen waarin te overleven valt." Toen werd ze serieuzer. "Ik ben net terug in Dreamhorses en hoor de geruchten over de Horcrux, ga je me bewijzen dat je een betere afstammeling bent van Azacar dan Deina?" Wauw, geweldig opmerking. Hier zou ze misschien wel een paar klappen voor kunnen krijgen. Het geweld was waarschijnlijk al aangebroken. Ze draaide zich om naar de hengst. Ze had de woorden van de hengst wel gehoord. Dom wicht noemde hij die merrie? "En jij: Pas op je ego, ik heb grotere paarden dan jij neergehaald." Ze blufte niet, ze smeerde het alleen een beetje uit. Ze was in een gevecht met Zephyr geraakt, dat was 1 op 1, en ze had het overleefd. Dat was uitzonderlijk voor die moordmachine. Hij was langzamer dan zij, maar zijn aanvallen waren gewoon belachelijk sterk. Er was ook niet een duidelijke winnaar uit de strijd gekomen, maar het gevecht met de hengst had Vis geleerd dat grootte er niet zoveel toe deed. Als je niet sterk was, moest je slim zijn. Maar je zou niet moeten vechten tot de dood. Dat zou gewoon enorme zonde zijn. Zou er een strijd komen? Zou de Horcrux zo prikkelbaar en agressief zijn geworden? Dan had ze hulp nodig van een niet-Horcrux. Maar zelfs als ze kon samenwerken met de niet-Horcruxmerrie, was 3 op 2 nog steeds een oneven verdeelde strijd. Zijzelf was niet van plan hier te sterven, op dit moment zocht ze gewoon de grenzen op, zocht ze naar nieuwe informatie. Ze had een grote mond voor een merrie die kleiner was dan het gemiddelde paard. Ook bij deze paarden was dat overduidelijk te zien. Als er iets was dat zij was, was ze Vis. En Vis was taai in dit soort situaties. Ze had niet lopen trainen voor niets. Haar spieren waren misschien niet overdreven, maar wel aanwezig. Ook al zou de meeste schade die ze aanrichtte fysiek niet van haar kracht komen, maar haar behendigheid. Ze keek naar de paarden en probeerde van hun gezichten af te lezen naar hoeveel van haar praatsel ze hadden geluisterd. Slechtzakjes zijn geneigd de helft van haar argumenten gewoon weg te vagen uit hun geheugen, ze zijn dan Oost-Indisch doof. Niet dat zij daar iets aan konden doen, hun ego's waren daar gewoon te groot voor. Toen wachtte Vis maar af op een reactie, kijkend of haar mening over de Horcrux zomaar veranderd kon worden.


[OOC: kon het niet laten :3 FORGIVE MEEEH XD]

Gesponsorde inhoud



Terug naar boven  Bericht [Pagina 1 van 1]

Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum